We herhalen hoe we zelfstandige naamwoorden in het meervoud moeten zetten.
We leren hoe we samenstellingen maken.
We herhalen de werkwoordspelling
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Spelling 3.8
Pak voor je:
Laptop met Lessonup
Toets 4
H3.7 & 3.8
H4.7 & 4.8
H5.7 & 5.8
Meervouden en samenstellingen
+
werkwoordspelling
Leerdoelen
We herhalen hoe we zelfstandige naamwoorden in het meervoud moeten zetten.
We leren hoe we samenstellingen maken.
We herhalen de werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Wanneer komt er in het meervoud een 's
Slide 2 - Open question
Terugblik
Slide 3 - Slide
Meervoud op -en
kreeft - kreeften
Let op!
brief - brieven
buis - buizen
school - scholen
sok - sokken
Slide 4 - Slide
Hoe schrijf je het meervoud van 'graaf'?
A
grafen
B
graven
C
graafen
D
graaven
Slide 5 - Quiz
Meervoud met trema
Woorden eindigend op -ie of -ee krijgen vaak een trema op de e in het meervoud.
De klemtoon bepaalt of er een extra e bijkomt.
therapie --> therapieën
bacterie --> bacteriën
Slide 6 - Slide
Wat is het meervoud van 'porie'?
A
poriën
B
porieën
Slide 7 - Quiz
Wat is het meervoud van 'kolonie'?
A
koloniën
B
kolonieën
C
kolonies
D
koloniën en kolonies
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van 'serie'?
A
serieën
B
seriën
C
series
Slide 9 - Quiz
Meervoud op -s
kegel - kegels
café - cafés
Let op!
auto - auto's
baby - baby's
wc - wc's
Slide 10 - Slide
Wat is het meervoud van 'hobby'?
A
hobbys
B
hobbies
C
hobby's
D
hobbie's
Slide 11 - Quiz
Welk woord heeft zowel een meervoud op -en als op -s?
A
geluid
B
bobbel
C
aardappel
D
papier
Slide 12 - Quiz
Samenstelling met tussen-n
erwt + soep --> erwtensoep
Let op!
groenteburger (meervoud op -n en -s)
Koninginnedag (er is maar één koningin)
tarwemeel (er is geen meervoud van tarwe)
reuzefijn (reuze is geen zelfstandig naamwoord)
Slide 13 - Slide
Samenstelling met tussen-s
De tussen-s voorkomt uitspraakproblemen
Koningsdag
aanbiedingskaart
sprongsgewijs
Slide 14 - Slide
Samenstelling met koppelteken (-)
Om uitspraakproblemen te voorkomen
auto-ongeluk
Bij afkortingen of cijfers
vmbo-school
f7-toets
Slide 15 - Slide
Hoe luidt de samenstelling van 'gedachte' + 'sprong'
A
gedachtensprong
B
gedachtesprong
C
gedachtessprong
D
gedachte-sprong
Slide 16 - Quiz
Welk woord is juist gespeld?
A
boordevol
B
boordenvol
Slide 17 - Quiz
maak een samenstelling! groente+ soep
Slide 18 - Mind map
maak een samenstelling! aardbei+ taart
Slide 19 - Mind map
Schema werkwoordspelling
Voorbeeld
1. (beantwoorden)
Hij .................... de mail van zijn docent.
2. (beantwoorden)
Hij heeft die vraag nog niet .......................................
3. (beleven)
Hij heeft gisteren een avontuur .....................
Slide 20 - Slide
Menig persoon [ ] zich de strijd met de vreselijke d’s en t’s. Je moet er goed op letten dat de laatste letter, afhankelijk van de vorm en tijd van het werkwoord, soms [ ]. Het is dan ook niet voor niets dat de werkwoordspelling jaarlijks wordt
[ ]. Een foutje is ook na jarenlange training, nauwgezette oefening en gerichte uitleg zo [ ]. Hoewel er enkele lastige regels toegepast dienen te worden, moet je er wel op blijven letten dat iedere letter de juiste uitgang krijgt die het heeft
[ ].
Zorg ervoor dat je alle regels nog een keer zorgvuldig [ ]. De werkwoordspelling is echt nooit [ ], maar bij het schrijven heb je het stappenplan gewoon niet voldoende
[ ]. Het [ ]vast nog wel eens dat je een slordigheidsfoutje maakt, maar je tekst krijgt de zorg die het