H5.2 Bezetting, vervolging, bevrijding (WOII)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

H5 'De prijs van vrijheid'

cursus 5.2 'Bezetting, vervolging, bevrijding' (1939-1945)

Tijdvak 9:

Tijd van oorlogen (1900-1950)

Periode 5:

Moderne Tijd (1800-nu)

Planning

• Lesdoelen vorige les
• Uitleg 
• Aan de slag
•  Evalueren/ Nakijken 

Herhaling lesdoelen 5.1

Wat is geen gevolg van de economische wereldcrisis?

1. Veel mensen in veel landen werden werkeloos.
2. Mensen konden hun schulden niet meer betalen.
3. Duitsland kon de schade van WOI niet meer betalen.
4. Hitler kwam aan de macht in Duitsland.

Waarom werd Duitland extra hard door de crisis getroffen?

Wat betekent het begrip dictatuur?

1. Land dat door één persoon wordt geregeerd.
2. Het volk beslist mee door middel van verkiezingen.
3. Het volk beslist.
4. Land waar één persoon door middel van verkiezingen de macht heeft.

Noem 3 oorzaken voor het uitbreken van WOII.

Lesdoelen 5.2

• Je weet van wanneer tot wanneer WOII duurde.

• Je kunt het verloop van de WOII in Europa beschrijven.

 

• Je weet welke bondgenoten tegen elkaar streden in WOII. 

De Tweede Wereldoorlog

1939-1945

Bondgenoten WOII

Blauw: Duitsland, Italië en Japan

Groen: Groot-Brittannië, Frankrijk, Sovjet-Unie en de VS 

 Verloop WOII deel 1

• 1939: Duitland valt Polen binnen, begin WOII.
• 1940: Duitsland verovert Denemarken, Noorwegen, Nederland, België en een deel van Frankrijk.
• 1941: Duitsland valt de Sovjet-Unie (Rusland) binnen.
• 1943: Duitsland verliest de slag om Stalingrad. 
• 1943: Duitse troepen in Noord-Afrika geven zich over.
• 1943: Duitsland begint de oorlog langzaamaan te verliezen.

Verloop WOII deel 2

• 6juni 1944: D-Day, Geallieerde troepen landen op Normandië in Frankrijk.
• 8 mei 1945: Duitsland geeft zich over, nadat het veroverd is door de geallieerde troepen vanauit het westen en oosten.

Aan de slag

Maken:

• Cursus 5.2 blz. 58 t/m 60  
• opdr.  1 t/ m 6 

Evaluatie Lesdoelen 5.2

• Je weet van wanneer tot wanneer WOII duurde.

    

• Je kunt het verloop van de WOII in Europa beschrijven.

   

• Je weet welke bondgenoten tegen elkaar streden in WOII.