MVT Vakdidactiek2 week1.1

MVT vakdidactiek 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MVT vakdidactiek 2

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom 
  • Kennismaking
  • Materialen, planning en afronding
  • Doelen vakdidactiek 2
  • Introductie hoofdstuk 1 
  • Afsluiting + volgende bijeenkomsten

Slide 2 - Slide

Welkom en kennismaking

Slide 3 - Slide

hoe heet je? welk vak geef je? in welke vorm van onderwijs?

Slide 4 - Mind map

Doelen
  • vergroten vakdidactisch & pedagogisch repertoire
  • het ‘professioneel’ rekenschap kunnen geven van je handelen.
  • een effectief leerklimaat kunnen scheppen
Afsluiting: hoe & wanneer 
Kennistoets
Leer(werk)taken (DPF: integrale toets).

Doelen
  • vergroten vakdidactisch & pedagogisch repertoire
  • het ‘professioneel’ rekenschap kunnen geven van je handelen.
  • een effectief leerklimaat kunnen scheppen

Afsluiting: hoe & wanneer
  • Kennistoets
  • Leertaak (&Groeidossier). 

Slide 5 - Slide

Kennis toets TEFL 8/9
Gericht op zowel kennis en toepassing van kennis. 
Soorten vragen: 
  • Veelal open vragen, een enkele meerkeuze vraag. 
  • Een mix van reproductie en toepassing. 
  • Toepassing adhv voorbeelden uit methodes en toetsen.  
(zie ook #OO: toetsmatrijs)


Slide 6 - Slide

Materialen

Slide 7 - Slide

Handboek Kwakernaak
“Dit boek kan (en wil) docenten, beginnende en ervaren, helpen om zelfstandiger en kritischer om te gaan met leergangen, om zelf beter (aanvullend of vervangend) onderwijsmateriaal te zoeken of te maken om beter beslagen ten ijs te komen als het gaat om het maken van een eigen programma en het kiezen van een leergang daarbij. Een beetje abstract uitgedrukt; het doel is professionalisering van vreemdetalendocenten”.

Slide 8 - Slide

Met welk van de onderstaande uitspraken ben je het meeste eens?
A
taal is een middel en een vaardigheid
B
taal is een middel en kennis
C
taal is een doel en een vaardigheid
D
taal is een doel en kennis

Slide 9 - Quiz

Werkwijze
Online via MS Teams en Lessonup
Zelfstandig
Chat in Teams voor Q&A

Slide 10 - Slide

planner

Slide 11 - Slide

Doelen hoofdstuk 1
  • Je (her)kent de 4 taalvaardigheden en deelvaardigheden in leerling materiaal.
  • Je kunt aangeven hoe taalfuncties in een communicatieve context met verschillende taalmiddelen tot uiting kunnen worden gebracht.
  • Je bent je bewust van het nut van DT=VT en je kunt het effectief inzetten in je onderwijspraktijk. 

Slide 12 - Slide

Doeltaal = Voertaal? (DT=VT)

Slide 13 - Slide

welke zin of woord zeg je het meest in de klas in jouw doeltaal?

Slide 14 - Mind map

Inhoud hoofdstuk 1
1.1 vaardigheden en deelvaardigheden
1.2 situaties, rollen, tekstsoorten, (taal) functies, taalhandelingen, taalmiddelen.
1.3 strategieën.

Slide 15 - Slide

1.1 vaardigheden en deelvaardigheden
Zie schema 1.4 op pagina 28 in boek Kwakernaak

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide


In deze opdracht oefenen de leerlingen vooral met...
A
leesvaardigheid (alle niveaus)
B
leesvaardigheid: deelvaardigheid niv. 9 & 10
C
leesvaardigheid; deelvaardigheid niv. 10 & 11
D
leesvaardigheid: deelvaardigheid niv. 11 & 12

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide


In deze opdracht oefenen de leerlingen vooral met...
A
spreekvaardigheid (alle niveaus)
B
leesvaardigheid en spreekvaardigheid: niv. 5 & 9
C
spreekvaardigheid; deelvaardigheid niv. 5
D
spreekvaardigheid: deelvaardigheid niv. 5, 6 & 7

Slide 21 - Quiz

(vooral) taalproductie oefeningen
Situaties: “je bent op vakantie in Frankrijk en wilt gaan windsurfen…’’ (gefingeerd of echt?)
Rollen: “je bent een verkoper", "je schrijft naar je oma", etc
Tekstsoorten: “winkel gesprek, weerbericht, tijdschriftartikel", etc”
Taalfuncties: “persoonlijke informatie geven, zeggen dat je het leuk vindt, vragen naar de weg", etc. Dit kan met (vaak verschillende) taalmiddelen tot realiteit worden gebracht; “TOP!’’ , "dat is een goed idee", etc.

Slide 22 - Slide

Je wil met je beste vriend naar de film gaan.
Helaas is er een probleem met de site van de bioscoop. Je belt naar de bioscoop om informatie te vragen over de filmtijden. 
taalmiddelen
situatie
rol(len)
taalfunctie
tekstsoort

Slide 23 - Drag question

strategieën

Slide 24 - Slide

van welk soort strategie is hier sprake?
A
taalleerstrategie
B
taalgebruiksstrategie

Slide 25 - Quiz

Vervolg
  • doe de Socrative: 
  • bestudeer hoofdstuk 1 en 2
  • noteer eventuele vragen (of zet alvast in de chat)

Slide 26 - Slide