HEY 8.3 Stikstofkringloop

8.3 Stikstofkringloop
Les 1
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

8.3 Stikstofkringloop
Les 1

Slide 1 - Slide

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 2 - Slide

Koolstofkringloop
  • Koolstof = C
  • In de lucht zit het vast in CO2
  • Autotrofe organismen maken van CO2 (uit de lucht) en H2O (uit de bodem) glucose (C6H12O6)
  • Bij dissimilatie komt CO2 weer vrij in de lucht 

  • Consumenten eten de producenten en gebruiken de organische stoffen om andere organische stoffen te maken (voortgezette assimilatie). Bij het eten van een ander organisme komt de koolstof (C) van het ene organisme terecht in het andere organisme

  • De dode resten en andere afvalproducten van organismen worden door de reducenten gebruikt voor dissimilatie

Slide 3 - Slide

1. Op welke manier kan een C-atoom dat in een CO2-molecuul in de lucht zit, in een dier terecht komen?

Slide 4 - Open question

2. Wat is voortgezette assimilatie?

Slide 5 - Open question

Horen fossiele brandstoffen bij de langlopende of kortlopende koolstofkringloop?

Slide 6 - Open question

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
Je beschrijft de stikstofkringloop in een ecosysteem.
Je noemt oorzaken van een stikstoftoename en stikstofafname in ecosystemen en licht de gevolgen daarvan toe.

Slide 8 - Slide

Stikstofkringloop - belangrijke begrippen

Stikstofgas:  N2

BINAS:
Nitraat:          NO3-
Nitriet:           NO2-
Ammoniak:  NH3
Ammonium: NH4+




Aeroob:  zuurstof (O2)
Anaeroob: zonder zuurstof (O2)

Slide 9 - Slide

BINAS 93G

Slide 10 - Slide

Welke van de volgende stoffen
bevat stikstof ?
A
alleen nitraat
B
alleen nitraat en eiwitten
C
ammonium, nitraat, nitriet en eiwitten
D
ammonium, glucose, nitraat en nitriet

Slide 11 - Quiz

Welke van de volgende stoffen worden door de plant opgenomen
die stikstof bevatten ?
A
nitraat
B
nitraat en nitriet
C
nitraat en ammonium
D
aminozuren, nitraat en ammonium

Slide 12 - Quiz

Ammonificatie:


  • omzetten van organische stikstofverbindingen in ammonium (NH4+) en ammoniak (NH3)
  • gebeurt door rottingsbacteriën
  • anaeroob



Slide 13 - Slide

Nitrificatie:

  • omzetten van ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) in nitriet (NO2- )
    en van nitriet tot nitraat (NO3- )
  • gebeurt door nitrificerende bacteriën
  • in zuurstofrijke omstandigheden (aeroob)




Slide 14 - Slide

Stikstofassimilatie:

 
  • planten halen met hun wortels nitraat (NO3- ) en ammonium (NH4+) uit de grond
  • van dit stikstof maken ze aminozuren en eiwitten


Slide 15 - Slide

Denitrificatie:

 
  • omzetten van nitraat (NO3-) in stikstofgas (N2)
  • gebeurt door denitrificerende bacteriën
  • gebeurt in zuurstofarme bodem (anaeroob)



Slide 16 - Slide

Stikstoffixatie:

 
  • omzetten van stikstofgas (N2) in stikstofverbindingen die door planten gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld ammoniak (NH3)
  • gebeurt door stikstofbindende bacteriën
  • anaeroob



Slide 17 - Slide

Stikstoffixatie:

  • veel vlinderbloemige planten leven in symbiose met stikstofbindende bacteriën
  • deze bacteriën leven in wortelknolletjes en fixeren stikstof voor de plant. In ruil daarvoor krijgen ze glucose van de plant



Slide 18 - Slide

Is voor nitrificatie door nitrificerende bacteriën zuurstof nodig?
En voor denitrificatie?
A
alleen voor nitrificatie
B
alleen voor denitrificatie
C
voor zowel nitrificatie als voor denitrificatie
D
voor geen van beide processen is zuurstof nodig

Slide 19 - Quiz

Bij de afbraak van eiwitten door rottingsbacteriën ontstaan?
A
Ammoniak
B
Ureum en ammoniak
C
CO2 en N2
D
Ureum en CO2

Slide 20 - Quiz

Welke functie hebben de bacteriën in de wortelknolletjes van vlinderbloemige planten?

