What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2HV - Les 13 Hay
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Programa
Controlamos los deberes
Repasamos clases anteriores
Hay
Comunicación
Deberes
Slide 2 - Slide
Controlar los deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-45
Slide 3 - Slide
regelmatig werkwoord (niet wederkerend)
wederkerend werkwoord
Onregelmatig werkwoord
vivir = wonen/ leven
halbar = praten
levantarse = opstaan
acostarse = naar bed gaan
visitar = bezoeken
Ducharse = douchen
tomar = nemen
bañarse = badderen
tener = hebben
pensar = denken
vestirse = aankleden
escribir = schrijven
lavarse = wassen
leer = lezen
comer = eten
trabajar = werken
mirar = kijken
querer = willen
Ser = zijn
vender = verkopen
Slide 4 - Drag question
Zij is
Ik ben
Jullie zijn
Wij zijn
Jij bent
Son
Soy
Es
Eres
Somos
Sois
Zij zijn
Slide 5 - Drag question
U heeft
Ik heb
Jullie hebben
Wij hebben
Jij hebt
Tienen
Tengo
Tiene
Tienes
Tenemos
Tenéis
Zij hebben
Slide 6 - Drag question
hij wil
Ik wil
Jullie willen
Wij willen
Jij wil
Quieren
Quiero
Quiere
Quieres
Q
ueremos
Queréis
Zij willen
Slide 7 - Drag question
¿Qué hora es?
13:40
Slide 8 - Open question
¿Qué hora es?
13:15
Slide 9 - Open question
¿Qué hora es?
17:10
Slide 10 - Open question
Ser = Zijn
Gebruik
-
vaste eigenschappen.
- Identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep en afkomst)
- Tijd, datums, dagen en gebeurtenissen
- Waarvan iets gemaakt is, iemand zijn eigendom
Slide 11 - Slide
Querer = willen
--> ONREGELMATIG WW
--> Gebruik bij aangeven als je iets wil
Slide 12 - Slide
HAY
Maar wat wordt er met HAY bedoeld?
HAY betekent ER IS of ER ZIJN.
Het hoeft NIET vervoegd te worden
!
Er is geen yo Hay, tú hay etc
Yo Hay
tu Hay etc, bestaan dus niet!
Slide 13 - Slide
Hoe gebruik je HAY?
Als je een zin maakt waar in het Nederlands "er is" of"er zijn" wordt gezegd, moet je in de Spaanse vertaling
HAY
gebruiken.
Je gebruikt het om bv: te vragen óf er ergens iets is dat je niet kent:
¿Hay un panadería por aquí? -Sí, hay dos en esta calle.
Is er hier een bakker? Ja, er zijn er twee in deze straat.
Ook kun je hay met getallen gebruiken:
"Hay
veinte
personas aquí" ; Er zijn hier
20
mensen
Ook gebruik je het met onbepaalde lidwoorden:
¿Hay
un
panadería por aquí? Is er hier
een
bakker?
Slide 14 - Slide
Hay = Er is / Er zijn
Kent maar 1 vervoeging --> HAY
Gebruik
- onbepaald lidwoord (un/ unos/ una/ unas)
- zelfstandig naamwoord (ook in mv)
- telwoorden (un, dos, tres, etc)
- onbepaalde hoeveelheden (algun/ algunos/ alguna/ algunas)
Blz 44, ej 2 & 3
Slide 15 - Slide
Comunicación
En el comedor
Blz 46, ej 1, 2, 3
Slide 16 - Slide
Deberes
Voca Unidad 4 blz 107 NL-SP
1-45
Slide 17 - Slide
More lessons like this
2HV - Les 14 Hay
December 2022
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2H - repaso comunicación , Hay, querer
January 2025
- Lesson with
14 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2H - comunicación y repaso Hay
January 2025
- Lesson with
14 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV - Les 13 Hay
January 2025
- Lesson with
14 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV - Les 14 Hay
December 2022
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV - Les 14 Hay
December 2022
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2H - Les 33/34 - STG
December 2022
- Lesson with
25 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
P2 - 2HV - Unidad 4 Les 00 Gramática: Hay
December 2022
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2