Klas 1 les 2 week 11

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met vervoer en de weg wijzen 

Wat ga je doen?

Ga naar Naslag Chapitre 6

Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 

met een vouw in het midden

links: Frans rechts: Nederlands

Beluister de uitspraak

de woorden/zinnen van voca A op

Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

- Heb ik de presentatie die ik de vorige les heb voorbereid, gedaan (Tâche chapitre 5).

- Heb ik feedback (tips en tops) van mijn klasgenoten ontvangen en mijn presentatie verbeterd

Afspraken groepswerk

1. Je gaat samen zitten met je groepje, tafels laten staan, alleen stoelen omdraaien indien nodig.

2. Als je een vraag hebt, stelt 1 iemand van het groepje de vraag (vinger opsteken) en wacht je tot de docent komt

3. Je gaat niet zomaar van je plek af, je blijft zitten op je stoel. Je praat op een normaal volume en alleen met jouw groepje.

4. Als de docent het aangeeft, ruimen we samen de klas op

We gaan naar

een filmpje 

kijken over 

feedback

Qu'est-ce qu'on va faire?

* Je gaat de presentatie (tâche chapitre 5) die je de vorige les hebt voorbereid, geven/presenteren. 

* De anderen luisteren en noteren in het Ned. wat je gezegd hebt en jullie kijken of dit klopt.

* Je geeft jouw klasgenoten feedback (tips en tops)

Klaar?

Ga aan de slag met het doen/maken/leren van de weektaak

Lesdoelen (buts)

Je sluit chapitre 5 af

Je maakt een plan van aanpak (wat moet je nog verbeteren/herhalen) voordat je de opdrachten van de weektaak doet/maakt.

Wat ga je doen?

Controleer of je alle opdrachten van chapitre 5 gemaakt hebt en begrijpt.

Als je alle opdrachten afgerond of herhaald hebt, ga je in het

digitale lesmateriaal de oefentoets (bilan) maken van chapitre 5

en je maakt een plan van aanpak

Ga in het digitale lesmateriaal naar

Chapitre 5

Bilan (= Oefentoets)

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire

In stilte werken zolang de timer loopt.

Ken ik het werkwoord être

à la prochaine!

;

                              

                              les déchets dans la poubelle

                              

                              restez à ta place jusqu'à 59/29

Samen zorgen we voor een fijne werkplek in het lokaal!