Een inleiding kan verschillende functies hebben. Het is belangrijk om de aandacht van de lezer te trekken en het onderwerp te introduceren. Daarnaast eindig je bij een betoog de inleiding altijd met een stelling. (Je stelt in een betoog geen vraag als stelling!)
Onderwerp introderen met 5W-vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom
Slide 18 - Slide
Voorbeeld inleiding
alinea 1:
Gefrituurde sprinkhanen, gebakken kevers en gedroogde maden: het zijn geen bijzonderheden op de vele markten in Aziatische landen. Voor tachtig procent van de bevolking zijn gefrituurde wespen en andere insecten lekkernijen. In Nederland is dit eerder een uitzondering dan gewoonte. Wij trekken al snel vieze gezichten bij de gedachte om insecten te eten. Toch moet er een oplossing worden bedacht voor de vleesindustrie. Insecten vormen een prima alternatief voor vlees.
Slide 19 - Slide
Middenstuk
In het middenstuk onderbouw je jouw standpunt met argumenten. Een volledige argumentatie bestaat uit:
Een argument
Een onderbouwing/uitleg van het argument + verwijzing naar bronnen
Een voorbeeld (Dit is niet verplicht, maar versterkt een argument vaak wel.)
Voor deze opdracht gebruiken wij alleen voorargumenten. Volgend jaar gaan wij in op het weerleggen van tegenargumenten.
Slide 20 - Slide
Voorbeeld middenstuk
alinea 2:
Ten eerste is het eten van insecten een stuk beter voor het milieu, aldus hoogleraren Marcel Dicke en Arnold van Huis. Voor de productie van eetbaar insectenvlees is namelijk twaalf keer minder voer en grond nodig dan voor de traditionele vleesproductie. Ook worden er bij de productie van insectenvlees honderd keer minder broeikasgassen uitgestoten dan bij de productie van rund- of varkensvlees. Dit komt uit het onderzoek van de consumentenbond naar voren.
Slide 21 - Slide
Voorbeeld middenstuk
alinea 3:
Ten tweede [argument 2] + onderbouwing
Waar moet je op letten:
Maak gebruik van signaalwoorden.
Verwijs in de tekst naar bronnen.
Slide 22 - Slide
Slot
In het slot herhaal je jouw standpunt, geef je een samenvatting van de argumentatie en verwijs je terug naar de inleiding. Door terug te komen op de inleiding maak je de tekst rond. Zorg daarbij voor een pakkende laatste zin.
Slide 23 - Slide
Voorbeeld slot
Alinea 4:
Kortom, insecten vormen een prima alternatief voor vlees, omdat het beter is voor het milieu en [argument 2]. Hopelijk zetten veel Nederlanders de stap van "griezelig" naar "uitdagend", zodat er in de zomer geen worstjes maar sprinkhanen op de barbecue liggen.
Slide 24 - Slide
Wat gaan we ermee doen?
Aankomende week schrijf je een betoog van 300 woorden.
Het betoog lever je in via de ELO.
De docent maakt een digitale omgeving waarin de betogen komen te staan.
Na de vakantie gaan we elkaar commentaar geven op de betogen. (Denk hierbij aan de commentaar mogelijkheden bij blogs, opiniesites, krantensites, etc.)