Hoofdstuk 6 rekenen

Hoofdstuk 6 rekenen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 rekenen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
H5 rekenen (herhaling)
  • Ik kan met de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen. 
  • Ik kan de omzet berekenen.
  • Ik kan de brutowinst berekenen.
  • Ik kan het nettoresultaat berekenen.
  • Ik kan rekenen met btw. 

Slide 2 - Slide

inkoopprijs
Brutowinstopslag
____________________  +
Verkoopprijs
verkoopprijs
btw
____________________  +
consumentenprijs
inkoopprijs
brutowinstopslag
verkoopprijs
%
100%
25%
125%
verkoopprijs
exclusief btw 
btw
Consumentenprijs
inclusief btw 
%
100%
9%
21%
109%
121%

Slide 3 - Slide

afzet x verkoopprijs = omzet
afzet x inkoopprijs = inkoopwaarde van de omzet 
                                       Brutowinst
                                       Bedrijfskosten 
                                       Nettoresultaat  

Slide 4 - Slide

Ik heb 500 tassen verkocht.
De verkoopprijs is 50 euro per stuk.
Bereken de omzet.
afzet x verkoopprijs = omzet

Slide 5 - Open question

Ik heb 500 tassen verkocht.
De verkoopprijs is 50 euro per stuk.
De omzet is 50 x 500 = 25.000
De inkoopprijs is 20 euro per stuk.
De inkoopwaarde is 20 x 500 = 10.000.
Bereken de brutowinst.

Slide 6 - Open question

Ik heb 40 ijsjes verkocht.
De verkoopprijs is 2 euro per stuk.
De inkoopprijs is 0,50 euro per stuk.
Bereken de brutowinst.

Slide 7 - Open question

De omzet van winkel X is €300.
De inkoopwaarde van de omzet is €50.
De bedrijfskosten zijn €70.
Bereken het nettoresultaat

Slide 8 - Open question

De verkoopprijs van een televisie is €350,-.
De btw is 21%
Bereken de consumentenprijs.

Slide 9 - Open question

Leerdoelen
H5 rekenen
  • Ik kan met de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen. 
  • Ik kan de omzet berekenen.
  • Ik kan de brutowinst berekenen.
  • Ik kan het nettoresultaat berekenen.
  • Ik kan rekenen met btw. 

H6 rekenen
  • Ik kan miljarden omzetten naar miljoenen en andersom. 



Slide 10 - Slide

miljoenen en miljarden 



6 miljoen = 6.000.000
6,5  miljoen = 6.500.000
6,52 miljoen = 6.520.000 
duizend
miljoen
miljard
1.000
1.000.000
1.000.000.000

Slide 11 - Slide

miljoenen en miljarden 
duizend
miljoen
miljard
1.000
1.000.000
1.000.000.000
: 1.000
x 1.000
miljoenen en miljarden

Slide 12 - Slide

150 miljard--> ?? miljoen
150 x 1000 = 150.000
150 miljard= 150.000 miljoen 


Slide 13 - Slide

150 miljoen --> ?? miljard
150 : 1000 = 0,15
150 miljoen = 0,15 miljard


Slide 14 - Slide

252 miljoen.
Hoeveel miljard?

Slide 15 - Open question

252 miljard.
Hoeveel miljoen?

Slide 16 - Open question

Aan welke leerdoelen moet de docent nog meer aandacht besteden
A
Rekenen met miljoenen en miljarden
B
Rekenen met btw
C
Brutowinst en nettoresultaat berekenen

Slide 17 - Quiz