What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Voegwoorden
Voegwoorden
1. En, maar, want, dus
of
2. Omdat, als
Begin les
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voegwoorden
1. En, maar, want, dus
of
2. Omdat, als
Begin les
Slide 1 - Slide
In deze les leer je:
* Je leert wat de voegwoorden betekenen in een zin.
* Je leert wat ze doen met de volgorde van de woorden in de zin.
Slide 2 - Slide
Herhaling Hoofdzinnen
1
Wie of wat
2a
Eerste werkwoord
3
Rest
2b
Tweede werkwoord
Ik
woon
in Nederland.
Ik
ga
volgende maand
verhuizen.
Belangrijk: In een hoofdzin staat het eerste werkwoord
altijd
op de tweede plaats.
Herhaling hoofdzinnen
Slide 3 - Slide
Twee hoofdzinnen
1. Voegwoorden: en, maar, want, dus, of
Hoofdzin 1
voegwoord
hoofdzin 2
De woonkamer
is
groot
en
de keuken
is
nieuw.
Ik
ben
ziek
,
dus
ik
ga
niet werken.
Ik
fiets
naar mijn werk
of
ik
ga
met de bus.
Ik
vind
school niet leuk
,
maar
ik
leer
wel veel.
Hij
gaat
met de bus
,
want
zijn fiets
is
kapot.
Slide 4 - Slide
Voegwoord ''en''
Hoofdzin 1
voegwoord
hoofdzin 2
De woonkamer
is
groot
en
de keuken
is
nieuw.
Voegwoord ''en''
En = Je praat over twee dingen.
Opdracht:
ga naar de Classroom en open ''Opdrachten bij Lesson Up over voegwoorden''. Maak opdracht 1.
Slide 5 - Slide
Voegwoord ''en''
Hoofdzin 1
voegwoord
hoofdzin 2
Ik
ben
ziek
,
dus
ik
ga
niet werken.
Voegwoord ''dus''
Dus = Je praat over iets wat logisch na iets anders gebeurt.
Opdracht:
Maak opdracht 2 op de Classroom.
Slide 6 - Slide
Voegwoord ''en''
Hoofdzin 1
voegwoord
hoofdzin 2
Ik
fiets
naar mijn werk
of
ik
ga
met de bus.
Voegwoord ''of''
of = Je kunt tussen twee dingen kiezen.
Opdracht:
Maak opdracht 3 op de Classroom.
Slide 7 - Slide
Voegwoord ''en''
Hoofdzin 1
voegwoord
hoofdzin 2
Ik
vind
school niet leuk
,
maar
ik
ga
leer wel veel.
Voegwoord ''maar''
Maar = Je praat over een tegenstelling of twee dingen die niet logisch zijn.
Opdracht:
Maak opdracht 4 op de Classroom.
Slide 8 - Slide
Voegwoord ''en''
Hoofdzin 1
voegwoord
hoofdzin 2
Hij
gaat
met de bus
,
want
zijn fiets
is
kapot.
Voegwoord ''want''
Want = Je geeft een reden.
Opdracht:
Maak opdracht 5 op de Classroom.
Slide 9 - Slide
Conclusie
Wat gebeurt er met de
woordvolgorde
bij de voegwoorden: dus, want, of, en, maar?
Opdracht:
Maak opdracht 6 op de Classroom.
Slide 10 - Slide
2
omdat
als
Slide 11 - Slide
Hoofdzin en een bijzin
Hoofdzin
voeg
woord
1 wie of wat
3 rest
2 werkwoorden
Ik ben moe
,
omdat
ik
ziek
ben
.
Het is warm
,
als
de zon
schijnt
.
Slide 12 - Slide
Hij koopt een auto, als hij genoeg geld heeft.
De hoofdzin is:
A
Hij koopt een auto
B
als hij genoeg geld heeft
Slide 13 - Quiz
Voegwoorden ''omdat'' ''als''
Voegwoorden ''omdat'' ''als''
Hoofdzin
voeg
woord
1 wie of wat
3 rest
2 werkwoorden
Ik ben moe
,
omdat
ik
ziek
ben
.
Het is warm
,
als
de zon
schijnt
.
Omdat =
waarom
je iets doet of
waarom
iets gebeurt.
Als =
wanneer
je iets doet of
wanneer
iets gebeurt.
Opdracht:
Maak opdracht 7 op de Classroom.
Slide 14 - Slide
Klaar!
Lever de opdrachten in op de classroom!
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Hoofdzinnen of bijzinnen?
July 2021
-
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3TL periode 1 les 19 en 20
July 2025
-
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3TL periode 1 les 21
July 2025
-
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1.3 Communicatie
June 2022
-
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 7
September 2024
-
33 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
November 2024
-
47 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
Groep 4 | taal | voegwoorden
November 2024
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
NTC DEF@ctO nl E.E
13.4 dl2 + 13.3 In evenwicht verdieping
February 2025
-
23 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5