Les 2

Nederlandse taal en literatuur
Argumentatieve vaardigheden (T4_4)
Les 2
1 / 7
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlandse taal en literatuur
Argumentatieve vaardigheden (T4_4)
Les 2

Slide 1 - Slide

Wat versta je onder 'argumentatieve vaardigheden' bij leesvaardigheid?

Slide 2 - Open question

Uitleg [63] Standpunt, argumenten en argumentatie
  • In veel teksten (geschreven/gesproken) bestaat argumentatie > 'waarom' je iets vindt
  • Het maakt je tekst aannemelijker, want je wilt je toehoorders overtuigen

Belangrijke begrippen
  • Standpunt > een uitspraak/bewering over een bepaald onderwerp; 'Ik vind ...'
  • Mening > 'Ik vind ...', zonder uitvoerige onderbouwing met argumenten
  • Argument > is het antwoord op de vraag ‘waarom heb ik deze mening?’
  • Argumentatie = standpunt + argumenten om te ondersteunen
  • Houd ook rekening met tegenargumenten > dit zijn argumenten tégen jouw standpunt 

  • Deze tegenargumenten kun je weerleggen > zo maai je het gras voor de voeten van de ‘tegenstanders’ weg


Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Standpunt
De gemeente Winterswijk heeft geen goed hondenpoepbeleid.

Argumenten 
A1: Het is niet terecht dat je zelf je poep op moet ruimen, terwijl je hondenbelasting betaalt;
A2: Als honden loslopen, kun je er moeilijk achteraan met een zakje;
A3: Hondenpoep is biologisch afbreekbaar, dus het vergaat snel.
TA1: Natuurlijk mogen honden hun behoefte doen waar ze willen (weerlegging). 
A4: Maar niet als anderen daar last van hebben. 

Slide 4 - Slide

Zelfstandig werken
  • Maak opdracht 3 en 4 van Lezen Blok 3 Argumentatie




Slide 5 - Slide

Afronding en evaluatie

Wat was al Bekend (wat wist je al)?
Waar ben je nog Benieuwd naar (waar heb je nog vragen over)?
Wat heb je Bewaard (wat heb je onthouden)?

Slide 6 - Open question

Afronding en evaluatie

Slide 7 - Slide