VZB33A

VZB33A
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VZB33A

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

INHOUD
Werking, bijwerkingen en contra-indicaties van.....
- Haldol                                   - Ascal cardio
- Risperidon                          - Furosemide
- Metoprolol                           - Metformine
- Spironolacton                    - Tramadol
- Apixaban (Eliquis)             - Depakine

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke twee medicijnen zijn antipsychotica?
A
Tramadol en Spironolacton
B
Metoprolol en Depakine
C
Haldol en Risperidon
D
Apixaban en Metformine

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Noem een verschil (of meerdere) tussen klassieke antipsychotica en atypische antipsychotica.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Haldol; werking
Butyrofenonderivaat met antipsychotische en geringe sederende werking. Blokkeert zowel dopaminerge (D2) als α1-adrenerge receptoren en vermoedelijk ook de dopaminereceptoren in de chemoreceptor trigger-zone. Heeft een sterke centraal antidopaminerge en een zwakke centraal anticholinerge werking


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Haldol; indicaties
Volwassenen:
- Schizofrenie en schizoaffectieve stoornis; a
- Matig tot ernstig manische episoden geassocieerd met bipolaire stoornis type I;
- Acute psychomotorische agitatie bij psychotische stoornis / bipolaire stoornis type I;
- Aanhoudende agressie en psychotische symptomen bij  ziekte van Alzheimer of vasculaire dementie
- Acute behandeling van delirium
- Profylactische  therapie bij kans op postoperatieve misselijkheid en braken / behandeling van postoperatieve misselijkheid en braken
- Ticstoornissen, zoals Gilles-de-la-Tourettesyndroom, bij patiënten met een ernstige beperking
- Milde tot matige chorea bij de ziekte van Huntington


Slide 6 - Slide

matig tot ernstige dementie, , indien niet-farmacologische behandelingen hebben gefaald en de kans bestaat dat patiënt een gevaar voor zichzelf of een ander vormt;

delirium, indien niet-farmacologische behandelingen hebben gefaald;

POVM, , indien andere geneesmiddelen niet werkzaam zijn of niet worden verdragen.

Tic: , nadat educatieve, psychologische en andere farmacologische behandelingen hebben gefaald;
Haldol; indicaties
Kinderen tot 18 jaar:
- Schizofrenie bij kinderen vanaf 13 jaar, indien andere farmacologische behandelingen hebben gefaald of niet worden verdragen;
- Ticstoornissen, zoals Gilles de la Tourette-syndroom, bij kinderen vanaf 10 jaar met een ernstige beperking
- Aanhoudende ernstige agressie bij kinderen vanaf 6 jaar met autisme of een pervasieve ontwikkelingsstoornis


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Haldol; bijwerking
Zeer vaak (> 10%): agitatie, slapeloosheid, extrapiramidale verschijnselen, hyperkinesie, hoofdpijn.


Vaak (1-10%): depressie, psychotische stoornis, stoornis in spierspanning en beweging (dyskinesie, dystonie, acathisie, bradykinesie, hypokinesie, hypertonie, spierrigiditeit) slaperigheid, maskergelaat, tremor, duizeligheid, visusstoornissen, oogbewegingsstoornis (oculogyrische crisis), (orthostatische) hypotensie, obstipatie, droge mond, overmatige speekselproductie, misselijkheid, braken, abnormale leverfunctietest, huiduitslag, urineretentie,  erectiestoornis, gewichtsverandering, reactie op de injectieplaats.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Metoprolol is een.....
A
Laxantium
B
analgeticum
C
antihypertensivum
D
anticoagulantium

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Metoprolol is een.....
A
diureticum
B
bètablokker
C
ACE-remmer
D
Calciumantagonist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bèta-blokkers; werking
Blokkade van β1 en/of β2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling (door endogene of exogene catecholaminen) af.

De werking van de β-blokkers metoprolol en propranolol bij migraine wordt toegeschreven aan een vergroting van de perifere vaatweerstand.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bèta-blokkers; werking
Bij atriumfibrilleren
vertraging van de AV-geleiding;
verlenging van de refractaire periode;
verlaging van de hartfrequentie.

Bij hartfalen
afname van hartfrequentie en hartminuutvolume;
toename van ejectiefractie;
afname van hypertrofie in myocard.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bèta-blokkers; werking
Bij hypertensie
afname hartfrequentie en hartminuutvolume. Hierdoor daalt de bloeddruk;
remming van de renineafgifte. Hierdoor neemt het angiotensine II-gehalte af, waardoor de bloeddruk daalt.

Bij hyperthyroïdie
minder symptomen van hyperthyroïdie zoals tremor, tachycardie.

Bij migraine
afname van het aantal migraine-aanvallen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bèta-blokkers; bijwerkingen
Relatief frequent
- Op het cardiovasculaire systeem (door blokkade van β1-receptoren): bradycardie, (orthostatische) hypotensie, koude handen en voeten;
- Centrale bijwerkingen: vermoeidheid, slaapstoornissen (incl. slapeloosheid en nachtmerries), depressie, duizeligheid.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bèta-blokkers; bijwerkingen
Minder frequent
- Op het cardiovasculaire systeem (door blokkade van β1-receptoren): prikkelgeleidingsstoornissen (bv. verlenging van AV-geleidingstijd) , verergering hartfalen;
- Op het pulmonale systeem (door blokkade van β2-receptoren): bronchoconstrictie, dyspneu (met name bij astma of COPD);
- Overig: hypoglykemie (door blokkade van β2-receptoren), droge ogen, erectiestoornis.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke twee medicijnen zijn diuretica?
A
Furosemide en Spironolacton
B
Metoprolol en Depakine
C
Haldol en Risperidon
D
Apixaban en Metformine

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de twee diuretica is het goedkoopst?
A
Furosemide
B
Spironolacton

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voordeel van Spironolacton?
A
Het werkt sterker bloeddrukverlagend
B
Er zijn meer verschillende doseringen mogelijk
C
Het geeft minder verstoring van de hoeveelheid kalium in het bloed
D
Het heeft eigenlijk geen voordeel, maar artsen zijn er meer aan gewend,

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Ascal-cardio

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Ascal-cardio
Calciumureumzout van acetylsalicylzuur (aspirine)

Dosering: meestal 100 mg/dag (na oplaaddosis van 200 mg/dg)

Indicaties: o.a. (in)stabiel angina pectoris; secundaire preventie na myocardinfarct / TIA / ischemisch CVA, preventie bij hoog-risico op eerste cardiovasculaire gebeurtenis.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ascal-cardio
Bijwerkingen:
Zeer vaak (> 10%): maagklachten (bv. zuurbranden, misselijkheid).
Vaak (1-10%): verlenging bloedingstijd, braken, gastritis, diarree, bloedverlies in maag-darmkanaal (--> anemie).
Contra-indicaties
Hemorragisch herseninfarct (in de anamnese); maagklachten bij eerder gebruik, ulcus pepticum, maag–darmbloeding; stollingsstoornissen; ernstig hartfalen; ernstige leverinsufficiëntie; ernstige nierinsufficiëntie; overgevoeligheid voor bestanddelen.

Slide 22 - Slide

Overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of NSAID's
Apixaban (Eliquis) is een DOAC. Wat voor soort medicijn is een DOAC?

Slide 23 - Open question

direct-werkend oraal anticoagulantium
DOAC's; werking
De DOACs apixaban, edoxaban en rivaroxaban: remmen reversibel, krachtig, direct en selectief, de geactiveerde stollingsfactor Xa. Hierdoor wordt zowel de intrinsieke als de extrinsieke route van de bloedstollingscascade onderbroken.

Het DOAC dabigatran: remt direct, krachtig, competitief en reversibel, de geactiveerde stollingsfactor IIa (trombine). Hierdoor neemt de omzetting van fibrinogeen in fibrine af. Hierdoor remt het de door trombine teweeggebrachte plaatjesaggregatie.

Slide 24 - Slide

Overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of NSAID's

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vit. K-antagonisten
Acenocoumarol, fenprocoumon (marcoumar).

Werking: remmen het enzym vitamine K-epoxide-reductase. Dit leidt tot remming van de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren (II, VII, IX en X) en proteïne-C en -S in de lever.
Medicijnen hebben geen invloed op de reeds gevormde stollingsfactoren II, VII, IX en X. Daarom duurt het na starten van de behandeling 2–3 dagen voordat het niveau van de stollingsfactoren voldoende is gedaald om het gewenste antistollingsniveau te bereiken.


Slide 26 - Slide

Overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of NSAID's