Foutieve beknopte bijzin en zinnen onjuist begrenzen

Formuleren
Terugblik par. 4 en 5
Dat/als-constructie en foutieve samentrekking
Uitleg par. 6 en 7
Foutieve beknopte bijzin en zinnen onjuist begrenzen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Formuleren
Terugblik par. 4 en 5
Dat/als-constructie en foutieve samentrekking
Uitleg par. 6 en 7
Foutieve beknopte bijzin en zinnen onjuist begrenzen

Slide 1 - Slide

Geef je antwoord bij zin 1
van opdracht 1 (p. 237).

Slide 2 - Open question

Dat/als-constructie
De posterijen stellen dat als een kerstkaart onvoldoende gefrankeerd is, hij desondanks bij de geadresseerde wordt bezorgd.

Concept
De posterijen stellen dat hij desondanks bij de geadresseerde wordt bezorgd, als een kerstkaart onvoldoende gefrankeerd is.

Correcte zin
(De posterijen stellen) dat een kerstkaart ook bij de geadresseerde wordt bezorgd als hij onvoldoende gefrankeerd is.

Slide 3 - Slide

Geef je antwoord bij zin 1
van opdracht 1 (p. 239).

Slide 4 - Open question

Foutieve samentrekking
Haar militaire successen dankte de Republiek der Nederlanden niet alleen aan haar eigen kracht, maar (...) werden mede mogelijk doordat andere landen zich afzijdig hielden.

Foutieve samentrekking, want er is sprake van een verschil in grammaticale functie ('haar militaire successen' is in het tweede deel ow en in het eerste deel niet).
--> Verkorte versie: 5, verschil in grammaticale functie

Slide 5 - Slide

Foutieve samentrekking
Concept
Haar militaire successen dankte de Republiek der Nederlanden niet alleen aan haar eigen kracht, maar haar militaire successen werden mede mogelijk doordat andere landen zich afzijdig hielden.

Correcte zin
(Haar militaire successen dankte de Republiek der Nederlanden niet alleen aan haar eigen kracht,) maar die werden (mede mogelijk doordat andere landen zich afzijdig hielden.)



Slide 6 - Slide

Foutieve beknopte bijzin

Slide 7 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Een zin kan enkelvoudig (één persoonsvorm) of samengesteld (meerdere persoonsvormen) zijn.  Als een zin samengesteld is, kan deze bestaan uit hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin.

Hoe herken je een hoofdzin? De pv en het ow staan naast elkaar (er kan niets tussen).
          Voorbeeld: Als ik nieuwe schoenen koop, wil ik ze meteen aan

Hoe herken je een bijzin? Je kunt nog iets tussen het ow en de pv zetten.
         Voorbeeld: Toen ik thuis kwam, stond mijn boze moeder me op te wachten.



Slide 8 - Slide

Is de volgende zin enkelvoudig of samengesteld?

Als je nu niet doorloopt, krijg je een knal.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 9 - Quiz

Lees de volgende zin. Het gedeelte tussen haakjes is een:

Als je dat nog een keer zegt, ( word ik boos ).
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 10 - Quiz

Beknopte bijzin
(Gewone) bijzin
Omdat ze bij de WK wilden pieken, namen de veldrijders in de weken ervoor wat gas terug.

Beknopte bijzin
Om bij de WK te pieken, namen de veldrijders in de weken ervoor wat gas terug.

Slide 11 - Slide

Beknopte bijzin
Bij een beknopte bijzin ontbreken de persoonsvorm en het onderwerp. Er is wel een verzwegen onderwerp. Dat is eigenlijk een onderwerp dat niet genoemd wordt. Het verzwegen onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, anders klopt de zin niet.

1. Wachtend op de bus, hielden ze elkaars hand vast. -> GOED

2. Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. -> FOUT

Als een beknopte bijzin niet klopt (omdat het ow in de hoofd- en bijzin niet hetzelfde zijn), is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.

Slide 12 - Slide

Beknopte bijzin
Drie werkwoordsvormen waaraan je een beknopte bijzin kunt herkennen:
- een voltooid deelwoord
- een onvoltooid deelwoord
- te + infinitief 

Slide 13 - Slide

Lekker in de hangmat liggend, dronk hij een koud biertje.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 14 - Quiz

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 15 - Quiz

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 16 - Quiz

Huppelend van blijdschap, kwam het meisje de klas binnen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 17 - Quiz

Beknopte bijzin
Twee manieren om een foutieve beknopte bijzin te verbeteren.
1. Maak van de beknopte bijzin een gewone bijzin (met een persoonsvorm en een onderwerp.
2. Zet in de hoofdzin een onderwerp dat overeenkomt met het 'denkbeeldige' onderwerp van de beknopte bijzin. Je moet dan vaak wel een werkwoord toevoegen.

Slide 18 - Slide

Beknopte bijzin
Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.

1. Toen hij bij school aankwam, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.

2. Bij school aangekomen, ontdekte hij dat zijn boeken nog thuis lagen.

Slide 19 - Slide

Zinnen onjuist begrenzen
1. Losstaand zinsgedeelte
2. Zinnen ten onrechte samenvoegen

Slide 20 - Slide

Zinnen onjuist begrenzen
- Interpunctie (leestekens), vooral komma's en punten.
- Een hoofdzin kan als 'losse' zin gebruikt worden, een bijzin niet. Een bijzin hoort gekoppeld te worden aan een hoofdzin.

- Een 'losse' bijzin = losstaand zinsgedeelte
- Twee hoofdzinnen aan elkaar plakken zonder voegwoord = zinnen ten onrechte samenvoegen

Slide 21 - Slide