Flex extra leestekst hoofdstuk 3

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je schrift;
  • je etui;
  • je laptop (start vast op).
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je schrift;
  • je etui;
  • je laptop (start vast op).

Slide 1 - Slide

Planning
  • Quizvragen via LessonUp.
  • Extra tekst op Teams. Wie is hier al aan begonnen?
  • 10.20 uur Vragen stellen over de stof.
  • 10.30 uur Quizlet tekstverbanden en woordsoorten.
  • Afsluiten van de les.

Slide 2 - Slide

De kern is meestal het kortste gedeelte van een tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Tekstopbouw = logische volgorde (p.151)
tweedeling  ->  inleiding, kern (opbouw bij van een nieuwsbericht)
driedeling    ->  inleiding, kern, slot (opbouw van een artikel)

  • inleiding-> kort, meestal informatie over het onderwerp van de tekst
  • kern-> langste gedeelte van de tekst
  • behandelt het onderwerp
  • kan uit deelonderwerpen bestaan
  • slot->  geen nieuwe info, vaak samenvatting of conclusie


Slide 4 - Slide

De kernzin is de eerste zin
van de alinea.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

De hoofdgedachte is: in één zin het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Formuleer de hoofdgedachte
  1. Wat is het onderwerp van de tekst?
  2. Wat wil de schrijver daarover vertellen?
  3. Combineer dit en maak er één zin van. 
  4. Deze zin is nooit een vraag. 

Slide 9 - Slide

Verwijswoorden verwijzen alleen
naar een woord of woordgroep.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Verwijswoorden (p. 158)

Een verwijswoord is een woord dat naar een ander woord, een woordgroep of een hele zin verwijst.

Verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: hij, zij, haar, dit, dat.


  • Als je wilt weten waar verwijswoorden naar verwijzen, stel je een vraag die begint met wie, wat, waar of welk(e)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Hoe gaan we werken
  • Tekst staat op papier
  • Vragen via de beamer
  • Antwoorden schrijf je in je schrift
  • Antwoorden kijken we samen na.

Slide 13 - Slide

Verkennend lezen 

Slide 14 - Slide

Vraag 2: Lees tekst 1 verkennend
a. Wat is het onderwerp van tekst 1?
b. Heeft deze tekst een tweedeling of een driedeling?
c. Noteer de delen van tekst 1 onder elkaar en zet de bijbehorende alineanummers erachter.
d. Als je de inleiding leest, is niet echt duidelijk wat de schrijfster wil: de lezer informeren of haar mening geven. Welke twee stukjes tekst, die je automatisch bekijkt bij verkennend lezen, zijn een aanwijzing voor de tweede mogelijkheid?

Slide 15 - Slide

Antwoord vraag 2
a. onderwerp: ________________________________
b. driedeling: alinea 7 begint met Daarom...
c. Inleiding: alinea 1. Kern: alinea 2 t/m 6. Slot: alinea 7 t/m 9.
d. De titel Hoofdstad van de hufters en het tussenkopje Hufterige Amsterdammers. Ze drukken beide een mening uit.

Slide 16 - Slide

Vraag 3: hoofdzaken/nauwkeurig
e. Soms noemt een kernzin een deelonderwerp en soms de belangrijkste informatie. Hoe is dat bij de kernzinnen van alinea 3 en 4?

Dus eerst de kernzinnen opzoeken van alinea 3 en 4.
Dan benoemen: deelonderwerp of belangrijkste informatie.

Slide 17 - Slide

Vraag 3: hoofdzaken/nauwkeurig
f. Wat zet de schrijfster tegenover elkaar in alinea 4 en 5?

Dus eerst alinea 4 lezen en alinea 5 lezen. Wat zijn de hoofdzaken van die alinea's?

Wat staat daar tegenover elkaar? Je zoekt een tegenstelling.

Slide 18 - Slide

Vraag 3: hoofdzaken/nauwkeurig
k. Formuleer de hoofdgedachte van tekst 1. 

Kijk dus naar de titel, de inleiding en het slot. Wat wil de schrijfster ons vertellen? Zegt het in één zin.

Slide 19 - Slide

Planning
  • Quizvragen via LessonUp.
  • Extra tekst op Teams.
  • 10.20 uur Vragen stellen over de stof.
  • 10.30 uur Quizlet tekstverbanden en woordsoorten.
  • Afsluiten van de les.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Afsluiting
  • Ben je klaar voor de leestoets? Wat ga je nog doen? 

Slide 22 - Slide