woordenboek

Woordenboek
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenboek

Slide 1 - Slide

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 2 - Slide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 3 - Slide

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 4 - Slide

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 5 - Slide

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 6 - Open question

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 7 - Open question

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 
  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zoek in het woordenboek de eerste betekenis op van het woord:
Ludicrously

Slide 10 - Open question

Zoek in het woordenboek de drie betekenissen op van het woord:
massively

Slide 11 - Open question

Wat betekent massively dan in de zin
Massively increase bike-parking facilities.

Slide 12 - Open question

zoek de betekenis op van het woord
clamp down

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Wat denk je dat het woord
provide betekent in de zin
Press your school to provide lessons....

Slide 15 - Open question

Zoek in het woordenboek de eerste betekenis op van het woord:
to provide

Slide 16 - Open question

zoek de betekenis op van het woord
punished

Slide 17 - Open question

Welke betekenis uit het woordenboek past het best bij pavement in de zin:
Get cyclists off the pavement?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Kijk naar de titel! Wat betekent:
.......... on a shoestring

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

zoek de betekenis op van:
fashioned a way

Slide 22 - Open question

zoek de betekenis op van:
regard as

Slide 23 - Open question

zoek de betekenis op van:
at a fraction of

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Zoek de betekenis op van:
are keen to get

Slide 26 - Open question

Wat is de eerste betekenis in het woordenboek van:
desirable

Slide 27 - Open question

welk woord hoort op de open plek bij 7
A
easily solved
B
not the case
C
of secondary importance
D
to be expected

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

We gaan op zoek naar de betekenis van: pre owned

Slide 30 - Open question

Er zijn twee woorden:
Wat betekent pre en wat betekent owned

Slide 31 - Open question

Wat betekent dan: pre owned

Slide 32 - Open question

zoek de betekenis op van
entrepeneur

Slide 33 - Open question

zoek de betekenis op van
confidence

Slide 34 - Open question

Zoek de betekenis op van
counterfeit

Slide 35 - Open question

Zoek de betekenis op van
return on my savings

Slide 36 - Open question

zoek de betekenis op van
my biggest outlay

Slide 37 - Open question