De gevolgen van Urbanisatie en Megasteden AI

De gevolgen van Urbanisatie en Megasteden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De gevolgen van Urbanisatie en Megasteden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Begrijpen wat urbanisatie en suburbanisatie is
- Kennis hebben van de verschillende soorten steden
- Inzicht krijgen in de nadelen van megasteden

Slide 2 - Slide

Leg uit dat de studenten aan het einde van de les deze doelen moeten begrijpen.
Wat weet jij al over steden en urbanisatie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is urbanisatie?
Urbanisatie is de verstedelijking van een gebied, waarbij steeds meer mensen in steden gaan wonen.

Slide 4 - Slide

Vraag aan de studenten of zij weten wat urbanisatie is en leg kort uit waar het over gaat.
Wat is suburbanisatie?
Suburbanisatie is het tegenovergestelde van urbanisatie. Hierbij verlaten mensen de stad om in de buitenwijken te gaan wonen.

Slide 5 - Slide

Leg uit dat suburbanisatie vaak voorkomt bij mensen die de drukte van de stad willen ontvluchten.
Wereldstad
Een wereldstad is een stad die van wereldbelang is op het gebied van economie, cultuur en politiek.

Slide 6 - Slide

Vraag aan de studenten of zij weten wat een wereldstad is en leg kort uit waar het over gaat.
Megastad
Een megastad is een stad met meer dan tien miljoen inwoners.

Slide 7 - Slide

Vraag aan de studenten of zij weten wat een megastad is en leg kort uit wat het inhoudt.
Hoofdstad
Een hoofdstad is de belangrijkste stad van een land. Hier zetelt de regering en worden belangrijke beslissingen genomen.

Slide 8 - Slide

Leg uit dat een hoofdstad vaak de belangrijkste stad van een land is, maar niet altijd de grootste stad.
Nadelen van Megasteden
- Luchtvervuiling
- Verkeersopstoppingen
- Hoge criminaliteit
- Gebrek aan ruimte en groen
- Ongezonde leefomstandigheden

Slide 9 - Slide

Bespreek de nadelen van megasteden en vraag de studenten om voorbeelden te geven.
Voorbeeld van megasteden
Enkele voorbeelden van megasteden zijn: Tokyo, Delhi, Shanghai, Sao Paulo, Istanbul en Beijing.

Slide 10 - Slide

Laat een kaart zien met de locaties van de genoemde megasteden en bespreek kort hun kenmerken.
Urbanisatie in Nederland
In Nederland is ongeveer 92% van de bevolking verstedelijkt. De grootste steden zijn Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Slide 11 - Slide

Leg uit dat Nederland een sterk verstedelijkte samenleving is en bespreek kort de grootste steden.
Voorbeeld van suburbanisatie
Een voorbeeld van suburbanisatie is de Randstad. Hierbij trekken mensen weg uit de stad en gaan ze in de omliggende gebieden wonen.

Slide 12 - Slide

Laat een kaart zien van de Randstad en bespreek kort waarom mensen daar naartoe trekken.
Opdracht
Verdeel de klas in groepjes en laat hen discussiëren over de voor- en nadelen van stedelijk wonen. Laat elke groep hun bevindingen presenteren.

Slide 13 - Slide

Geef duidelijke instructies over de opdracht en de presentatie.
Conclusie
Steden kunnen voordelen bieden, zoals werkgelegenheid en cultuur, maar ook nadelen, zoals luchtvervuiling en criminaliteit. Het is belangrijk om deze aspecten in overweging te nemen bij het maken van keuzes over waar te wonen.

Slide 14 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het overwegen van de voor- en nadelen van stedelijk wonen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.