H4.8 voltooid deelwoord als bijv. NW - 2B

Welkom 2B
Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda.
Heeft iedereen zijn spullen mee?
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom 2B
Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda.
Heeft iedereen zijn spullen mee?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- Aantal zaken bespreken
- Schrijftoets bespreken
- spellingsles

Slide 2 - Slide

Bespreken
Leesboek
werkboek/schrift/agenda
Beroepenvlog: vrijdag 20 mei inleveren
(al 5 ingeleverd!)


Slide 3 - Slide

Afspraken
  1. Altijd je werkboek mee.
  2. Vergeten: werk online maken en overschrijven in werkboek.
  3. 2x vergeten: mailtje naar ouders.
  4. Vrijdag leesboek mee. 

Slide 4 - Slide

In deze les leer je:
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Aan het werk
Maak H4.8 opdracht 1, blz. 72
Instapopdracht

Wat weet je al?

Slide 7 - Slide

Opdracht nakijken
Hoe kijk je na?
  1. Werk geconcentreerd en in stilte.
  2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
  3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
  4. Snap je het niet? Vragen!

Slide 8 - Slide

Wat weet je over:
Het voltooid deelwoord?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Aan het werk
Maak H4.8 opdracht 3 t/m 5, blz. 73
  • Sterke en zwakke werkwoorden
  • T kofschip X
  • Persoonsvorm
  • Voltooid deelwoord

timer
6:00

Slide 11 - Slide

Uitleg
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Huiswerk
 Maandag 23-5
  • H4.8 opdrachten maken
  • 1 t/m 7
  • Uitlegfilmpjes: NederlandsAcademie op Youtube

Slide 14 - Slide

Welkom 2B
Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda.
Heeft iedereen zijn spullen mee?

Slide 15 - Slide

In deze les leer je:
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Slide 16 - Slide

Even herhalen:
Sterke en zwakke werkwoorden
T-kofschip X
Persoonsvorm
Voltooid deelwoord

Slide 17 - Slide

Huiswerk bespreken
H4.8 opdrachten maken - 1 t/m 7

Zijn er vragen?

Slide 18 - Slide

Schrijf op:
Alle fans (wachten) in de hal van het vliegveld.

Slide 19 - Slide

Schrijf op:
De fans (vermoeden) dat het vliegtuig vertraging had.

Slide 20 - Slide

Schrijf op:
De eerste tien jaar van hun leven (kleden)
 de meisjes zich precies hetzelfde.

Slide 21 - Slide

Schrijf op:
Mijn zusje (berusten)
 er gisteravond in dat ze niet mee naar het feest kon.

Slide 22 - Slide

Leg uit:
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Slide 23 - Slide

Voorbeeld
vallen - 
De stoel is gevallen. (volt deelwoord)  
De gevallen stoel. (bijv. naamwoord)

Slide 24 - Slide

Regel:
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden op -en verandert als bijvoeglijk naamwoord niet.

Verzin zelf een voorbeeld.

Slide 25 - Slide

Voorbeeld
verbreden - 
De weg is verbreed. (volt deelwoord)
De verbrede weg. (bijv. naamwoord)

Slide 26 - Slide

Regel:
Alle andere voltooide deelwoorden schrijf je als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk. Maar: denk aan de gewone spellingregels, zoals de dubbele medeklinker!

het gewitte plafond
Verzin zelf een voorbeeld.

Slide 27 - Slide

Aan het werk!
H4.8 opdracht 1 t/m 7

Samenstelling met tussen-s en tussen-n
H4.8 opdracht 8, 9, 10 (totaalopdracht)
GL: opdracht 11

Slide 28 - Slide

Welkom 2B
Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda.
Heeft iedereen zijn spullen mee?
Donderdag: 15 minuten stillezen!

Slide 29 - Slide

In deze les leer je:
  • 10 dicteewoorden
  • Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Slide 30 - Slide

dictee
Pak je schrift en een pen
Welke spellingsmoeilijkheid zie je?

Slide 31 - Slide

Samen en schatten!
  1. Vergelijk je dictee met je buur.
  2. Verschil? Leg ZACHTJES uit aan elkaar. Eventueel verbeteren!
  3. Schatten: hoeveel woorden hebben jullie goed?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

dictee nakijken
Hoe kijk je na?
  1. Werk geconcentreerd en in stilte.
  2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
  3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
  4. Verbeteren! Schrijf het woord goed op.
  5. Snap je het niet? Vragen!
  6. Dictee inleveren.

Slide 34 - Slide

dictee
de begeleiding
het porselein
belangrijkste
de scheiding
de identiteitskaart


de seizoenen
de marsepein
de vergelijking
ongetwijfeld
verscheidene

Slide 35 - Slide

Leg uit:
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Slide 36 - Slide

Regel:
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden op -en verandert als bijvoeglijk naamwoord niet.

Verzin zelf een voorbeeld.

Slide 37 - Slide

Sterke werkwoorden - BVNW
De jongen is gevallen. De gevallen jongen.
De bejaarde is geschrokken. De geschrokken bejaarde.
........ - Het gezonken schip.



Slide 38 - Slide

Regel:
Alle andere voltooide deelwoorden schrijf je als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk. Maar: denk aan de gewone spellingregels, zoals de dubbele medeklinker!

het gewitte plafond
Verzin zelf een voorbeeld.

Slide 39 - Slide

BVNW - zo kort mogelijk!
De uitvergrote foto 
De goed opgevoede jongen
Zijn ontblote tanden
De verlichte kamer

Slide 40 - Slide

Wie snapt dit verschil?
De uitvergrote foto – De fotograaf vergrootte de foto uit.
De goed opgevoede jongen– Zijn vader voedde hem goed op.
Zijn ontblote tanden – De hond ontblootte zijn tanden.
De verlichte kamer– De bliksemflits verlichtte de hele kamer.

Slide 41 - Slide

BVNW en PV in VT
Bijvoeglijk naamwoord
Persoonsvorm in de VT
De uitvergrote foto
 
De goed opgevoede jongen

– De fotograaf vergrootte de foto uit.

– Zijn vader voedde hem goed op.

Slide 42 - Slide

BVNW en PV in VT
Bijvoeglijk naamwoord
Persoonsvorm in de VT
Zijn ontblote tanden

De verlichte kamer
 – De hond ontblootte zijn tanden.

– De bliksemflits verlichtte de hele kamer.

Slide 43 - Slide

Aan het werk!
H4.8 opdracht 1 t/m 7

Samenstelling met tussen-s en tussen-n
H4.8 opdracht 8, 9, 10 (totaalopdracht)
GL: opdracht 11

Slide 44 - Slide