Les 2 08052025- Carrousel en waslabels

1 / 38
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Carrousel en de was doen.......

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Jassen uit over de stoel. 
  • Oordopjes uit.
  • Kauwgom uit.
  • Telefoon in zakkie in je tas.
  • Tas op de grond onder je tafel.
  • Ga op je plek zitten.
timer
3:00

Slide 5 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen bespreken.
  • Carrousel
  • Nabespreken Carrousel
  • Denken - Duo - Delen
  • Theorie Wassen
  • Opdracht waslabels. 
  • Nabespreken opdracht. 
  • Terugblikken lesdoelen en les.
  • Afsluiting les.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

           Lesdoelen
  1. Na de les kan ik linnengoed strijken volgens de opgestelde criteria. (R)
  2. Na de les kan ik een ruimte schoonmaken volgens de opgestelde criteria. (T2)
  3. Na de les kan ik in mijn eigen woorden uitleggen wat waslabels zijn. (R)
  4. Na de les kan ik verschillende waslabels herkennen. (T1)

Slide 8 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Carrousel
 Linnengoed Strijken:

Ecrin en Lina
Klas meneer Roos:

Adam – Intisar - Oliwia
Aula schoonmaken:

Efnen – Latka - Princes
Klas meneer Mouttahid:

Elisa – Ibrahim - Stefano
Fitness schoonmaken:

Anton – Medinah - Mikiele
Klas mevrouw Poort:

Alperen – Mayar - Zoyaan

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe zijn de praktijkopdrachten uitgevoerd?
  • Welk taak heb je gedaan?
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed?
  • Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Denken Duo Delen
Welke taken horen bij het doen van de was?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je dit?
-Waar wordt dit voor gebruikt?
-Waar in het lokaal kun je dit vinden?
-Heb je dit thuis ook?
-Waar staat dit bij jou thuis?
-Wie gebruikt dit vaak bij jou thuis?



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je dit?
-In welke apparaat stop je dit?
-Wanneer doe je dat in dat apparaat?
-Wat gebeurd als je dit in het apparaat stopt?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je dit?
-Wat kun je hierin doen?
-Waarom is dit handig?
-Waar in het lokaal kun je dit vinden?
-Heb je dit thuis ook?
-Waar staat dit bij jou thuis?
-Wie gebruikt dit vaak bij jou thuis?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je dit?
-Waar kun je dit vinden?
-Wat betekent het?
-Waarom is het belangrijk om dit te begrijpen?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Waar let je op als je de was gaat sorteren?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
De soort stof
B
De kleur
C
Het waslabel
D
Het patroon op de stof

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke was mag bij de witte was?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was je donkere en zwarte was ook apart?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Welke was mag bij de fijne was?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Mag je alles in de wasmachine wassen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet je de zakken controleren?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Er kan nog iets inzitten wat niet nat mag worden
B
Er kan een gat in zitten
C
Er kan nog geld in zitten
D
Dat hoeft niet

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waarom keer je kleding met
opdruk of versiering binnenste
buiten voor het wassen?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Welke informatie vind je op de etiketten in je kleding?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Hoe je het moet opvouwen
B
Hoe je het moet wassen
C
Van welke stof het gemaakt is
D
Hoe je het moet drogen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe weet je hoeveel was je in de wasmachine kan doen?
-Kijk naar het plaatje hiernaast.


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Wat betekent dit
wassymbool?
A
Op 30° wassen in de machine
B
Met de hand wassen
C
Op 60° wassen in de machine
D
Op een antikreukprogramma wassen in de machine

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit
wassymbool?
A
Wassen op 30° met normaal programma
B
Wassen op 30° met anti kreuk programma
C
Wassen op 30° met een speciaal programma
D
Wassen op 30° met de hand

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Mag dit kledingstuk
gewassen worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoe moet dit kledindstuk
gewassen worden?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welk symbool geeft aan hoe je moet drogen?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Niet drogen
B
Drogen op lage temeratuur
C
Drogen op normale temperatuur
D
Liggend laten drogen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 1: Observeren van non-verbale communicatie
timer
20:00
Tijd:
20 minuten
Hoe:
Alleen of met je buurman/buurvrouw
Hulp:
Brein - internet - buur- docent
Uitkomst:
Je kan waslabels herkennen en benoemen
Wat:
Je gaat de werkbladen maken die je van de docent hebt gekregen
Klaar:
Geef bij de docent aan dat je klaar bent en wacht op de vervolginstructie. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken les

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Terugkijken op de leerdoelen:
  1. Na de les kan ik linnengoed strijken volgens de opgestelde criteria. (R)
  2. Na de les kan ik een ruimte schoonmaken volgens de opgestelde criteria. (T2)
  3. Na de les kan ik in mijn eigen woorden uitleggen wat waslabels zijn. (R)
  4. Na de les kan ik verschillende waslabels herkennen. (T1)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions


Slide 36 - Open question

This item has no instructions


Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

This item has no instructions

Wees jezelf! Een origineel is altijd meer waard dan een kopie.....

Slide 38 - Slide

This item has no instructions