Opdracht: Vakantiebestemming
Deze opdracht oefen je in een groepje van zes. Drie studenten voeren een gesprek van maximaal tien minuten. Ze gaan samen op vakantie en overleggen over de vakantiebestemming. De andere drie studenten observeren het groepje met een observatielijst (bijlage 1). De drie personen die observeren kiezen ieder een andere persoon om te observeren. Je kijkt zowel naar de gesproken bijdrage aan het gesprek als naar de lichaamstaal. Daarbij maak je gebruik van het formulier 'Vakantiebestemming' (bijlage 1). Heb je vragen, overleg dan met elkaar.