poster 15

woorden
auteur
evenals
tenminste
oorspronkelijk
verlopen
indeling
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

woorden
auteur
evenals
tenminste
oorspronkelijk
verlopen
indeling

Slide 1 - Slide

de auteur = schrijver/schrijfster van boeken

Annie M.G. Schmidt heeft het boek 'Floddertje' geschreven. Zij is de auteur ervan.

De auteur van ons geschiedenisboek is ook leraar op onze school.

Slide 2 - Slide

evenals = net als
Sam is bang voor water evenals zijn broer. Ze durven allebei niet te zwemmen.

Het konijn behoort evenals de hamster tot de knaagdieren.

Slide 3 - Slide

tenminste = minstens, in ieder geval
Er zijn tenminste dertig mensen op de bruiloft. Het kunnen er ook wel veertig zijn.

De meester zegt: "Jullie moeten tenminste drie vragen bij de tekst maken. Als je tijd over hebt, maak je er meer."

Slide 4 - Slide

oorspronkelijk = in het begin
Deze fiets was oorspronkelijk van mijn zus. Nu is hij van mij.

Lyla woonde oorspronkelijk in Libië. Nu woont zij in Nederland.


Slide 5 - Slide

verlopen = voorbijgaan, gebeuren
Het feestje van Sara verloopt naar wens. Er zijn tot nu toe geen vervelende dingen gebeurd.

De juf zegt: "Dankzij jullie goede gedrag is het schoolreisje zonder problemen verlopen."

Slide 6 - Slide

de indeling = de manier waarop iets verdeeld is
De indeling van de supermarkt is als volgt: eerst kom je langs de groente, dan langs het brood en tenslotte langs het vlees.

De indeling van het aardrijkskundeboek is als volgt: eerst is er een hoofdstuk over Nederland en dan een hoofdstuk over Europa.

Slide 7 - Slide

De bekende ............ heeft een nieuw boek uitgebracht.
A
zanger
B
presentator
C
toneelspeler
D
auteur

Slide 8 - Quiz

Hans heeft bruin haar, ............ zijn vader.
A
evenals
B
niet
C
samen met
D
meer dan

Slide 9 - Quiz

Nour mag .................. vier vrienden uitnodigen voor zijn verjaardag. Het kunnen er ook meer zijn.
A
maximaal
B
precies
C
tenminste
D
ongeveer

Slide 10 - Quiz

Het gebouw was .............. een kerk. Later is het gebouw verbouwd tot moskee.
A
nooit
B
altijd
C
oorspronkelijk
D
eindelijk

Slide 11 - Quiz

De periode waarin je het boek kunt bestellen is ................. Het boek is nu niet meer te koop.
A
verlengd
B
voorbijgegaan
C
begonnen
D
uitgelopen

Slide 12 - Quiz

De ............. van mijn huis is als volgt: er is een woonkamer, een keuken, een badkamer en er zijn twee slaapkamers.
A
indeling
B
vorm
C
volgorde
D
ruimte

Slide 13 - Quiz

Welke woorden heb je
vandaag geleerd?

Slide 14 - Mind map