Beaufort 5 - C.10 Et avec ça? - les 2

Hallo kinderen.
Vandaag gaan we verder met onze les 
'Et avec ça? Dit betekent 'Nog iets?'

We gaan onze woordjes nog eens inoefenen en een nieuw stukje leren over de ontkenning.
Klaar?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransLager onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hallo kinderen.
Vandaag gaan we verder met onze les 
'Et avec ça? Dit betekent 'Nog iets?'

We gaan onze woordjes nog eens inoefenen en een nieuw stukje leren over de ontkenning.
Klaar?

Slide 1 - Slide

We gaan eerst nog eens aandachtig luisteren naar naar het filmfragment. Volg ondertussen de tekst mee op p. 78.
Doe dit zeker 2 keer.

Lees hem dan zelf zeker 2 keer luidop.

Beaufort C.10 Et avec ça?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Neem je boek op p. 79 en lees de nieuwe woordjes en structuren met de vertaling ook nog eens.
Doe dit zeker 2 keer luidop.
Bedoeling is dat je deze nu uit het hoofd leert.
 

Slide 4 - Slide

Op de volgende slides krijg je een paar vertaaloefeningen.
Antwoord ze zonder te spieken.

Veel succes!

Slide 5 - Slide

Geef de betekenis van:
l'eau


Slide 6 - Open question

Geef de betekenis van:
un rayon


Slide 7 - Open question

Geef de betekenis van:
une vendeuse


Slide 8 - Open question

Geef de betekenis van:
désirer


Slide 9 - Open question

Geef de betekenis van:
trente


Slide 10 - Open question

Geef de betekenis van:
une brique


Slide 11 - Open question

Geef de betekenis van:
un jeune homme


Slide 12 - Open question

Geef de betekenis van:
une orange


Slide 13 - Open question

Geef de betekenis van:
coûter


Slide 14 - Open question

Geef de betekenis van:
et avec ça?


Slide 15 - Open question

Geef de betekenis van:
un article


Slide 16 - Open question

Geef de betekenis van:
un demi-kilo


Slide 17 - Open question

Geef de betekenis van:
un jus de fruits


Slide 18 - Open question

Geef de betekenis van:
jeune


Slide 19 - Open question

Geef de betekenis van:
lire


Slide 20 - Open question

Goed gelukt? Prima
Nog niet zo goed? Blijven herhalen, dat weet je wel.

Oké, we gaan nu naar 'mijn taalboetiek' p. 80.
We leerden al om zinnetjes negatief te maken met ne..pas en ne...plus.
Nu komt er nog een stapje bij.
Als iemand vraagt: Tu as un frère?
antwoord je NIET:   Je n'ai pas un frère.
maar WEL:                Je n'ai pas de frère.
Na een ontkenning wordt un - une - des: de
behalve na het werkwoord être.
Lees goed de roze  kader in je boek.

Slide 21 - Slide

nog eens een voorbeeldje:
iemand vraagt:  Tu as une copine?
Je zegt NIET:       Je n' ai pas une copine? 
maar WEL:           Je n'ai pas de copine.

en met het werkwoord être??
daar gebeurt het niet.
  • iemand vraagt: C'est une boisson?
     je antwoordt:     Non, ce n'est pas  une boisson.
  • iemand vraagt: C'est un copain?
     je antwoordt:     Ce n'est pas un copain.
Opgelet! dit is enkel voor un of une en dus niet voor le of la.

Slide 22 - Slide

Nu maken we de oefeningen op p. 80 en 81: 'we oefenen mijn taalboetiek'.

Neem er een proper gelijnd blaadje bij dat je ook in je map gaat steken.
De eerste 5 zinnen zijn al opgelost.
Lees de vraag (en vertaal) en daarna het antwoord (en vertaal).
De volgende vragen lees je (en vertaal je) en je noteert het antwoord op je blaadje. Je controleer a.h.v. de verbetersleutel.

Die vind je op de volgende slide.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Neem een foto van je oefeningen en stuur deze door.

Slide 25 - Open question

Einde van deze les.
Probeer regelmatig de tekst en de woordjes te herhalen.
De rest van de oefeningen doen we in een volgende les.
A bientôt!


Slide 26 - Slide