Creatief schrijven & spelling toetsoverzicht

Creatief schrijven & Spelling

Toetsoverzicht

Nederlands - jaar 1 - periode 2 - 2022/2023

1 / 38

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Creatief schrijven & Spelling

Toetsoverzicht

Nederlands - jaar 1 - periode 2 - 2022/2023

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat leer je over sprookjes?

opbouw van een sprookje (begin, midden, eind)
kenmerken van hoofdpersonen in sprookjes
kenmerken van plaatsen waar sprookjes zich afspelen
woord- en taalgebruik in sprookjes
sfeer in sprookjes

Slide 4 - Slide

Kenmerken van een sprookje

Onbepaalde plaats en onbepaalde tijd
Magie en fantasie
Personages zijn vlak = Uiterlijk verwijst naar innerlijk
Happy end
Veel herhalingen, vaste formuleringen en getallensymboliek
Vb de 3 biggetjes, de 7 dwergen, Spiegeltje spiegeltje aan de wand,...

Slide 5 - Slide

Volkssprookjes

Heel erg oud
Mondeling doorverteld --> vaak heel wat varianten en veel herhaling
Uiteindelijk verzameld en opgetekend, bv. Duitse gebroeders Grimm.
Vb. Roodkapje, Hans en Grietje, Doornroosje, Sneeuwwitje

Cultuursprookjes

Geschreven door 1 persoon
Recenter: populair in de romantiek (19de eeuw).
Vb. De kleine zeemeermin, geschreven door de Deen Hans Christian Andersen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Regels meervoudsvormen

De meeste zelfstandige naamwoorden zet je in het meervoud door er -(e)n, -s of eren achter te zetten.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

regels meervoudsvormen

Woorden die eindigen op -man kunnen als meervoud ook -lui of lieden hebben.

Dit zijn meestal beroepen

werkman --> werkmannen/werklieden/werklui

zakenman--> zakenmannen/ zakenlieden/zakenlui

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

verkleinwoorden

Woorden die eindigen op -i -----> krijgen er een -e bij

taxi ---> taxietje

bikini ---> bikinietje

Woorden die eindigen op -Y met een medeklinker ervoor --> krijgen een apostrof (')

lolly'tje

baby'tje

spraytje (voor de -y staat geen medeklinker maar een klinker).

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Creatief schrijven & Spelling

Toetsoverzicht

Nederlands - jaar 1 - periode 2 - 2022/2023

Slide 38 - Slide

Creatief schrijven & spelling toetsoverzicht

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

More lessons like this

Creatief schrijven & spelling les 1: Wat weet je al? kenmerken

Creatief schrijven & spelling les 6: verkleinwoorden

Creatief schrijven & spelling les 8: alle spellingsonderdelen door elkaar

Creatief schrijven & spelling les 1: Wat weet je al? kenmerken.

Creatief schrijven & spelling les 2: kenmerken van sprookjes

Creatief schrijven & spelling les 4: meervoud van zelfstandige naamwoorden

Creatief schrijven & spelling les 9: de moraal

Sprookjes les 2 (kenmerken van sprookjes)