Woensdag 7 mei

Woensdag 7 mei
Welkom
1 / 42
next
Slide 1: Slide
StudielessenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Woensdag 7 mei
Welkom

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Afspraken
Spullen op orde = pen en boeken
Weektaak af op vrijdag
Vraag? Steek je vinger op
Telefoon thuis of in de kluis
Stoelen staan recht en de voeten op de grond
WC tijdens leswisseling (in overleg)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Mededelingen
Nederlands NUMO
Weektaak rekenen
Weektaak Nederlands
Burgerschap Oorlogswinter
Lang leve de liefde les 5
6e uur iets anders




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen
IOP met:
Keano op vrijdag
Chelsea op woensdag 14 mei
Vragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
NUMO
timer
1:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Rekenen
weektaak
Doel = weektaak/toets afmaken
timer
1:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nederlands

Doel = weektaak afmaken
timer
1:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oorlog en Vrijheid: De Kracht van Boekverfilmingen
Groep 8 
Klas 1-3
Regie: Martin Koolhoven / Productie: Isabella Films, Fu Works Productions, Oorlogswinter BV / Omroep: Omroep MAX / Distributeur: Benelux Film Distribution.

Slide 8 - Slide

Introductie

Start de les met een kort gesprek over wat vrijheid betekent voor de leerlingen. Schrijf bijvoorbeeld de woorden ‘vrijheid’ en ‘onvrijheid’ op het bord en vraag of ze bij beiden voorbeelden kunnen geven.
  • Op deze manier krijgen ze alvast wat context over wat de twee begrippen inhouden en kunnen ze later in de les makkelijker hun eigen ervaring hieraan koppelen.
Vertel de leerlingen dat ze vandaag in aanloop naar 4 en 5 mei de film Oorlogswinter gaan behandelen met een focus op (on)vrijheid).
In deze les...
...kijk en luister je naar de regisseur Martin Koolhoven;
...leer je wat de Four Freedoms zijn;
...bekijk en bespreek je filmfragmenten;
...voer je klassikale discussies over het thema (on)vrijheid;
...bepaal je wat vrijheid voor jou betekent.

Slide 9 - Slide

Introductie: lesdoelen

In deze les gaan de leerlingen...
...kijken en luisteren naar de regisseur Martin Koolhoven;
...leren wat de Four Freedoms zijn;
...filmfragmenten bekijken en bespreken;
...klassikale discussies voeren over het thema (on)vrijheid;
...bepalen wat vrijheid voor hen betekent.
De 'Four Freedoms'
Vrijheid van geloof: 
  • Geloven wat je wilt.
  • Ook vrij om zonder religie te leven.
  • Het recht hebben om in je waarde te worden gelaten om je geloofsovertuigingen.
Vrijheid van meningsuiting: 
  • Mogen zeggen en schrijven wat je vindt.
  • Vrij zijn om informatie te ontvangen en te verspreiden.
  • Je mening vormen en deelnemen aan discussies.
Vrij zijn van angst: 
  •  Je veilig en zeker voelen, zonder bang te zijn voor gevaarlijke omstandigheden zoals oorlogen of aanslagen.
Vrij zijn van armoede: 
  • Genoeg geld hebben voor datgene wat je nodig hebt, zoals eten, kleren en een huis, zonder dat je je daar zorgen over hoeft te maken.
  • Dat alle mensen dezelfde kansen krijgen, ongeacht of ze rijk of arm zijn, zodat iedereen dezelfde mogelijkheden heeft om iets van diens leven te maken.

Slide 10 - Slide

De 'Four Freedoms'

Leg aan de klas uit wat de Four Freedoms zijn:

Tijdens de Tweede Wereldoorlog had Hitler een groot deel van Europa bezet en leefde veel mensen niet in vrijheid. Franklin Delano Roosevelt was toen President van de Verenigde Staten en wilde de bezette landen helpen.

Op 6 januari 1941 hield hij daarom een belangrijke toespraak waarin hij zei dat alle mensen over de hele wereld recht hebben op vrijheid. 

Vrijheid van:

Vraag bijvoorbeeld aan de klas: Waren mensen die in Nederland woonden in de Tweede Wereldoorlog vrij volgens deze vier kenmerken? (Laat leerlingen eventueel hun handen opsteken bij de verschillende kenmerken of zij denken dat deze van toepassing was.)

Stel dan de vervolgvraag: Zijn mensen die nu in Nederland wonen vrij volgens deze vier kenmerken? (Laat de leerlingen eventueel hun handen opsteken wanneer ze het ermee eens zijn.)
  • Leg uit dat er ook nu in Nederland mensen zijn die niet in vrijheid leven, zoals mensen die in armoede of angst leven, of mensen die zich niet vrij voelen om in Nederland hun geloof of mening te uiten.
  • Benoem ook dat het mogelijk is dat vrijheden met elkaar kunnen botsen. Bijvoorbeeld hoe er bij vrijheid van meningsuiting veel belediging en polarisatie plaatvind, sommige mensen weten niet wat de grens is binnen deze vrijheid. Ook bij vrijheid van geloof kunnen er uitsluitingen of conflicten ontstaan van en met personen die niet volgens de regels van een bepaald geloof leven.
Kijk voor meer info op: 4free-now.nl.

