5.1 t/m 5.4 korte samenvatting

5.1 t/m 5.4 korte samenvatting
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.1 t/m 5.4 korte samenvatting

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • uitleg paragraaf 5.1 t/m 5.4
  • ruimte om vragen te stellen
  • werken aan het maken + inleveren van je 2e social Media post.
  • lezen en samenvatten paragraaf 5.5 

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... kun je de deelvragen van de eerste 4 paragrafen beantwoorden.
... kun je uitleggen wat er bedoelt wordt met agrarische,  demografische en industriële revolutie.
... kun je uitleggen hoe de arbeidsomstandigheden in fabrieken waren.
... kun je uitleggen welke motieven er waren voor het koloniseren van Afrika

Slide 3 - Slide

5.1: Argrarische en Demografische revolutie
deelvraag: Op welke manier maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de industriële revolutie mogelijk?

Slide 4 - Slide

Agrarische revolutie:
  • machines voor de landbouw, bijv. zaaimachine
  • grotere velden nodig --> afschaffing van de common fields in Engeland.
  • Meer landbouwgrond beschikbaar
  • grotere opbrengsten
  • wetenschappelijke revolutie wordt zichtbaar in de landbouw. 

Slide 5 - Slide

Demografische revolutie
  • agrarische revolutie zorgt voor meer voedsel
  • groei van de bevolking.( Engeland van 6 naar 18 miljoen tussen 1750 en 1850)
  • verbeteringen in de medische zorg en hygiëne
  • beter drinkwater, aanleg van riolering
  • minder sterfte dus bevolkingsgroei.

Slide 6 - Slide

5.2: De komst van de fabriek
Deelvraag: Door welke uitvindingen vond de overgang plaats van huisnijverheid naar het werken in fabrieken?

Slide 7 - Slide

Huisnijverheid:
vanaf de 17e eeuw gaan boeren naast hun werk zich ook bezighouden met nijverheid (het maken van producten) op hun eigen boerderij. 

Slide 8 - Slide

Uitvindingen
  • schietspoel
  • spinning jenny
  • van spierkracht naar waterkracht.
  • fabrieken ontstaan langs het water
  • stoommachine:  
  1. vrije keus van plaats
  2. geen last van droogtes
  3. dichter bij de arbeiders in de steden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

5.3: Voor een handvol stuivers
deelvraag:  wat waren de werk- en leefomstandigheden in de snel groeiende industriesteden tijdens de Industriële revolutie?

Slide 11 - Slide

Het leven van een arbeider
  • slechte arbeidsomstandigheden
  • zo lang mogelijk werken
  • 24 uur draaien in ploegen van 12 uur
  • onveilig --> veel ongelukken

    Doel fabrieksbaas: veel geld verdienen. 

Slide 12 - Slide

Urbanisatie
  • steden groeien
  • weinig nagedacht over voorzieningen
  • steden rommelig, vies en ongezond. 

Slide 13 - Slide

Europa op zoek naar markten
deelvraag: Hoe en waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en de gebieden in Afrika en Azië

Slide 14 - Slide

Engeland
  • grondstoffen halen uit overzeese gebieden --> produceren --> verkopen in overzeese gebieden.

Slide 15 - Slide

Economische motieven
  • gebied veiligstellen als grondstoffenleverancier of als afzetgebied door het te veroveren.
  • hele gebieden veroverd ipv. alleen handelsposten aan de kust.
  • na 1850 steeds meer bemoeien met de inrichting van het lokale bestuur.
  • 2e golf van kolonisatie van Azië en Afrika --> Modern Imperialisme 
  • Afrika en Azië steeds meer afhankelijk van Europa

Slide 16 - Slide

Politieke motieven
  • Grootmachten willen een zo groot mogelijk rijk opbouwen het land met de meeste grond is de beste
  • nationalisme
  • spanningen in Europa om de macht in Afrika
  • conferentie van Berlijn 1884/1885 Afrika verdeeld onder de grootmachten van Europa met willekeurige grenslijnen 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

culturele motieven
  • suprioriteit van Westerlingen
  • christendom is de beste keuze
  • westerse beschaving is de beste, een export product
  • onderwijs, gezondheidszorg 

Slide 19 - Slide

aan de slag:
  1. werk de deelvragen uit in je eigen woorden
  2. maak je tweede Social Media post
  3. lees en vat samen paragraaf 5.5. 

Slide 20 - Slide