A
Het omzetten van nitraat in nitriet.
B
Het binden van de N2 uit de lucht.
C
Het omzetten van nitraat in N2.
D
De vorming van nitraat uit ammoniak en ammoniumzouten.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Stikstofkringloop
Binas 93G

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
8.3 Stikstofkringloop
Maken opdr. 29, 30, 31, 32

Slide 24 - Slide

8.3 Stikstofkringloop
Les 2

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
Je beschrijft de stikstofkringloop in een ecosysteem.
Je noemt oorzaken van een stikstoftoename en stikstofafname in ecosystemen en licht de gevolgen daarvan toe.

Slide 26 - Slide

Gebruikelijke route
(vergelijk met BINAS 93G)
1: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
2: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
3: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
4: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
5: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
6: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
7: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
8: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 27 - Slide

Andere routes
'Verstorende' routes:
- NO3-  > NH4+    ammonificatie
- NO3- > N2 (g)    denitrificatie

Er kan stikstof (tijdelijk) verloren gaan via:
- uitspoeling in de bodem (NH4- en NO3-)  
- vervluchtiging (NH3)

Slide 28 - Slide

Bijzondere route
Sommige bacteriën kunnen ammoniak (NH3) omzetten in N2(g). 
Gevolg: bodem minder voedselrijk voor planten.

Weer andere bacteriën kunnen N2 (g) omzetten in NH3 (zie afb. 29).
Gevolg: bodem voedselrijker.
!! Groenbemesten

Slide 29 - Slide

Eutrofiëring

Slide 30 - Slide

Eutrofiering

Slide 31 - Slide

Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2
B
NO3-

Slide 32 - Quiz

Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-

Slide 33 - Quiz

(Binas 93G) De omzetting van nitriet naar nitraat noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 34 - Quiz

(Binas 93G of bron 7) De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 35 - Quiz

(Binas 93G of bron 7) De omzetting van nitraat naar stikstofgas noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 36 - Quiz

Hoe kan NH3 uit de kringloop verdwijnen?
A
omzetten naar NH4+
B
ammonificatie
C
vervluchtiging
D
uitspoeling

Slide 37 - Quiz

Zet de volgende gebeurtenissen op volgorde. Begin bovenaan. 
1
2
3
4
5
Toename van het aantal reducenten
Sterfte van planten
Aerobe afbraak van organisch materiaal
Algenbloei, daardoor minder zonlicht
Een toename van nitraat en fosfaat in het water

Slide 38 - Drag question

Waardoor sterven waterdieren als gevolg van eutrofiëring?
A
Te weinig lichtinval, waardoor ze niet zien waar ze zijn en verdwalen
B
Te weinig lichtinval, waardoor minder fotosynthese en minder zuurstof in het water is
C
Te weinig zuurstof, omdat reducenten dit gebruiken voor de afbraak van dode algen
D
Te weinig voedsel voor waterdieren

Slide 39 - Quiz

Nitriet (NO2) heeft dat laatste O'tje niet. Welke bacteriën maken van ammonium (NH4) nitriet (NO2)?
A
Denitrificerende bacteriën
B
Stikstofbindende bacteriën
C
Nitrietbacteriën
D
Nitraatbacteriën

Slide 40 - Quiz

Hoe noem je het proces van de afbraak van nitraat (NO3) tot stikstof (N2)?
A
Denitrificatie
B
Stikstofbinding
C
Rotten
D
Nitrificatie

Slide 41 - Quiz

Als gevolg van vermesting van het water (eutrofiëring) kan het water in de zomer erg zuurstofarm worden.

Welk van de volgende processen verloopt dat niet of nauwelijks?
A
ammonificatie
B
nitrificatie
C
denitrificatie
D
fixatie

Slide 42 - Quiz

Aan de slag!
8.3 Stikstofkringloop
Maken opdr. 33, 34, 35, 36, 37, 38, 40

Slide 43 - Slide