Communicatie module 2 les 3

Communicatie module 2 les 3
de beroepshouding 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie module 2 les 3
de beroepshouding 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  • recap: grondhouding/ beroepshouding
  • je leert welke aspecten samen de beroepshouding PW vormen en wat deze inhouden
  • je gaat aan de slag met een interactieve opdracht 

Slide 2 - Slide

Grondhouding en beroepshouding: wat was ook alweer het verschil?

Slide 3 - Open question

Antwoorden: 
Grondhouding: de basishouding die bij je persoonlijkheid hoort en onlosmakelijk verbonden is met je normen en waarden 

Beroepshouding: de houding waarover je in je beroep dient te beschikken om je beroep goed te kunnen uitoefenen

Slide 4 - Slide





En 
dan nu verder met de opdracht: hoe presenteer je jezelf?

Slide 5 - Slide

Professionele houding: waar moet je op letten?
-kandidaat stelt zich netjes voor/ handdruk 
-heeft een open houding (ontspannen)
-heeft een actieve luisterhouding (oogcontact)
-praat niet teveel (goede afwisseling)
-spreekt op een nette, respectvolle manier
-stelt evt een tegenvraag (toont interesse)
-kijkt niet op telefoon/ geen kauwgom 

Slide 6 - Slide

Noem zoveel mogelijk waarden die te maken
hebben met de beroepshouding PW, bv integriteit

Slide 7 - Mind map

de 10 waarden zijn:

  • betrokkenheid
  • inlevingsvermogen (empathie)
  • grenzen bewaken (assertiviteit)
  • representativiteit
  • integer zijn 


  • echtheid 
  • openstaan
  • verantwoordelijkheid dragen 
  • handelend optreden 
  • geduld uitoefenen 

Slide 8 - Slide

betrokkenheid
  • betrokkenheid is echte belangstelling en aandacht voor cliënten hebben, maar tevens professionele afstand houden
  • betrokkenheid is nodig om je werk goed te doen maar teveel is niet goed, je moet er niet wakker van liggen 's nachts
  • je kunt niet alle problemen van anderen oplossen

Slide 9 - Slide

eigen grenzen bewaken (assertief zijn)

  • je eigen grenzen bepalen hoeveel ruimte je de ander geeft en wat je jezelf toestaat
  • assertiviteit zorgt ervoor dat je zelfverzekerd en rustig opkomt voor je belangen 
  • respecteer en word gerespecteerd

Slide 10 - Slide

inlevingsvermogen/ empathie
  • je kunnen verplaatsen in iemand anders' gedachten, gevoelens, belevingswereld
  • als je dit kunt begrijp je de ander beter 
  • empathie moet zichtbaar zijn, tot uiting komen in je gedrag
  • (ver)oordeel niet  

Slide 11 - Slide

representativiteit
  • als PW'er behoor je een positieve en professionele uitstraling te hebben 
  • heb een positieve uitstraling/ grondhouding
  • (wat wel en niet kan qua bv kledingstijl hebben we reeds in periode 1 besproken) 

Slide 12 - Slide

integriteit
  • wees eerlijk en oprecht (tevens een karaktereigenschap)
  • beroepsgeheim/ zwijgplicht (zie de beroepscode)
  • toestemming tot delen: alleen bij verbeteren kwaliteit van opvang of begeleiding, ter voorkoming van 'toekomstig kwaad' (bv mishandeling) 

Slide 13 - Slide

echtheid: wees jezelf (authentiek)
  • je woorden sluiten aan bij je daden 
  • je binnen- en buitenkant zijn in harmonie
  • je durft je kwetsbaar op te stellen, niemand is perfect  

Slide 14 - Slide

Opdracht: vragen bij de video
  1. waar staat R.R.R. voor? 
  2. Welke 4 tips geeft deze mevrouw? 
  3. Wat vind je zelf de beste tip? 
  4. Heb je zelf nog een andere, goede tip?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Openstaan 
  • openstaan voor iemand wil zeggen dat je aandacht gericht is op de ander 
  • vrij zijn van vooroordelen
  • laat je niet leiden door een eerste indruk 
  • trek geen voorbarige conclusies  

Slide 17 - Slide

verantwoordelijkheid dragen
  • binnen de gegeven omstandigheden maak je je eigen keuzes 
  • je mag aangesproken worden op je gedrag/ functioneren
  • je bent op de hoogte van je taken en bevoegdheden (collega's en ouders ook) 

Slide 18 - Slide

  • handelend optreden 
  • wees niet passief: je moet je actief inzetten 
  • toon initiatief, kom in actie
  • maak zaken bespreekbaar als dat nodig is, draai er niet omheen 

Slide 19 - Slide

Geduld uitoefenen
  • ieder kind doet de dingen in zijn eigen tempo
  • ongeduld is onrust: je bent opgejaagd en haastig
  • een kind opjagen werkt vaak averechts  

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
  • Moduleopdracht: maak een bijsluiter over betrokkenheid (moduleopdracht 2.1 t/m 2.4 in de methode) 

  • De houding van een PW’er beroepshouding:
Verwerkingsopdrachten niveau 3 en 4: opdracht 12 t/m 18


Slide 21 - Slide