Slide 11 - Video

Fragment 2

Bekijk nu samen met je klas het tweede fragment uit de film en maak wederom duidelijk aan je leerlingen dat ze goed de Four Freedoms in hun achterhoofd moeten houden, zodat ze tijdens het kijken hun antwoord en voorbeelden kunnen opschrijven.
Aanpassingen in de verfilming
Martin legt uit waarom hij de eerste scène anders heeft verfilmd en benadrukt de vrijheid van creatieve keuzes.
Bespreking fragment 2
Welke van de Four Freedoms ontbreken er? 

Leg uit hoe je herkende dat een van de vier vrijheden ontbrak, geef voorbeelden uit het fragment.

Slide 12 - Slide

Bespreking fragment 2
  • Laat de leerlingen in hun schrift hun antwoorden uitwerken. Geef ze hier een paar minuten voor.
  • Bespreek vervolgens klassikaal de antwoorden en vraag de leerlingen om specifieke voorbeelden uit de film te benoemen waaruit blijkt dat het gekozen kenmerk ontbreekt.
  • In de volgende slide zal Martin ook een voorbeeld noemen.
Voorbeelden:
  • In het fragment is te zien dat er twee jongens met eten uit het huis van Michiel zijn familie rennen. Dit laat zien dat er in die periode veel mensen niet vrij van armoede waren en er een hongersnood was.
  • Ook is er in de Tweede Wereldoorlog (waarin de film zich afspeelt) geen vrijheid van geloof. Onder de Duitse bezetting werden de Joden vervolgd om hun geloofsovertuigingen, Roma en Sinti op basis van hun culturele achtergrond en andere mensen waren bijvoorbeeld niet vrij om de Joden en andere minderheden te steunen/helpen omdat ze dan zelf zouden worden opgepakt/vervolgd, de meeste mensen die in Nederland woonden waren dus niet vrij van angst.

Slide 13 - Video

Video 3: Martin geeft zijn antwoord

Martin legt uit hoe een van de Four Freedoms ontbrak in de Tweede Wereldoorlog op basis van het tweede fragment. Ook vraagt hij aan de klas wat vrijheid voor hen betekent.
Reflectie en Discussie
Bespreking van de maakopdracht en reflectie op de thema's oorlog, vrijheid en creatieve keuzes.
Reflectie
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 14 - Slide

Reflectie 

Bespreek en reflecteer kort met je klas wat er tijdens de les is geleerd over (on)vrijheid.

Vraag bijvoorbeeld wat ze vonden van de filmfragmenten en of ze benieuwd zijn naar de hele film. 

Kijk eventueel in een ander lesuur de hele film af op Schooltv.
Even klueren
timer
15:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Les 5
Zwanger...
en dan?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van deze les...
  • weet je hoe de bevruchting gaat.
  • kun je een verandering benoemen die moeder en kind ondergaan
  • weet je hoe het kindje leeft in de baarmoeder
  • heb je geleerd hoe een bevalling verloopt

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Eerst even een paar opfrisvragen....

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke anticonceptiemiddel moet om de 3 weken vervangen worden?
A
Spiraaltje
B
Anticonceptiering
C
Anticonceptiepleister
D
Anticonceptiestaafje

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Van welke SOA ('s )
kun je onvruchtbaar worden?
A
Aids, Hiv, Chlamydia
B
Chlamydia
C
Aids / Chlamydia
D
Aids / Hiv

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een condoom is niet veilig als ...
A
Het condoom voor het eerst gebruikt
B
Het condoom weggooit in het toilet
C
Het condoom gescheurd is

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Als je een condoom gebruikt kan je niemand zwanger maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zwanger....                                    
                                                                                                                                                                                                                             en dan...

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Embryonale ontwikkeling

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Placenta
plek waar voedings- en afvalstoffen worden gewisseld tussen kind en moeder.
Rode bloedcellen
kunnen niet hier doorheen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Placenta 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Navelstreng
is van de baby
2 navelstreng slagader
1 navelstreng ader
van het embryo naar de placenta

van de placenta naar het embryo

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Ontsluiting
Bij ontsluiting wordt de baarmoedermond wijder:
De baby kan er dan makkelijker uit.
De ontsluiting ontstaat door ontsluitingsweeën.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

bevalling

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Uitdrijving
Bij de uitdrijving wordt de baby uit het lichaam geperst.
Dit past maar net!

Uitdrijving vindt plaats door persweeën.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Weeën
Er zijn 3 soorten weeën:
Ontsluitingsweeën:  veroorzaakt ontsluiting
Persweeën                 : perst de baby eruit
Naweeën                     : perst de nageboorte eruit. Daarnaast                                                         zorgen naweeën ervoor, dat de                                                                       baarmoeder  de normale grootte weer                                                       krijgt

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nageboorte
Na de geboorte zit de placenta nog in de baarmoeder.
De vruchtvliezen en navelstreng zitten hier nog aan vast.
Tijdens de nageboorte komen deze naar buiten.
Nageboorte bestaat dus uit:
placent
Vruchtvliezen
Navelstreng

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Nageboorte
Placenta

 Navelstreng

 Vruchtvliezen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Samenvatten
Wat heb je geleerd of gedaan?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Afsluiten van de dag
opruimen
alles recht?
stoelen op tafel op dinsdag

Slide 42 - Slide

This item has no instructions