6.2 Zwaartekrachtmetingen

Welkom!

Ga lekker zitten 
Pak je schrift en laptop (dicht)
Fijne vakantie gehad?
Deze les: §6.2  Zwaartekrachtmetingen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga lekker zitten 
Pak je schrift en laptop (dicht)
Fijne vakantie gehad?
Deze les: §6.2  Zwaartekrachtmetingen

Slide 1 - Slide

Na deze les kan ik ...
1. Uitleggen dat de valversnelling niet overal op aarde                    dezelfde waarde heeft.
2. Oorzaken opnoemen voor de afwijking in de                                 valversnelling
3. Uitleggen hoe met zwaartekrachtsmetingen delfstoffen            gevonden kunnen worden

Slide 2 - Slide

zwaartekracht?

Slide 3 - Mind map

Na deze les kan ik ...
1. Uitleggen dat de valversnelling niet overal op aarde                    dezelfde waarde heeft.
2. Oorzaken opnoemen voor de afwijking in de                                 valversnelling
3. Uitleggen hoe met zwaartekrachtsmetingen delfstoffen            gevonden kunnen worden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De valversnelling g
Fz=mg

Slide 6 - Slide

De valversnelling g
Fz=mg
g = 9,81 m/s2

Slide 7 - Slide

De valversnelling g wordt bepaald door de aantrekkingskracht van de aarde. Hoe zou de valversnelling veranderen als:
1. De massa van de aarde groter zou zijn?
2. Je verder weg van de aarde zou zijn?
A
g wordt in beide situaties groter
B
1. g wordt groter 2. g wordt kleiner
C
1. g wordt kleiner 2. g wordt groter
D
g wordt in beide situaties kleiner

Slide 8 - Quiz

De valversnelling g
g=r2GM
 G: gravitatieconstante = 6,67·10-11 Nm2kg-2 
(aantrekkingskracht tussen 2 objecten van 1kg op 1m afstand)
M: massa van het object dat een voorwerp aantrekt (de aarde) (kg)
  r: de afstand van het voorwerp tot het massamiddelpunt van het object (m)
Niet in binas!

Slide 9 - Slide

In de Binas
Fg=Gr2mM
Gravitatiekracht

Slide 10 - Slide

Gelijkstellen
Fg=Gr2mM=Fz=mg

Slide 11 - Slide

Omzetten
Fg=Gr2mM=Fz=mg
mg=Gr2mM

Slide 12 - Slide

Uiteindelijk
Fg=Gr2mM=Fz=mg
mg=Gr2mM
g=r2GM

Slide 13 - Slide

Leidt de eenheid van G af
a.d.h. van de gravitatiekracht
G in Nm2kg-2



Hoe                 alleen, hierin
Hulp                Binas
Hoe lang        max 5 min
Uitkomst        Zo bespreken
Klaar                Controleer met buur

Slide 14 - Slide

Leidt de eenheid van G af
a.d.h. van de gravitatiekracht
G in Nm2kg-2
Hoe                 alleen
Hulp                Binas
Hoe lang        5 min
Uitkomst        Zo laten zien en bespreken
Klaar                Controleer met buur

Slide 15 - Open question

Henry Cavendish heeft G eind 18e eeuw voor het eerst experimenteel bepaald. Hij heeft een gravitatiekracht van 1,45∙10-7 N gemeten tussen een lichte loden bol van 0,73 kg en een zware bol van 158 kg op een afstand van 23 cm (tussen de middelpunten). 
Laat met een berekening zien dat de waarde voor G die hieruit volgt overeenkomt met de gravitatieconstante in BINAS.
Henry Cavendish heeft G eind 18e eeuw voor het eerst experimenteel bepaald. Hij heeft een gravitatiekracht van 1,45∙10-7 N gemeten tussen een lichte loden bol van 0,73 kg en een zware bol van 158 kg op een afstand van 23 cm (tussen de middelpunten). 

