What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3KB theme 3 - The future
Welcome!
Get your iPads out - log in to LessonUp
- study vocabulary theme words theme 4 VMBO Kader
here
timer
5:00
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welcome!
Get your iPads out - log in to LessonUp
- study vocabulary theme words theme 4 VMBO Kader
here
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Today
Aan het einde van de les heb je de woorden van theme 4 herhaald
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen drie verschillende vormen van de future
-
inleveren huiswerk (email)
-
herhaling grammatica
- future
- time to work
Slide 2 - Slide
Grammar last week, what was it about?
Slide 3 - Mind map
The future!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
3 manieren om over de toekomst te praten
Maak een overzicht met deze drie manieren in je schrift
kader: 2 manieren!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Do you see those clouds? It _______________________ (rain) a lot today!
A
rains
B
is raining
C
is going to rain
D
will rain
Slide 8 - Quiz
Uitleg
is going to rain
want je maakt een voorspelling met bewijs, je ziet de wolken (clouds)
Slide 9 - Slide
I found out that P!NK is coming to The Netherlands next year. I ________________________ (see) her!
A
see
B
am seeing
C
am going to see
D
will see
Slide 10 - Quiz
Uitleg
am going to see
want het gaat over een plan dat je voor de toekomst hebt.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Oof! That bag looks really heavy. I ________________ (help) you with that!
A
help
B
am helping
C
am going to help
D
will help
Slide 13 - Quiz
Uitleg
will help
want je biedt aan om te helpen.
Slide 14 - Slide
When I grow up, I ___________________ (live) in a huge house.
A
live
B
am living
C
am going to live
D
will live
Slide 15 - Quiz
Uitleg
will live
want je maakt een voorspelling voor de toekomst, maar je hebt er geen bewijs voor, je denkt/hoopt het.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
We have to go soon. The bus __________________ (leave) at 14.15.
A
leaves
B
is leaving
C
is going to leave
D
will leave
Slide 18 - Quiz
Uitleg
leaves
want het gaat hier om een vaste vertrektijd (in dit geval van een bus).
Slide 19 - Slide
Are you looking for my dad? He’s not here. He always _________(walk) the dog around this time.
A
walks
B
is walking
C
is going to walk
D
will walk
Slide 20 - Quiz
Uitleg
walks
want het gaat hier om een gewoonte, iets wat iemand altijd (always) doet.
Slide 21 - Slide
Oefenen:
Nu gaan we de tijden door elkaar oefenen, pak elke keer je schema erbij
Slide 22 - Slide
I ______ (work) soon, can you come back later?
A
work
B
will work
C
am going to work
Slide 23 - Quiz
Uitleg
am going to work
je bent van plan om zo aan het werk te gaan
Slide 24 - Slide
She _______ (be) late.
A
is always
B
will always be
C
is always going to be
Slide 25 - Quiz
Uitleg
is always
want het gaat om een gewoonte, dat herken je aan het woord
always.
To be = I am - you are -
she is
Slide 26 - Slide
I can hear the phone ringing in the other room. I _____ (get) it!
A
get
B
will get
C
am going to get
Slide 27 - Quiz
Uitleg
will get
want je hoort de telefoon in de andere kamer, en je besluit spontaan om op te nemen.
bij besluiten gebruik je
will + werkwoord
Slide 28 - Slide
We ______ (meet) Jackie and Robin at the swimmingpool at 3pm.
A
meet
B
will meet
C
are going to meet
Slide 29 - Quiz
Uitleg
are going to meet
want het gaat om een afspraak, en je weet de plaats (swimming pool) en/of de tijd (at 3pm).
Slide 30 - Slide
It's a fact that a newborn panda _____ (weigh) as much as a cup of tea.
A
weighs
B
is weighing
C
is going to weigh
D
will weigh
Slide 31 - Quiz
Uitleg
weighs
want het gaat hier om een feit (fact) en dan gebruik je het gewone werkwoord.
Er komt hier een s achter, want dat moet na een he/she/it.
Een panda is een it.
Slide 32 - Slide
He always ______ (take) the bus to school.
A
takes
B
is taking
C
is going to take
D
will take
Slide 33 - Quiz
Uitleg
takes
want het gaat om een gewoonte, iets wat altijd zo is (always).
Je zet een
s
achter het werkwoord omdat het om een
he
gaat
Slide 34 - Slide
Hoe goed begrijp je nu de vier vormen van de future?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 35 - Poll
Time to work!
doe de volgende twee oefeningen online
link 1
,
link 2
leer daarna hoofdstuk 4 theme words
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
dashboard.blooket.com
Slide 38 - Link
Conclusion
Aan het einde van de les heb je de woorden van theme 4 herhaald
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen drie verschillende vormen van de future
Huiswerk
doe de oefenlinkjes
Slide 39 - Slide
More lessons like this
testweek prep
August 2022
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 2- lesson 4- The future
September 2023
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Week 2- lesson 4- The future
October 2023
- Lesson with
44 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Ch.3 E Future tense
January 2023
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3K - Grammar - The Future
February 2023
- Lesson with
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3Kader - 21/4 - bron E - chapter 5
April 2021
- Lesson with
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
Online lesson week 21: Wider World Unit 5: 5.2 The future
May 2020
- Lesson with
42 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Werkwoordstijden - The future
September 2022
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3