Spelling 3.8 meervouden en samenstellingen

Spelling 3.8

Pak voor je:

Laptop met Lessonup

Toets 4
H3.7 & 3.8
H4.7 & 4.8
H5.7 & 5.8
Meervouden en samenstellingen
werkwoordspelling

Leerdoelen
  • We herhalen hoe we zelfstandige naamwoorden in het meervoud moeten zetten.
  • We leren hoe we samenstellingen maken.
  • We herhalen de werkwoordspelling
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling 3.8

Pak voor je:

Laptop met Lessonup

Toets 4
H3.7 & 3.8
H4.7 & 4.8
H5.7 & 5.8
Meervouden en samenstellingen
werkwoordspelling

Leerdoelen
  • We herhalen hoe we zelfstandige naamwoorden in het meervoud moeten zetten.
  • We leren hoe we samenstellingen maken.
  • We herhalen de werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Wanneer komt er in het meervoud een 's

Slide 2 - Open question

Terugblik

Slide 3 - Slide

Meervoud op -en
kreeft - kreeften

Let op! 
brief - brieven
buis - buizen
school - scholen
sok - sokken

Slide 4 - Slide

Hoe schrijf je het meervoud van 'graaf'?
A
grafen
B
graven
C
graafen
D
graaven

Slide 5 - Quiz

Meervoud met trema
Woorden eindigend op -ie  of -ee krijgen vaak een trema op de e in het meervoud.
De klemtoon bepaalt of er een extra e bijkomt.

therapie   --> therapieën
bacterie   -->   bacteriën


Slide 6 - Slide

Wat is het meervoud van 'porie'?
A
poriën
B
porieën

Slide 7 - Quiz

Wat is het meervoud van 'kolonie'?
A
koloniën
B
kolonieën
C
kolonies
D
koloniën en kolonies

Slide 8 - Quiz

Wat is het meervoud van 'serie'?
A
serieën
B
seriën
C
series

Slide 9 - Quiz

Meervoud op -s
kegel - kegels
café - cafés

Let op!
auto - auto's
baby - baby's
wc - wc's 

Slide 10 - Slide

Wat is het meervoud van 'hobby'?
A
hobbys
B
hobbies
C
hobby's
D
hobbie's

Slide 11 - Quiz

Welk woord heeft zowel een meervoud op -en als op -s?
A
geluid
B
bobbel
C
aardappel
D
papier

Slide 12 - Quiz

Samenstelling met tussen-n
erwt + soep --> erwtensoep

Let op!
groenteburger      (meervoud op -n en -s)
Koninginnedag     (er is maar één koningin)
tarwemeel               (er is geen meervoud van tarwe)
reuzefijn                   (reuze is geen zelfstandig naamwoord)

Slide 13 - Slide

Samenstelling met tussen-s
De tussen-s voorkomt uitspraakproblemen

Koningsdag
aanbiedingskaart
sprongsgewijs

Slide 14 - Slide

Samenstelling met koppelteken (-)
Om uitspraakproblemen te voorkomen
auto-ongeluk

Bij afkortingen of cijfers
vmbo-school
f7-toets

Slide 15 - Slide

Hoe luidt de samenstelling van 'gedachte' + 'sprong'
A
gedachtensprong
B
gedachtesprong
C
gedachtessprong
D
gedachte-sprong

Slide 16 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
boordevol
B
boordenvol

Slide 17 - Quiz

maak een samenstelling!
groente+ soep

Slide 18 - Mind map

maak een samenstelling!
aardbei+ taart

Slide 19 - Mind map

Schema werkwoordspelling
Voorbeeld

1. (beantwoorden)
Hij .................... de mail van zijn docent.

2. (beantwoorden)
Hij heeft die vraag nog niet .......................................



3. (beleven) 
Hij heeft gisteren een avontuur .....................


Slide 20 - Slide

Menig persoon [                      ] zich de strijd met de vreselijke d’s en t’s. Je moet er goed op letten dat de laatste letter, afhankelijk van de vorm en tijd van het werkwoord, soms [                      ]. Het is dan ook niet voor niets dat de werkwoordspelling jaarlijks wordt 
[                       ]. Een foutje is ook na jarenlange training, nauwgezette oefening en gerichte uitleg zo [                       ]. Hoewel er enkele lastige regels toegepast dienen te worden, moet je er wel op blijven letten dat iedere letter de juiste uitgang krijgt die het heeft
 [                       ].
Zorg ervoor dat je alle regels nog een keer zorgvuldig [                       ]. De werkwoordspelling is echt nooit [                       ], maar bij het schrijven heb je het stappenplan gewoon niet voldoende 
[                       ]. Het [                       ]vast nog wel eens dat je een slordigheidsfoutje maakt, maar je tekst krijgt de zorg die het 
[                       ].

herinnert
herinnerd
verandert
veranderd
herhaalt
herhaald
gebeurt
gebeurd
verdient
verdiend

Slide 21 - Drag question

Zelf aan de slag
Opdrachten:
3.8 Spelling alles af

Klaar? 
Klik op ALLES AAN!
Probeer zoveel mogelijk cijfers te halen. 

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.7 en 3.8  zijn af

Slide 23 - Slide