H5.1 Aan de slag!

Welkom kader 3! 
Hoofdstuk 5, werkt dat zo? 
1: Werkt dat zo? 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom kader 3! 
Hoofdstuk 5, werkt dat zo? 
1: Werkt dat zo? 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
Je leert in deze paragraaf 
- Wat er in een arbeidsovereenkomst staat
- Welke soort banen je kunt hebben
- Hoe werknemers door wetten worden beschermd 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Dus wat staat er in zo'n arbeidsovereenkomst/arbeidscontact?
- Je salaris 
- Je werktijden
- Tot wanneer je in dienst bent (bij een tijdelijk contact)

Bij een vast contract is er geen einddatum. Overeenkomst geldt tot werknemer ontslag neemt of de werkgever hem/haar ontslaat.

Slide 4 - Slide

Arbeidsvoorwaarden 
Afspraken over de rechten en plichten van zowel de werknemer als werkgever. Bijvoorbeeld over je salaris, werktijden, proeftijd en opzegtermijn. 


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
De hoogte van je loon wordt bepaald door:
- Je functie, het soort werk dat je doet
- Hoe lang je het doet 
- Welke opleidingen je gedaan hebt 

Voorbeeld: Iemand die een leidinggevende functie heeft, verdient meer dan met uitvoerend werk. 


Slide 7 - Slide

Soorten banen
Deeltijdbaan (parttimebaan) = Minder dan 36 uur per week 
Voltijdbaan (fulltimebaan) = 36 tot 40 uur in de week

Ongeschoold werk = (eenvoudig) werk waarvoor je geen opleiding nodig hebt. 

Geschoold werk = werk waar je een beroepsopleiding voor nodig hebt. 

Slide 8 - Slide

Anna werkt bij de supermarkt als kassamedewerker voor 24 uur in de week. Anna heeft:
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk

Slide 9 - Quiz

Anna werkt bij de supermarkt als kassamedewerker voor 24 uur in de week. Anna heeft een:
A
Voltijdbaan
B
Deeltijdbaan

Slide 10 - Quiz

Manuel werkt 40 uur per week als advocaat. Peter heeft een:
A
Voltijdbaan
B
Deeltijdbaan

Slide 11 - Quiz

In een CAO staan de afspraken die gelden voor iedereen in één bedrijfstak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Manuel werkt 40 uur per week als advocaat. Peter heeft:
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk

Slide 13 - Quiz

Vast, tijdelijk of flexibel
Vaste baan = Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.  De werkgever kan jou niet zomaar ontstaan. 

Tijdelijke baan  = Werk voor een afgesproken periode. Je werk stopt op een afgesproken einddatum. Dan kunnen de werkgever en werknemer samen bepalen of deze verlengd wordt 


Slide 14 - Slide

Flexibele baan
Je werkt alleen als de werkgever je nodig heeft. 

Uitzendwerk (via een uitzendbureau) = Het uitzendbureau betaalt jou, maar je werkt bij een bedrijf dat jou inhuurt. 

Een oproepcontract (0-uren contract) = Je werkt alleen als je werkgever jou oproept om te werken. 

Slide 15 - Slide

Mees werkt bij een snackbar. Hij heeft geen vast rooster. Zijn werkgever belt Mees als zij hem nodig hebben. Mees heeft een:
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
Uitzendbaan
D
Oproepcontact

Slide 16 - Quiz

Rosa heeft een contact voor onbepaalde tijd. Zij mag niet zomaar ontslagen worden. Rosa heeft een...
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
Uitzendbaan
D
Oproepcontact

Slide 17 - Quiz

Proeftijd 
Proeftijd = periode bij een nieuwe baan om te kijken of het bevalt voor zowel de werkgever als werknemer. 

Zij mogen beide ieder moment de arbeidsovereenkomst beëindigen.

 Bij een halfjaar of korter is proeftijd niet toegestaan.  

Slide 18 - Slide

Ontslag en opzegtermijn 
In je overeenkomst staat een opzegtermijn. 
Dit kan één of meerdere maanden zijn. 

Opzegtermijn: Het moment dat je ontslag neemt tot het moment dat je daadwerkelijk uit dienst gaat. Dit is afgesproken in je arbeidscontact. 

Slide 19 - Slide

Op staande voet ontslaan
Bij ernstige gevallen zoals diefstal mag een werkgever je wel op staande voet ontslaan. Dan gaat het ontslag meteen in. 

Een werkgever moet toestemming hebben van het UWV of van een rechter om een werknemer te ontslaan. 

LET OP: Als je contract afloopt en niet verlengd wordt valt dit NIET onder ontslag. 

