This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Les 22
Frans
Slide 1 - Slide
Programme
Lesdoelen
Presentie
Frans Feitje
Herhalen
- Getallen 20 t/m 100
- Paragraphe F: ex. 25c, e
- Grammaire H
Grammaire H: nakijken
Phrases Clés G
(Paragraphe E)
Au travail!
Afsluiting
Devoirs
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Na de les...
...kun je een ontkenning gebruiken.
...ken je de getallen t/m 100.
Slide 3 - Slide
Presentie
Slide 4 - Slide
-Frans Feitje-
Wist je dat….
Het meest gegeten brood in Frankrijk is natuurlijk de wereldberoemde baguette (stokbrood). In Frankrijk eet men gemiddeld een half stokbrood per dag en dat komt dan op een totaal van (schrik niet) 10 miljard stokbroden per jaar. De volgende keer kijk je toch even anders in je broodmandje op tafel, toch?
Slide 5 - Slide
Cijfers 20 t/m 100
We hebben de vorige keer de cijfers van 20 t/m 100 geleerd.
Laten we hier nog één keer naar kijken.
Slide 6 - Slide
De ontkenning in het NL
Weet je nog?
Elke zin kun je ontkennend maken. In het Nederlands gebruik je hiervoor niet / geen.
Ik gebruik de kaart.
Ik gebruik de kaart niet.
Slide 7 - Slide
De ontkenning in het Frans
In het Frans heb je hiervoor niet slechts één woord, zoals niet / geen.
Maar heb je er twee: ne .... pas (niet/geen). Dit komt rond de persoonsvorm > ne persoonsvorm pas
Je regarde a carte.
Je ne regarde pas la carte.
Slide 8 - Slide
Let op!
Ne ... pas is dus de Franse ontkenning voor niet/geen.
Echter, als de persoonsvorm met een klinker of stomme 'h' begint, dan...
verandert ne > n'. 'pas' blijft onveranderd:
J'habite à Groningue. > Je n'habitepas à Groningue.
Tu aimes les frites. > Tu n'aimespas les frites.
Slide 9 - Slide
Nakijken
We gaan nu de oefeningen van H nakijken.
- ex. 31a
- ex. 32a, b, c
-ex. 33a, b
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
70 t/m 100
De tientallen:
70 = soixante-dix
80 = quatre-vingts
Maar! quatre-vingt-trois (83)
90 = quatre-vingt-dix
100 = cent
Slide 12 - Slide
Een paar rekensommetjes
soixante + dix =
soixante-quinze + trois =
quatre-vingt-dix + six =
quatre-vingts + quatre =
Slide 13 - Slide
Een paar rekensommetjes ;-)
soixante + dix = soixante-dix (70)
soixante-quinze + trois = soixante-dix-huit (78)
quatre-vingt-dix + six = quatre-vingt-seize (96)
quatre-vingts + quatre = quatre-vingt-quatre (84)
Slide 14 - Slide
Hebben wij deze al gedaan?
We gaan nu samen ex. 25c en e luisteren. Hier kun je alvast oefenen met de cijfers t/m 100.
Daarna ga je in de zelf werktijd verder met 25b.
Slide 15 - Slide
Paragraphe F:
Les chiffres
Jullie gaan n verder oefenen met de cijfers.
Maak :
- ex. 25d
- ex. 27b, c, f
Klaar?
Oefen dan met een spreekopdracht:
- ex. 26
- ex. 27d
Klaar? Maak ex. 25e en oefen met 10 werkwoorden op ir het spel.
timer
15:00
Slide 16 - Slide
Phrases Clés G
Open je boek op p.86
Kijk eens mee naar het gele blokje. Hier zie je de uitspraak van c en ç.
Luister nu eens mee naar oefening b. Spreek na.
Slide 17 - Slide
Phrases Clés G
Nu jullie weten hoe je de c en de ç uitspreekt, gaan jullie het blauwe blokje oefenen. Houd in gedachten hoe je de c en de ç uitspreekt.
Jullie gaan nu iets kopen in één van de volgende winkels:
La parfumerie Le FNAC L'épicerie
Slide 18 - Slide
Paragraphe E:
Jeunes détectives
Jullie gaan nu kijken en luisteren naar aflevering 2 van Jeunes détectives.
Maak tijdens het luisteren:
- ex. 20a, b
Maak daarna:
- ex. 21
- ex. 22
Klaar? Maak ex. 25e en oefen met 10 werkwoorden op ir het spel.
timer
15:00
Slide 19 - Slide
Afsluiting
Maak de volgende zin eens ontkennend: Il regarde la carte.
Noem eens vier getallen tussen de 1 en de 100;
Slide 20 - Slide
Devoirs
Apprendre ontkenningen en voca F
Faire voor de volgende les:
F: ex. 25d, ex. 27b, c, f
E: - ex. 20a, b ex. 21 en ex. 22
G: leer de zinnen
In de les:
E en F: nakijken
Herhalen woordjes, zinnen, Phrases Clés G oefenen en grammatica D en H
Slide 21 - Slide
Herhalen cijfers
We gaan via Blooket de cijfers even herhalen t/m 69!