stelling en argumenten

Ik heb gelijk
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3-5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Ik heb gelijk

Slide 1 - Slide

Wat is een betoog
A
Een tekst om iemand iets te leren
B
Een tekst om iemand iets te verkopen
C
Een tekst om iemand te vermaken
D
Een tekst om ervoor te zorgen dat iemand het met je eens is

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Overtuigen
D
Instrueren

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Doel van deze les
  • Jullie weten wat een stelling is.
  • Jullie weten wat argumenten zijn.
  • Jullie kunnen beargumenteren waarom je het wel of niet eens bent met een stelling.
  • Jullie kunnen met elkaar van mening wisselen over een stelling.

Slide 5 - Slide

ben je het er mee eens of niet
  • Je krijgt een dia met een stelling te zien
  • bedenk voor jezelf of je het er wel of niet mee eens bent
  • Bedenk een argument waarom je het er wel/niet mee eens bent en schrijf dit argument op
  • Als de docent het aangeeft, bespreek je dit met je  buurman/vrouw 

Slide 6 - Slide

Huiswerk moet geheel vervangen worden door extra werktijd op school

  • Ik ben het er wel/niet mee eens.
  • geef een argument (omdat)
  • schrijf je argument oop 

Slide 7 - Slide

Dierentuinen doen meer kwaad dan goed

  • Ik ben het er wel/niet mee eens.
  • geef een argument (omdat)
  • schrijf je argument oop 

Slide 8 - Slide

Dierenrechten moeten in de grondwet worden opgenomen

  • Ben je het er mee eens?  Ja/Nee
  • Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee eens
  • schrijf het argument op

Slide 9 - Slide

gewelddadige games moeten verboden worden

  • Ben je het er mee eens? Ja/Nee
  • Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee   eens
  • schrijf het argument op

Slide 10 - Slide

Proeven met dieren voor onderzoek moet verboden worden

  • Ben je het er mee eens? Ja/Nee
  • Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee     eens
  • Schrijf het argument op

Slide 11 - Slide

oefening 2
Je krijgt weer een stelling te zien

Bedenk samen met een klasgenoot 3 argumenten voor de stelling en schrijf deze op

Bedenk daarna 3 argumenten tegen de stelling en schrijf deze op

Slide 12 - Slide

Alcohol mag niet aan jongeren onder de 18 jaar verkocht worden
Bedenk samen met een klasgenoot 3 argumenten voor en tegen de stelling

Gebruik je het internet om argumenten te zoeken

Slide 13 - Slide

Consumenten vuurwerk moet volledig verboden worden.
Bedenk  minstens drie argumenten voor deze stelling en schrijf deze op

Bedenk minstens drie argumenten tegen deze stelling en schrijf deze op

Maak hierbij gebruik van het internet

Slide 14 - Slide

Energiedrankjes mogen onder de 18 jaar niet meer verkocht worden
1. Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 4 argumenten tegen deze stelling en schrijf deze op.

2. Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 4 argumenten voor deze stelling en schrijf deze op

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide