This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Examentraining Lezen 3F
Slide 1 - Slide
Lezen
Lees de tekst 'de grens tussen robot en mens' globaal door.
Slide 2 - Slide
1. Wat is de hoofdgedachte van de hele tekst? (zie alinea 2 en de slotalinea)
A
Robots vervangen steeds vaker menselijke zorgverleners.
B
Technologie moet zich aanpassen aan menselijke grenzen en waarden.
C
Robots kunnen beter emoties meten dan mensen.
D
Robots zullen nooit echte relaties kunnen vormen.
Slide 3 - Quiz
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is wat de schrijver belangrijkste boodschap vindt. In de inleiding en slot zie je dat het steeds gaat over hoe mensen zelf controle moeten houden over wat technologie doet. Dat is de kern.
Slide 4 - Slide
2. Welk argument gebruikt de schrijver om te laten zien dat grenzen belangrijk zijn? (zie alinea 1)
A
Robots zijn handig en efficiënt.
B
Robots kunnen gezelschap bieden.
C
Robots kunnen beslissingen nemen zonder toestemming.
D
Robots zijn goedkoper dan mensen.
Slide 5 - Quiz
Argument
Een argument is een reden waarom iets belangrijk is. De schrijver geeft als voorbeeld dat een robot zonder jouw toestemming eten bestelt. Dat laat zien waarom het belangrijk is om grenzen te stellen.
Slide 6 - Slide
3. Wat is volgens de tekst de aanleiding voor het schrijven van dit artikel? (zie alinea 3)
A
Een onderzoek over robottechnologie in Japan.
B
Een persoonlijke ervaring met een zorgrobot.
C
De toenemende inzet van sociale robots in de zorg.
D
Een nieuwe wet over dataprivacy.
Slide 7 - Quiz
Aanleiding
De aanleiding is de reden waarom dit artikel nu geschreven is. De schrijver noemt dat robots al in veel huizen zijn en steeds vaker in zorgsituaties worden gebruikt. Dat is de aanleiding.
Slide 8 - Slide
4. Wat is het standpunt van de schrijver? (zie alinea 2)
A
Robots moeten verboden worden in de zorg.
B
Emotionele interactie met robots is schadelijk.
C
We moeten duidelijke grenzen stellen aan robots.
D
Robots mogen beslissingen nemen over mensen.
Slide 9 - Quiz
Standpunt
Een standpunt is een mening. De schrijver vindt dat we moeten nadenken over grenzen stellen. Dat zegt hij in het begin, midden en eind van de tekst.
Slide 10 - Slide
5. Welke zin bevat een voorbeeld? (zie alinea 1)
A
"Robots worden steeds vaker ingezet in huiselijke en zorgomgevingen..."
B
"Stel je komt thuis en robotassistent Alex begroet je."
C
"In menselijke relaties is het respecteren van grenzen fundamenteel."
D
"Hoe stel je grenzen?"
Slide 11 - Quiz
Voorbeeld
Een voorbeeld maakt iets duidelijk door het concreet te maken. Hier wordt verteld hoe het eruit zou kunnen zien in het echte leven. Het gaat niet om een feit, maar om een verzonnen situatie.
Slide 12 - Slide
6. Welke zin is een conclusie? (zie slotalinea)
A
"Deze interacties kunnen troost en hulp bieden..."
B
"Dit klinkt als sciencefiction, maar is deels al realiteit."
C
"De toekomst van deze relaties zal niet alleen bepaald worden door ingenieurs..."
D
"De robot is geprogrammeerd om affectie te tonen..."
Slide 13 - Quiz
Conclusie
Een conclusie is de samenvatting of het besluit van een tekst. In de laatste alinea zegt de schrijver wat hij geleerd heeft: dat wij als gebruikers zelf ook invloed hebben.
Slide 14 - Slide
7. Welk signaalwoord in de tekst geeft een oorzaak-gevolg-verband aan? (zie alinea 7)
A
Daarom
B
Echter
C
Bijvoorbeeld
D
Hoewel
Slide 15 - Quiz
Signaalwoorden - verbanden
Signaalwoorden helpen je verbanden te zien. "Daarom" geeft aan: iets gebeurt omdat iets anders eerst gebeurde. In dit geval: de robot meet stress → daarom gaat hij iets doen.
Slide 16 - Slide
8. Wat is de functie van alinea 5 (over robot Mia)?
A
Een wetenschappelijke theorie uitleggen.
B
Een probleem analyseren.
C
Een concreet toekomstbeeld schetsen.
D
Een conclusie trekken.
Slide 17 - Quiz
Functie tekstgedeelte
De schrijver bedenkt hoe het zou kunnen zijn in de toekomst met slimme apparaten zoals Mia. Zo kunnen lezers het zich goed voorstellen. Dat is een toekomstbeeld.
Slide 18 - Slide
9. Wat is het tekstdoel van alinea 6 (vanaf “Naarmate de interactie verdiept…”)?
A
Informeren over de functies van zorgrobots.
B
Overtuigen dat robots emotionele relaties kunnen vervangen.
C
Beschouwen wat de gevolgen zijn van emotionele binding met robots.
D
Amuseren met een anekdote over robotgebruik.
Slide 19 - Quiz
Tekstdoel
In deze alinea wordt niet alleen feitelijke informatie gegeven, maar worden ook ethische vragen gesteld, zoals: "Wat betekent het als iemand verliefd wordt op een robot?" De schrijver bekijkt dus de situatie van meerdere kanten: dat heet beschouwen.
Slide 20 - Slide
10. In alinea 11 (vanaf “Hoe stel je grenzen?”) noemt de schrijver een lijst met tips. Wat is de functie van deze alinea?
A
De lezer aanzetten tot actie.
B
Samenvatten van het artikel.
C
Waarschuwen voor gevaren van robots.
D
Bewijzen waarom robots superieur zijn.
Slide 21 - Quiz
Functie van tekstgedeelte
De schrijver geeft praktische tips zoals "Wees duidelijk" en "Blijf bij". Dat zijn acties die jij kunt doen. Het doel van deze alinea is dus om jou aan te zetten tot bewust gedrag — dat heet: activeren of tot actie aanzetten.