Boekvergelijking les 2 - Middenstuk, slot en fictiebegrippen

Boekvergelijking - les 2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Boekvergelijking - les 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • (1) Ik weet hoe een betoog is opgebouwd (inleiding, middenstuk, slot) 
  • (2) Ik kan het schrijfplan invullen.
  • (3) Ik kan fictiebegrippen gebruiken t.b.v. de argumentatie in mijn middenstuk.
  • (4) Ik weet welke signaalwoorden ik kan gebruiken (in mijn middenstuk).

Slide 2 - Slide

1. We kijken nu de volgende video over de 'opbouw' van een betoog...

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Goed schrijven gaat in 4 stappen
  1. Oriënteren
  2. Voorbereiden
  3. Schrijven
  4. Herschrijven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

2. Schrijfplan
Bekijk jouw Schrijfplan voor de Literatuuropdracht.
Download het Schrijfplan.
Maak aantekeningen.


Slide 10 - Slide

Inhoud Schrijfplan
Bij het invullen van het Schrijfplan ben je eerst bezig met stap 1 (oriënteren).
In het Schrijfplan zet je namelijk het:
Onderwerp
  •  In een paar woorden waar de hele tekst over gaat.
Hoofdgedachte:
  • In een zin wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.  Bij een betoog geeft de schrijver aan wat hij van het onderwerp vindt.
  • Boek X is van betere literaire kwaliteit dan boek Y.
  • Boek X is een literair meesterwerk en boek Y is dat niet.
  • Boek X is een literair meesterwerk en boek Y is meer lectuur.
Tekstdoel:
  • Welk doel heeft de tekstvorm van een betoog? --> Overtuigen!
Publiek:
  • Je schrijft op voor welk publiek je schrijft. Dit is belangrijk omdat je jouw taalgebruik hierop wilt aanpassen in het betoog.

Slide 11 - Slide

Inhoud Schrijfplan
Daarna ga je in het bouwplan aan de slag met het nadenken over de inleiding, het middenstuk en het slot (stap 2 voorbereiden).

Je literatuuropvatting

Je introduceert kort én krachtig beide boeken.
Je werkt toe naar een standpunt waarin jouw literaire opvatting naar voren komt (hoofdgedachte van jouw betoog).



Slide 12 - Slide

Inhoud Schrijfplan [vervolg]
Daarna ga je verder werken aan de ‘kern’ oftewel het middenstuk van jouw betoog.
  • In de kern van jouw betoog formuleer jij verschillende deelonderwerpen.

  • Per deelonderwerp bedenk je één goed argument. Dit argument schrijf je op als kernzin van deze alinea.
  • Om jouw argument (de kernzin) te ondersteunen geef je een toelichting of voorbeelden.

Slide 13 - Slide

Inhoud Schrijfplan [vervolg]
In het slot herhaal je jouw standpunt nog eens (de hoofdgedachte) en kies je één van onderstaande opties om het onderwerp af te sluiten:
0 conclusie
0 samenvatting
0 advies


Je schrijft een aantal steekwoorden op over de afsluiting van het onderwerp.
Je bedenkt een laatste zin die erg pakkend is voor jouw lezer!


Slide 14 - Slide


Voorbeeld argument
"In de eerste plaats zorgt het meervoudig perspectief in Boek X voor ontzettend veel spanning. Het boek is niet geschreven vanuit één persoon, maar vanuit meerdere personages. Zo volg je als lezer Lars, de rechercheur, die probeert om de moord op Wessel op te lossen en je volgt Tim, de moordenaar, die steeds op jacht is naar zijn volgende slachtoffer. Als lezer weet je door dit perspectief meer dan de personages zelf en dat zorgt voor een bepaalde puzzel van de verhaallijnen en een opbouw in de complexiteit van de gebeurtenissen. "Alleen Tim wist dat zijn volgende slachtoffer een vrouw zou zijn." 1 Dit in tegenstelling tot boek Y waarbij...

 1. Sikking, T.  (2022). Het ATC bloedt. Hilversum: Coutinho.

Slide 15 - Slide

"Op de eerste plaats zorgt het meervoudig perspectief in Boek X voor ontzettend veel spanning. Het boek is niet geschreven vanuit één persoon, maar vanuit meerdere personages. Zo volg je als lezer het Lars, de rechercheur, die probeert om de moord op Wessel op te lossen en je volgt Tim, de moordenaar, die steeds op jacht is naar zijn volgende slachtoffer. Als lezer weet je door dit perspectief meer dan de personages zelf en dat zorgt voor een bepaalde puzzel van de verhaallijnen en een opbouw in de complexiteit van de gebeurtenissen. "Alleen Tim wist dat zijn volgende slachtoffer een vrouw zou zijn." [voetnoot 1]

 1. Sikking, T.  (2022). Het ATC bloedt. Hilversum: Coutinho.
Signaalwoorden opsomming
Literair begrip
Literair begrip
Kernzin
Uitleg/toelichting bij kernzin

Slide 16 - Slide

3. Herhaling fictiebegrippen

Slide 17 - Slide

Een greep uit enkele fictiebegrippen
  • Spanning
  • Meervoudig vertelperspectief
  • Alwetende verteller
  • Ik-perspectief
  • Hij/zij-perspectief (personale vertelinstantie)
  • Vertelde tijd
  • Vertel tijd
  • Flashback
  • Flashforwards
  • Flat Character / Round Character

  • Motieven
  • Thema's
  •  Tijdlijn
  • Chronologisch
  • Niet-chronologisch
  • Betrouwbaarheid van het perspectief
  • Ruimtes/ruimten
  • Open einde
  • Setting
  • Schrijfstijl
Enzovoorts.

Slide 18 - Slide


Aan de slag! Oefening


Wat? Open jullie Schrijfplan in Word. Vul het Schrijfplan in over de door jou gekozen boeken. Denk aan de eisen van de opdracht.
Hoe? Voor jezelf.
Tijd? 20 minuten.
Daarna? Enkele schrijfplannen klassikaal bespreken.

Één les voor de toets vul je met pen en papier het definitieve Schrijfplan in. Schrijfplan mag je meenemen naar de toets. Tijdens de toets Betoog zelf schrijven.



timer
15:00

Slide 19 - Slide

4. Gebruik signaalwoorden in betoog


Weet je het nog?

Slide 20 - Slide

In jullie betoog kun je de volgende signaalwoorden gebruiken...

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Tot slot
Aan de slag!


Wat? Open opnieuw jullie Schrijfplan in Word. Noteer bij ieder onderdeel in het Schrijfplan (iedere alinea) welke signaalwoorden je van plan bent te gaan gebruiken. Gebruik hiervoor slides 46 t/m 50 van deze les.
Hoe? Voor jezelf.
Tijd? 10 minuten.
Daarna? Klassikale terugkoppeling en afsluiting les.



timer
10:00

Slide 27 - Slide

Einde les
Vooruitblik...

Beeldspraak en stijlfiguren tijdens de volgende les


Slide 28 - Slide