Ontdekking van Aggregatietoestanden

Ontdekking van Aggregatietoestanden
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdekking van Aggregatietoestanden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de drie aggregatietoestanden identificeren en beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over aggregatietoestanden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn aggregatietoestanden?
Aggregatietoestanden zijn de verschillende fases waarin materie kan bestaan: vast, vloeibaar en gasvormig.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vast
In de vaste toestand hebben de deeltjes weinig beweging en zijn dicht op elkaar gepakt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vloeibaar
Vloeistoffen hebben meer beweging dan vaste stoffen en kunnen de vorm van hun container aannemen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gasvormig
In de gasfase bewegen de deeltjes snel en vullen ze de ruimte volledig op.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Veranderingen tussen toestanden
Materie kan van de ene aggregatietoestand naar de andere veranderen door verwarming of koeling.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen in het dagelijks leven
Aggregatietoestanden zijn overal om ons heen, bijvoorbeeld in koken, bevriezen, verdampen en meer.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
We hebben geleerd over de drie aggregatietoestanden: vast, vloeibaar en gasvormig, en hoe materie kan veranderen tussen deze toestanden.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.