10.5 ongeslachtelijke voortplanting

Ongeslachtelijke voortplanting
Vegetatieve vermeerdering
10.5
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ongeslachtelijke voortplanting
Vegetatieve vermeerdering
10.5

Slide 1 - Slide

Planning
Herhaling 10.4
leerdoelen 10.5
uitleg 10.5
huiswerk

Slide 2 - Slide

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 3 - Drag question

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 4 - Drag question

Waar worden de stuifmeelkorrels gemaakt?
A
helmknop
B
helmdraad

Slide 5 - Quiz

In welk van deze gevallen spreken we van 'bestuiving'
A
geen
B
alleen 3
C
alleen 1 en 2
D
1, 2 en 3

Slide 6 - Quiz


Waar bevind zich de eicel van de plant?
A
Stamper
B
Vruchtbeginsel
C
Zaadbeginsel
D
Eierstok

Slide 7 - Quiz

Stamper
Stempel
Stijl
Vruchtbeginsel
Eicel
Zaadbeginsel
Sleep de nummers achter de namen naar de juiste plek in de afbeelding.
1
2
3
4
5
6

Slide 8 - Drag question

Welk werkwoord gebruiken we voor het proces waarbij het jonge plantje uit het zaadje komt?

Slide 9 - Open question

Heeft er in deze bloem bevruchting plaats gevonden?
A
Ja, 1 keer
B
Ja, meerdere keren
C
Nee en ook geen bestuiving
D
Nee, maar wel bestuiving

Slide 10 - Quiz

Wat voor een soort bloem is dit?
A
insectenbloem
B
windbloem

Slide 11 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat is de functie van de zaadlobben in het zaad?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
  1.  Stek - stukje van de plant afsnijden. 
  2.  Deling
  3. Uitlopers - stengels boven de grond, bv. aardbeien.
  4. Bol - ondergronds stuk  stengel, met rokken, tussen de rokken groeien klisters, die groeien uit tot nieuwe bollen. 
  5. Knol - ondergrondse uitlopers van stengels, bv. aardappel.
  6. Wortelstok - uit verdikkingen op wortelstokken groeien nieuwe plantjes.

Slide 15 - Slide

Waarmee kun je de afbeelding hiernaast mee vergelijken?
A
stek
B
bol
C
knol
D
wortelstok

Slide 16 - Quiz

Welke vorm van ongeslachtelijke voortplanting zie je hier?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 17 - Quiz

Waarmee kun je de afbeelding hiernaast mee vergelijken?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 18 - Quiz

Waarmee kun je de afbeelding hiernaast mee vergelijken?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Welke manier van vermeerderen staat hier afgebeeld?
A
stekken
B
veredelen

Slide 21 - Quiz

De kweker                      2 bloemen om met elkaar te                      .

De nakomelingen met de gewenste eigenschappen worden gebruikt om verder mee te                      .

Dit proces heet                      .
selecteert
kruisen
veredelen
kweken

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

De Judaspenning is een tweejarige plant. De plant draagt dit jaar bloemen en vruchten. In welke jaar bevindt de plant zich nu?
A
jaar 1
B
jaar 2

Slide 24 - Quiz

De Hop sterft in de winter boven de grond af en komt in het voorjaar weer op.
De lobelia is meestal niet winterhard. Dat houdt in dat de plant de winter niet overleefd.
Geef aan of de plant:                     ,                      of 
is.
eenjarig
tweejarig
overblijvend

Slide 25 - Drag question

De Hulst is een groenblijvende plant. Dat houdt in dat hij de hele winter zijn groene blad houdt. 
Het Vingerhoedskruid komt elk jaar weer ergens anders op. De plant bloeit pas na 1 jaar.
Geef aan of de plant:                     ,                      of 
is.
eenjarig
tweejarig
overblijvend

Slide 26 - Drag question

Van welke plant is dit de levenscyclus?
A
eenjarige
B
tweejarige
C
houtige
D
overblijvende

Slide 27 - Quiz

Van welke plant is dit de levenscyclus?
A
eenjarige
B
tweejarige
C
houtige
D
overblijvende

Slide 28 - Quiz

Een                            plant doorloopt 1 cyclus in            .

Een                            plant doorloopt                        in            .

Een                            plant doorloopt                        per jaar.
overblijvende
tweejarige
eenjarige
1 cyclus
2 cyclussen
1 jaar
2 jaar

Slide 29 - Drag question

Huiswerk:
Doornemen aantekeningen 10.4 en 10.5
Maken 10.5 af

Slide 30 - Slide