Klankgroepenwoord: tekendief en dubbelzetter

Klankgroepenwoord 10
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klankgroepenwoord 10

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

hoe schrijven we het woord ...........
volg het stappenplan 

Slide 3 - Slide

Stap 1
We verdelen het woord in klankgroepen 

(we klappen het woord in stukjes) 

Slide 4 - Slide

nu jij... 
Stappen
Klappen
reizen 
varen 
sprinten 

Slide 5 - Slide

Stap 2
                                                                             Ik bepaal de laatste klank

Slide 6 - Slide

nu jij.... 
stappen
klappen
reizen
varen 
sprinten

Slide 7 - Slide

Stap 3
                                                                           Bij welke groep hoort de                                                      laatste klank?

Slide 8 - Slide

            Stap 4
   Wat moet ik doen?
                Korte klank -> ik schrijf de medeklinker dubbel
Lange klank-> ik neem een stukje weg 
                    Tweetekenklank-> Ik schrijf het woord zoals ik het hoor
Medeklinker -> Ik schrijf het woord zoals ik het hoor

Slide 9 - Slide

Stap 1
Lopen ( stukjes klappen)
A
lo - pen
B
l-open
C
lop-en
D
lope-n

Slide 10 - Quiz

Lo-pen 

Slide 11 - Slide

Welke klank HOOR ik bij mijn klankgroep lo?
A
oe
B
o
C
oo
D
ee

Slide 12 - Quiz

Je hoort de oo

Slide 13 - Slide

Bij welke groep hoort de oo?
A
korte klank
B
lange klank
C
tweetekenklank
D
medeklinker

Slide 14 - Quiz

De oo hoort bij de lange klank

Slide 15 - Slide

Wat moet ik doen bij de lange klank?
A
ik roof en ik steel, één letter teveel
B
schrijf het woord zoals je het hoort
C
hé, doe je mee, ik geef je er twee

Slide 16 - Quiz

De tekendief is de baas

Lo-pen
Lo(o)-pen
Ik haal er eentje weg -> lopen 

Slide 17 - Slide

Stap 1
stappen (stukjes klappen)
A
stappe - n
B
s - tappen
C
stap - en
D
sta - pen

Slide 18 - Quiz

sta-pen 

Slide 19 - Slide

Welke klank HOOR ik bij mijn klankgroep sta?
A
aa
B
a
C
o
D
ee

Slide 20 - Quiz

Je hoort de a

Slide 21 - Slide

Bij welke groep hoort de a?
A
korte klank
B
lange klank
C
tweetekenklank
D
medeklinker

Slide 22 - Quiz

De a hoort bij de korte klank

Slide 23 - Slide

Wat moet ik doen bij de korte klank?
A
ik roof en ik steel, één letter teveel
B
schrijf het woord zoals je het hoort
C
hé, doe je mee, ik geef je er twee

Slide 24 - Quiz

De dubbelzetter is de baas

sta-pen
de medeklinker in het midden is de p
dubbel de medeklinker -> stappen 

Slide 25 - Slide

klangroepenwoorden met een lange klank

Slide 26 - Mind map

klankgroepenwoorden met een korte klank

Slide 27 - Mind map