Les 10 (hoofdstuk 14)

Welkom bij les 10!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
OnderwijswetenschappenMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom bij les 10!

Slide 1 - Slide



Vragen over huiswerk

Hoofdstuk 14 (in de sportschool)
14.1 en 14.2 Dialoog en woordenlijst

14.3 Informatie vragen
Grammatica en spreken

14.4 Zullen (3) - waarschijnlijkheid, vaak met wel

Pauze

14.5 Futurum

Huiswerk






Huiswerk voor volgende week
Planning

Slide 2 - Slide

Van vrienden 
(hoofdstuk 13)...
... naar de sportschool 
(hoofdstuk 14).

Slide 3 - Slide

Heb je een vraag over les 9, het huiswerk, dialoog 14.1 of de woordenlijst 14.2?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz



Bespreek in twee- of drietallen:
  • Doe je zelf aan sport? Welke sport?
  • Waarom vind je sporten (niet) leuk? 
  • Hoe vaak sport je? 
  • Kijk je naar sport op televisie?

Antwoord in hele zinnen. 

Praten over sport
timer
1:00

Slide 5 - Slide



Structuur:
  • Weet u / je (misschien) (ook) of...?
  • Kunt u / kun je me zeggen...?

Voorbeelden:
  • Weet u ook of voetbal een populaire sport is? 
  • Hoofdzin - vraag > Weet u ook...
  • Bijzin > of voetbal een populaire sport is.

  • Kun je me zeggen waar de balie is?
  • Hoofdzin > Waar is de balie? 
  • Bijzin > ... waar de balie is?
14.3 Informatie vragen (blz. 199)

Slide 6 - Slide




Als je iets niet weet, kun je dit antwoorden:
  • Sorry, ik heb geen idee.
  • Sorry, ik weet het niet.
  • Je kunt ... vragen. Die zal het wel weten. 



Maak de opdracht in drietallen. Vraag aan de andere cursisten om informatie. Gebruik het document in de map.

Gebruik:
  • Kun je me (misschien) zeggen...?
  • Weet je (misschien) (ook)...?

De andere cursisten hebben vragen voor jou. Luister goed en geef antwoord.
Opdracht 5, blz. 200

Slide 7 - Slide

Pauze
timer
1:00

Slide 8 - Slide




Zullen:

Ik zal
Jij zal/zult
Hij/zij/het zal

Wij zullen
Jullie zullen
Zij zullen




Je zult het morgen wel voelen
Je zult morgen wel spierpijn hebben.



14.4 Zullen (3) - waarschijnlijkheid, vaak met wel

Slide 9 - Slide

Maak de opdracht in tweetallen af in de breakoutroom. 
Opdracht 7, blz. 201
timer
1:00

Slide 10 - Slide



Op Koningsdag vier ik feest.
Over twee weken ga ik met Janine trouwen.
Volgende week zal er geen les zijn. 



  • Op Koningsdag vier ik feest. 
  • Presens (om over toekomst te praten) = standaard

  • Over twee weken ga met Janine trouwen.
  • Gaan + infinitief = activiteiten die gepland zijn

  • Volgende week zal er geen les zijn
  • Zal + infinitief = formeel, niet bij persoonlijke activiteiten


14.5 Futurum

Slide 11 - Slide




  • Op Koningsdag vier ik feest. 
  • Presens (om over toekomst te praten) = standaard

  • Over twee weken ga met Janine trouwen.
  • Gaan + infinitief = activiteiten die gepland zijn

  • Volgende week zal er geen les zijn
  • Zal + infinitief = formeel, niet bij persoonlijke activiteiten


Opdracht 8B, blz. 202

Slide 12 - Slide

Huiswerk

Slide 13 - Slide