Slide 20 - Slide

Brenda werkt bij een supermarkt. Ze heeft een baan aangeboden gekregen bij een kledingwinkel. Ze kan hier morgen beginnen. Ze neemt vandaag ontslag. 

Van haar baas moet ze tot volgende maand doorwerken. 

Mag haar baas dit van haar vragen? 

Slide 21 - Slide

Ja, als in Brenda's arbeidsvoorwaarden staat dat Brenda een opzegtermijn heeft van 1 maand, moet Brenda 1 maand van ter voren ontslag nemen. 

Waarom zou dit zijn? 

Wat stond er nog meer in die arbeidsvoorwaarden? 

Slide 22 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Maak H4.1 op blz. 106 en 107

Geen telefoons


timer
1:00

Slide 23 - Slide

Huiswerk
H5.1 opgaven 1 t/m 8 op
 blz 130 en 131 af. 

Fijne dag allemaal en tot morgen! 

Slide 24 - Slide

Deel 2 H5.1
Welkom kader 3! 

Slide 25 - Slide

Weet je nog? 
1. Wat wordt bedoeld met een flexibele baan?
2. Wat er staat in een arbeidsovereenkomst? 
3. Wat een collectieve arbeidsovereenkomst is?
4. Wat een opzegtermijn is? 

Slide 26 - Slide

Leerdoelen van vandaag 
Aan het einde van de les weet je...
- Hoe werknemers door wetten worden beschermd
- Wat minimum en jeugdminimumloon is 
-  Wat brutoloon en nettoloon is en hoe je er mee kan rekenen
- Wat sociale premies zijn 

Slide 27 - Slide

Wetten
Overheid beschermt werknemers met wetten:

Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk- en rusttijden. (Bijvoorbeeld: maximaal x aantal uur per dag werken & minimaal een halfuur pauze per dag) 

Slide 28 - Slide

Wetten
Arbowet geeft regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. (Arbo = afkorting voor arbeidsomstandigheden)

Inspectie SZW (Arbeidsinspectie) controleert of werkgevers en werknemers zich aan deze wetten houden. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Dus wat hebben we net gezien?
- Als werknemer heb je recht op een wettelijk minimumloon. 
- Brutoloon dat een werknemer van 23 jaar en ouder met een voltijdbaan minstent moet verdienen. 
- Als je jonger bent gelden lagere bedragen. Dat is het minimumjeugdloon. 

Slide 31 - Slide

Loon
In je arbeidsovereenkomst staat het brutoloon dat je gaat verdienen. Hier haalt je werkgever nog loonbelasting en sociale premies van af. 

Uit sociale premies worden uitkeringen betaald voor werkloze en arbeidsongeschikte mensen. De werkgever draagt deze inhoudingen af aan de overheid. 

Slide 32 - Slide

Nettoloon 
Het bedrag dat je dan overhoudt noemen we nettoloon. Dit is het bedrag die je gestort krijgt op je rekening. 

Je krijgt een loonstrook waar je gewerkte uren op staan en de inhoudingen
Zo kan je controleren dat je genoeg geld hebt gekregen. 

Slide 33 - Slide

€ ............
€ 400,-
€ 1200,-
€ 3000,-
Brutoloon
Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

Slide 34 - Slide

Voorbeeld:
Je brutoloon is €1.480. Daarop wordt €120 aan loonbelasting ingehouden en €73 aan sociale premies. 

Wat is je nettoloon? 

€1.480 - (€120 + €73) = 
€1.480 - €193 = €1287

Slide 35 - Slide

Je brutoloon is €1.870. Daarop wordt €143 aan loonbelasting ingehouden en €98 aan sociale premies. Wat is je nettoloon?

Slide 36 - Open question

Het minimumloon voor iemand die bij de supermarkt werkt is € €1.680 per maand.

Mees is 17 jaar oud en werkt bij een supermarkt. Het minimumjeugdloon bedraagt 39,5% van het minimumloon.

Wat moet Mees minimaal verdienen bij een fulltime baan?

Slide 37 - Open question

Het minimumloon van een kapper is €1.647 per maand.

Het minimumjeugdloon van een kapper van 17 jaar is €691,74

Op hoeveel procent van het minimumloon heeft een 17 jarige recht op?

Slide 38 - Open question

Zelfstandig aan het werk
H5.1 blz 132 en 133 + samenvatting 
timer
1:00

Slide 39 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
H5.1 + samenvatting helemaal af.
Fijne dag allemaal!

Slide 40 - Slide

Brutoloon €1300 
Loonbelasting €400 
Sociale premies €95
------------------------
Nettoloon:  1300 - 495 = 805

Slide 41 - Slide