tl4 woordenschat h1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

desnoods

sindsdien

tamelijk

hoogstens

hoofdzakelijk

nauwelijks

eventueel

elders

verreweg

achtereenvolgens

nogal

na elkaar

maximaal

vanaf die tijd

vooral, namelijk

mogelijk

met groot verschil, veruit

ergens anders

bijna niet, bijna geen

zo nodig, als het echt nodig is

zich te buiten gaan

Een oogje dichtknijpen

uit noodzaak geboren

een lange adem hebben

Buiten de boot vallen

Na een hele dag vasten at Karim wel vier gebakjes achter elkaar

Babette was kwaad dat zij niet voor het feestje was uitgenodigd

Na weken vertraging kon de aannemer eindelijk opschieten met het nieuwbouwproject

De badmeester vond het niet zo erg dat Jinte lelijk dook bij het afzwemmen

Het moederbedrijf kon niet anders dan veertien filialen sluiten

vervaardigen

1. beschadigen
2. maken
3. weghalen

ondervinden

1. merken
2. vragen
3. zoeken

constateren

1. doorgeven
2. nakijken
3. vaststellen

trachten

1. proberen
2. raden
3. zoeken

onderscheiden

1. lesgeven
2. tekenen
3. zien

toepassen

1. gebruiken
2. overhoren
3. uitleggen

vermelden

1. liegen
2. ontwijken
3. zeggen

zich bevinden

1. rondlopen
2. verstoppen
3. zijn

veronderstellen

1. ervan uitgaan
2. onderzoeken
3. eronder zetten

variëren

1. dalen
2. lopen uiteen
3. veranderen

beschouwen

1. beoordelen
2. beschadigen
3. veroordelen