Naar de dokter

Naar de dokter
G
  • Pak je telefoon
  • Ga naar lesson up.com
  • Vul de code in
  • Doe mee
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Naar de dokter
G
  • Pak je telefoon
  • Ga naar lesson up.com
  • Vul de code in
  • Doe mee

Slide 1 - Slide

Het doel van deze les

In deze les oefen ik met woorden die horen bij het thema 
dokter

Slide 2 - Slide

Welke woorden horen bij de dokter?

Slide 3 - Mind map

We kijken naar een filmpje
Na het filmpje beantwoord je vragen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waarom belt de vrouw?
A
Zij is ziek
B
Haar man is ziek

Slide 6 - Quiz

Hoe laat kan de man naar de dokter?
A
Om half 6
B
Om half 7
C
Om 6 uur

Slide 7 - Quiz

De man heeft ook last van...
A
zijn keel en hoofdpijn
B
pijn in zijn nek

Slide 8 - Quiz

Is de man verkouden?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Heeft de man koorts?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Je wilt een afspraak maken.
De assistente zegt dat het woensdag kan. Dat vind je te laat. Wat zeg je?
A
Dat is goed
B
Kan het niet eerder?
C
Tot woensdag!

Slide 11 - Quiz

Iemand niest.
Wat zeg je?
A
Gezondheid!
B
Succes!
C
Gefeliciteerd!

Slide 12 - Quiz

Taalrap

Slide 13 - Slide

Oefenen
- oefen de taalrap
- Maak opdracht.... uit Taalcompleet

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Oefen het gesprekje in tweetallen.

Slide 16 - Slide

Opdracht:
- We gaan in tweetallen een gesprekje oefenen.
- De ene persoon is de dokter, de ander de patiënt. 
- Je krijgt van mij het probleem waar de patiënt last van heeft.
- Je houdt een gesprek van 5 minuten, dan gaan we wisselen van rol. 

Slide 17 - Slide

Na 5 minuten wordt de dokter de patiënt en de patiënt wordt de dokter
timer
5:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video