Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Mens & Maatschappij
SO: 7.3 & 7.4
Slide 1 - Slide
7.3 Landschappen in soorten en maten
Slide 2 - Slide
Open vragen
Slide 3 - Slide
Noteer het woord dat op de puntjes moet staan.
Het landschap is het ... van een gebied
Slide 4 - Open question
Noteer het woord dat op de puntjes moet staan.
In een stedelijk gebied vind je een ... landschap.
Slide 5 - Open question
Noteer het woord dat op de puntjes moet staan.
Daar is de ... van mensen groot. Ook de parken die natuurlijk lijken, hebben mensen bedacht en aangelegd.
Slide 6 - Open question
Geef aan of dit een JONG of OUD gebergte is. Noem twee dingen waaraan je dat kan zien.
Doe het zo: JONG of OUD 1.... 2....
Slide 7 - Open question
Aan de onderkant van een bergwand liggen allemaal stenen. Zijn de zinnen 1-4 daarvan een oorzaak of een gevolg? Noteer achter de cijfers 1-4 telkens O (oorzaak) of G (gevolg).
1 Er komt steeds minder reliëf. 2 In spleten en scheuren groeien plantenwortels. 3 In spleten en scheuren komt water dat uitzet als het bevriest. 4 Scherpe bergtoppen worden ronder.
Slide 8 - Open question
Welk begrip hoort bij welke omschrijving? Noteer achter elk cijfer (1-4) de juiste letter (A-D).
Doe het zo: 1A - 2B - 3C - 4D
Slide 9 - Open question
Landschappen veranderen door ingrijpen van mensen, maar ook door de natuur zelf. Geef van beide soorten veranderingen een voorbeeld.
Doe het zo: 1 verandering door mensen: ... 2 verandering door de natuur: ...
Slide 10 - Open question
Meerkeuzevragen
Slide 11 - Slide
Wat is een voorbeeld van een natuurlandschap?
A
Een heideveld op de Veluwe.
B
Een recreatiegebied met picknickplaatsen langs de rivier de Linge.
C
Een sneeuwvlakte met gletsjers op de Zuidpool.
D
Een tropisch oerwoud in de binnenlanden van Brazilië.
Slide 12 - Quiz
Juist of onjuist?
Mensen richten een landschap bijvoorbeeld in om er te wonen.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Juist of onjuist?
Een landbouwgebied waar voedsel verbouwd wordt, is een natuurlandschap.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Juist of onjuist?
Het winnen van zand en grind om te verkopen is een voorbeeld van een ingericht landschap.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
In oude gebergten vind je meer steden en dorpen dan in jonge gebergten.
Bedenk waarom dat zo zou kunnen zijn.
A
Jonge gebergten bestaan pas zo kort, dat mensen nog geen tijd hebben gehad om er huizen te bouwen.
B
In jonge gebergten zijn vaak aardbevingen, daar wil niemand wonen.
C
Door het reliëf is het lastiger om in jonge gebergten te bouwen dan in oude gebergten.
D
In jonge gebergten vind je geen water.
Slide 16 - Quiz
Welk begrip past het beste bij de bron?
Omcirkel de letter van het juiste begrip.
A
erosie
B
klei
C
reliëf
D
verwering
Slide 17 - Quiz
de volgende meerkeuze vragen horen bij elkaar.
1.
Slide 18 - Slide
Kies het woord dat op de puntjes moet staan.
In de steile bergen stroomt de rivier ... dan in het vlakkere laagland.
A
langzamer
B
sneller
Slide 19 - Quiz
2.
Slide 20 - Slide
Kies het woord dat op de puntjes moet staan.
Stenen botsen tegen elkaar en ... .
A
plakken aan elkaar
B
vallen uit elkaar
Slide 21 - Quiz
3.
Slide 22 - Slide
Kies het woord dat op de puntjes moet staan.
... stukken steen zakken het eerst naar de bodem van de rivier.
A
Grote
B
Kleine
Slide 23 - Quiz
4.
Slide 24 - Slide
Kies het woord dat op de puntjes moet staan.
Wanneer het water in de rivier ... is, zakken kleine stukken klei en zand naar de bodem.
A
rustig
B
wild
Slide 25 - Quiz
5.
Slide 26 - Slide
Kies het woord dat op de puntjes moet staan.
Zo vormt de rivier een ...
A
laagvlakte
B
hoogvlakte
Slide 27 - Quiz
7.4: De vorming van het Nederlandse landschap
Slide 28 - Slide
Open vragen
Slide 29 - Slide
Vul de goede woorden op de lege plekken in. Let goed op dat je drie antwoorden moet geven. Volgorde van de woorden maakt niet uit.
Nederland is opgebouwd uit lagen (1)________ , (2)_________ en (3) _________.
Slide 30 - Open question
Geef het goede antwoord dat hoort op de lege plek.
Heuvels die door landijs zijn ontstaan noemen we __________________.
Slide 31 - Open question
Hunebedden vind je alleen in Noord-Nederland. Bedenk hoe dat kan.
Gebruik in je antwoord de begrippen ‘landijs’ en ‘zwerfkei’.
Slide 32 - Open question
*X ligt vlak bij een hoog punt. Leersum ligt veel lager.
Leg uit hoe het hoogteverschil tussen het punt bij *X en Leersum ontstaan is.
Slide 33 - Open question
Zandgronden zijn niet erg vruchtbaar. Zijn de zinnen 1-4 daarvan een oorzaak of een gevolg? Noteer achter de cijfers 1-4 telkens O (oorzaak) of G (gevolg).
1 Mensen moeten mest gebruiken. 2 Planten groeien moeilijk op zandgrond. 3 Voedingsstoffen spoelen makkelijk weg. 4 Water kan makkelijk in een zandbodem wegzakken.
Slide 34 - Open question
Welke grondsoort hoort bij welk cijfer? Noteer achter elk cijfer (1-5) de juiste letter (A-E). A duinen B rivierklei C veen D zand E zeeklei
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Open question
Meerkeuzevragen
Slide 38 - Slide
Juist of onjuist?
Het hoge deel van Nederland bleef als eerste droog.
A
juist
B
onjuist
Slide 39 - Quiz
Juist of onjuist?
Het lage deel van Nederland wordt steeds lager.
A
juist
B
onjuist
Slide 40 - Quiz
Juist of onjuist?
De eerste mensen woonden in laag Nederland.
A
juist
B
onjuist
Slide 41 - Quiz
Juist of onjuist?
Het westen van Nederland ligt grotendeels onder NAP
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quiz
Juist of onjuist?
NAP is de gemiddelde hoogte van de grond in Amsterdam
A
juist
B
onjuist
Slide 43 - Quiz
Maak de zin af:
Het NAP meet het hoogteverschil tussen …
A
de laagste en de hoogste plaats in Nederland.
B
de laagste en de hoogste stand van het zeewater.
C
de gemiddelde hoogte van de zee en alle plaatsen die hoger liggen.
D
de gemiddelde hoogte van de zee en alle plaatsen.
Slide 44 - Quiz
Juist of onjuist?
In polders wordt de waterstand door mensen geregeld.
A
juist
B
onjuist
Slide 45 - Quiz
Juist of onjuist?
Terpen kom je alleen in het westelijk deel van Nederland tegen.
A
juist
B
onjuist
Slide 46 - Quiz
Juist of onjuist?
In het oostelijk deel van Nederland vind je duinen, klei en veen.