Ein(e) und kein(e)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ein/eine und kein/keine

een en geen in het Duits

Doel

Aan het eind van de les kun je verschillende uitgangen van ein en kein juist toepassen.

Wat weet je nog over lidwoorden in het Duits?

der

die

das

meervoud

onzijdig

vrouwelijk

mannelijk

Was wir schon wissen

	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	der	die	das	die

Kijk goed naar deze voorbeelden

der Mann - ein Mann - kein Mann

die Frau - eine Frau - keine Frau

das Kind - ein Kind - kein Kind

die Menschen - keine Menschen

Welke bewering over de vorige slide klopt?

1. Mannelijk en vrouwelijk heeft géén uitgang
2. Mannelijk en onzijdig heeft een -e als uitgang
3. Vrouwelijk en meervoud heeft een -e als uitgang
4. Onzijdig en meervoud heeft géén uitgang.

Was wir jetzt wissen

	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	der	die	das	die
een	ein	eine	ein	--
geen	kein	keine	kein	keine

Hoe pak je dit aan?

1. Is het zelfstandig naamwoord mannelijk/vrouwelijk/onzijdig/meervoud?

2. Krijgt het dan wel of geen uitgang?

3. Invullen

Mädchen

1. ein
2. eine

Lehrerin

1. ein
2. eine

Hund

1. ein
2. eine

Land

1. ein
2. eine

Kartoffeln

1. kein
2. keine

(een) Messer

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

(geen) Brot

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

(geen) Menschen

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

(een) Orange

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

Wat heb je geleerd?

An die Arbeit

Aufgabe 18, 19 und 20

(Seite 151)

Werk ook verder aan 7, 8, 9 en 10 als die nog niet klaar zijn.

Hoofdstuk 1 en 2 van je leesboekje zijn gelezen en samengevat.

Ende!