This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
4.2 Temperatuur
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Temperatuur
Slide 2 - Mind map
Vraag de leerlingen waar ze aan moeten denken bij temperatuur. Alle antwoorden zijn goed, maar probeer te leiden naar thermometers. Vertel dat ze voor veel gebruikt worden van mensen tot het weer en dat het dus belangrijk is dat ze goed werken.
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen wat de drie onderdelen van een thermometer doen.
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden vertellen hoe je een thermometer moet ijken.
Aan het einde van de les kan je de omreken formules voor Celcius, Fahrenheit en Kelvin toepassen.
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen hoe een bimetaal werkt.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Vloeistof Thermometer
reservoir
In het reservoir zit de vloeistof opgeborgen. De vloeistof is vaak alcohol.
Stijgbuis
Een vloeistof zet uit wanneer hij warmer word. De vloeistof gaat dus omhoog. Als het kouder wordt zal de vloeistof weer krimpen.
Schaalverdeling
Doordat de buis heel dun is zal de vloeistof snel dalen of stijgen ook bij kleine verschillen in temperatuur.
Slide 4 - Slide
Het is van belang ook uit te leggen dat zo'n thermometer in de zon hangen een slecht idee is. Vraag aan de leerlingen hoe het voelt om in de zon te zitten. Het voelt warmer, dus dat voelt de thermometer ook, dit kan effect hebben op de uitkomst die je leest.
Waarvoor is het reservoir?
A
De vloeistof warm houden
B
De vloeistof vast houden
C
De temperatuur aangeven
D
De kleur van de stof behouden
Slide 5 - Quiz
Ga hier ook in op de antwoorden, vraag aan leerlingen welk antwoord ze hebben gekozen en waarom. Daarmee kan je zien of er concepten nog lastig zijn.
Als een paar leerlingen dit fout hebben, verwijs dan weer terug naar het smeltpunt en het kookpunt van water.
Van Celcius naar Fahrenheit
Tc=(Tf−32)⋅95
Tf=(Tc⋅59)+32
Slide 8 - Slide
In Amerika gebruiken ze geen celsius, daar gebruiken de Fahrenheit. ze hoeven deze formules niet te kennen, alleen te kunnen toepassen.
Jonas hoort van zijn vriend in Amerika dat het daar 77° F is. Hoeveel C° is dat?
Tc=(Tf−32)⋅95
Slide 9 - Open question
Als de leerlingen deze lastig vinden kan je het beste nog een voorbeeld gebruiken, als deze goed gaat vertel dat de andere formule hetzelfde werkt.
Van Celsius naar Kelvin
Tc=Tk−273
Tk=Tc+273
Slide 10 - Slide
Een graad kelvin is evenveel als een graad celcius. alleen hun 0-punt ligt lager.
Een houten plank is in de winter 2° Celcuis. Hoeveel Kelvin is dit?
Tk=Tc+273
Slide 11 - Open question
This item has no instructions
Bimetaal
Warm
Wanneer een bimetaal warm word zet de strip messing sterker uit dan de strip staal. Hierdoor trekt het bimetaal krom. De messing die het meest uitzet heet een buitenbocht.
Koud
Wanneer het bimetaal koud wordt zal een van de metalen meer krimpen dan de ander. de messing krimpt en trekt daarmee het staal naar zich toe. Nu is het staal de buitenbocht geworden.
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
De blauwe strip van het bimetaal krimpt, wat is het gevolg?
A
Het bruine metaal trekt krom
B
Het blauwe metaal zet uit
C
Het bruine metaal krimpt ook
D
Er gebeurt verder niks
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
learningapps.org
Slide 14 - Link
Als de leerlingen de link volgen staat daar een kruiswoordpuzzel met begrippen uit de les
Klaar met de puzzel?
Als je klaar bent met de puzzel ga je verder met je huiswerk.