1. Hoe heten de man en de vrouw?
2. Welk beroep hebben de man en de vrouw?
3. Welke vraag stelt de man aan de vrouw?
4. Leg de reactie van de man uit.
5. Welke talen spreekt de vrouw?
6. Welke talen spreekt de man?
7. De man betaalt de rekening "en espèces". Wat betekent dat?