Laat met een berekening zien dat de waarde voor G die hieruit volgt overeenkomt met de gravitatieconstante in BINAS.
Bereken

Slide 16 - Slide

Henry Cavendish heeft G eind 18e eeuw voor het eerst experimenteel bepaald. Hij heeft een gravitatiekracht van 1,45∙10-7 N gemeten tussen een lichte loden bol van 0,73 kg en een zware bol van 158 kg op een afstand van 23 cm (tussen de middelpunten).

Laat met een berekening zien dat de waarde voor G die hieruit volgt overeenkomt met de gravitatieconstante in BINAS.

Slide 17 - Open question

De aarde is niet rond!

Slide 18 - Slide

Oh niet!

Slide 19 - Slide

r is niet overal gelijk
Vervormingen zijn niet op schaal!
1. Reliëf: gebergte, dalen, zeeën

g=r2GM

Slide 20 - Slide

Afplatting van de Aarde
1. Reliëf: gebergte, dalen, zeeën
2. Afplatting Aarde
12.713 km
12.756 km

Slide 21 - Slide

Afplatting van de Aarde
1. Reliëf: gebergte, dalen, zeeën
2. Afplatting Aarde
12.713 km
12.756 km

Slide 22 - Slide

Op de evenaar is de valversnelling
...... op de noordpool.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan
D
niet genoeg informatie

Slide 23 - Quiz

Bereken g als de aarde een
perfecte stilstaande bol zou zijn
g=r2GM

Slide 24 - Open question

Verschillen in g
  • Afwijkende straal
  • Draaiing van de aarde
  • Getijdenwerking
  • Extra hoogte onder je
  • Extra massa onder je

Slide 25 - Slide

Verschillen in g
  • Afwijkende straal
  • Draaiing van de aarde
  • Getijdenwerking
  • Extra hoogte onder je
  • Extra massa onder je
  • Verschil in dichtheid
volgende les

Slide 26 - Slide

Dichtheid meten
Geofysicus meet valversnelling met Gravimeter  ->  delfstoffen
Dan correctie breedtegraad en de h + m  berg meting

Slide 27 - Slide

Doordenker

Waarom is er een correctie 
nodig op de breedtegraad?

Slide 28 - Slide

Verklaar

Hoe komt het dat de
valversnelling in Limburg
kleiner is dan hier in 
Groningen?

Slide 29 - Slide

Grotere afstand
Grotere straal
Dan wordt g kleiner
g=r2GM
h

Slide 30 - Slide

Grotere 'kleine' afstand
δghoogte=R2gh
δ
(kleine letter Δ) = kleine afwijking
g = valversnelling op zeeniveau (m/s2)
R = straal aarde (m)
h = hoogte boven zeeniveau (m)
h

Slide 31 - Slide

Standaardwaarde
δghoogte=R2gh
δ
(kleine letter Δ) = kleine afwijking
g = valversnelling op zeeniveau (m/s2)
R = straal aarde (m)
h = hoogte boven zeeniveau (m)
h
δghoogte=R2gh=3,086106h
bij perfect ronde planeet


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Standaardwaarde bij extra massa
g=r2GM
δgB=1,119106h
extra massa onder je
Standaardwaarde
bij een vlakke plaat extra massa

Slide 34 - Slide

Correctie op de valversnelling
gmeting=gcorr+δghoogte+δgB
wat je meet      gecorrigeerde       correctie         correctie
                            valversnelling         hoogte             massa

Slide 35 - Slide


Wat kun je zeggen over 1. gb en 2. ghoogte
als je in een diep dal staat?
A
1. is positief 2. is negatief
B
Beide zijn positief
C
Beide zijn negatief
D
1. is negatief 2. is positief

Slide 36 - Quiz

Na deze les kan ik ...
1. Uitleggen dat de valversnelling niet overal op aarde                    dezelfde waarde heeft.
2. Oorzaken opnoemen voor de afwijking in de                                 valversnelling
3. Uitleggen hoe met zwaartekrachtsmetingen delfstoffen            gevonden kunnen worden

Slide 37 - Slide

Ik heb de doelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll