3.1: Machthebbers in Europa

3.1: Machthebbers in Europa
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1: Machthebbers in Europa

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • terugblik vorige les, waar gaat dit hoofdstuk over
  • start paragraaf 3.1: Machthebbers in Europa
  • De Franse koning
  • De Engelse koning
  • aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... kun je uitleggen hoe de Franse koning regeerde
... kun je uitleggen hoe de manier van regeren volgens het absolutisme eruit zag.
... kun je uitleggen hoe het bestuur van de Engelse koningen veranderde.
... kun je verschillen tussen de manieren van bestuur van Frankrijk en Engeland benoemen.

Slide 3 - Slide

Regenten en Vorsten

Slide 4 - Mind map

3.1: Machthebbers in Europa
Leerdoelen:
In deze paragraaf leer je:
  1. Hoe koning Lodewijk XIV het Franse gebied uitbreidde en zijn macht in Frankrijk vergrootte.
  2. Hoe de Engelse koning minder machtig werd.
  3. Hoe Nederland werd bestuurd.

Kenmerkende aspecten:
  • Het streven van vorsten naar absolute macht
  • burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland.

Slide 5 - Slide

De Franse koning:
Lodewijk XIV 1643- 1715
  • machtigste koning van Europa
  • oorlogszuchtige vorst die bijna elk jaar ten strijde trok. 
  • alleenheerser                  absolutisme
  • iedereen moet hem gehoorzamen zonder vragen te stellen.
  • absolutisme = regeringssysteem waarbij de vorst onbeperkte macht heeft.

Slide 6 - Slide

De Franse koning:
Franse koningen hadden niet altijd zoveel macht gehad
  • 16e eeuw godsdienstoorlogen tussen Katholieken en hugenoten (Franse Calvinisten)
  • burgeroorlog, het volk kwam in opstand, machtige edelen vochten met hun legers om de macht.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De Franse koning:
Lodewijk XIV:
  • maakt een einde aan de macht van de edelen
  • strak georganiseerd leger
  • afschaffen van van de rechten van de hugenoten , Fransen die niet katholiek wilden worden liet hij mishandelen en beroven.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De Engelse koning:
  • Engelse koningen wilden ook absolute macht
  • groot deel van de 17e eeuw conflicten met het parlement, waar edelen veel macht hadden.
  • 1688: protestantse edelen komen in opstand tegen de katholieke koning Jacobus II 

Slide 11 - Slide

De Engelse koning:
  • protestantse edelen willen Jacobus II vervangen door zijn dochter, Mary en haar man, prins Willem III van Oranje.
  • Met hun steun viel Willem III in 1688 Engeland binnen. 

Slide 12 - Slide

De Engelse koning:
  • Willem verjoeg zijn schoonvader, waarna het parlement hem en Mary in 1689 benoemden tot koning en koningin.
  • Willem en Mary konden pas koning en koningin worden nadat ze hadden verklaard zich aan de 'Bill of Rights'  te houden.
  • Hierin waren de rechten van de burgers, de koning en van het parlement vastgelegd. De koning moest zijn macht delen met het parlement.
  • geen sprake van absolutisme

Slide 13 - Slide

Aan de slag:
  • Lees dia 15 en maak daarna de opdrachten op dia 16 en 17.
  • Lees de eerste twee kopjes theorie en werk in je leerdoelen document de eerste twee leerdoelen van 3.1 uit.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Leg in je eigen woorden uit dat Lodewijk XIV een absoluut vorst was.

Slide 16 - Open question

Leg in je eigen woorden uit dat Mary en William (van Engeland) geen absolute macht hadden.

Slide 17 - Open question