2.1 Samengestelde zinnen-les 2

2.1 Samengestelde zinnen-les 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2.1 Samengestelde zinnen-les 2

Slide 1 - Slide

Samengestelde zinnen

- Een zin met meerdere persoonsvormen heet een samengestelde zin

- Een samengestelde zin heeft dus ook meerdere gezegdes(een gezegde bevat namelijk alleen de werkwoorden die bij elkaar horen)

- Een samengestelde zin heeft meerdere onderwerpen, want bij iedere persoonsvorm/gezegde hoort een onderwerp.

Slide 2 - Slide

Schrijf op hoe je het werkwoordelijk gezegde in een zin kan vinden.

Slide 3 - Open question

Schrijf op hoe je het onderwerp van een zin kan vinden.

Slide 4 - Open question

Redekundig ontleden van een samengestelde zin


1. Doe de TIJDPROEF om de persoonsvormen te vinden

Zet de zin in een andere tijd; de pv's veranderen mee

2. Stel twee keer de vraag 'Wie (of wat) + pv' om de onderwerpen te vinden

De antwoorden op deze vragen noemen we de onderwerpen

Slide 5 - Slide

Noteer de onderwerpen:
Had ik jou al verteld, dat ik aan mijn knie geopereerd moet worden?

Slide 6 - Open question

Noteer de persoonsvormen:
Staand voor een groen verkeerslicht zat de chauffeur te appen, terwijl iedereen begon te toeteren.

Slide 7 - Open question

Noteer de onderwerpen:
Staand voor een groen verkeerslicht zat de chauffeur te appen, terwijl iedereen begon te toeteren.

Slide 8 - Open question

Noteer de persoonsvormen:
Jan heeft veel geoefend, want hij wil zijn theorie-examen in één keer halen.

Slide 9 - Open question

Noteer de onderwerpen:
Jan heeft veel geoefend, want hij wil zijn theorie-examen in één keer halen.

Slide 10 - Open question

Noteer de persoonsvormen:
Als je toch naar het uitverkochte concert wilt, kun je soms via Marktplaats een kaartje kopen.

Slide 11 - Open question

Noteer de onderwerpen:
Als je toch naar het uitverkochte concert wilt, kun je soms via Marktplaats een kaartje kopen.

Slide 12 - Open question

Noteer de persoonsvormen:
Kees voetbalt elke zaterdag en hockeyt ook nog twee keer per week.

Slide 13 - Open question

Noteer de onderwerpen:
Kees voetbalt elke zaterdag en hockeyt ook nog twee keer per week.

Slide 14 - Open question

Voorbeeld onderwerpen in een samengestelde zin vinden


Zin: Robert heeft trek en hij eet een bak friet.

De persoonsvormen zijn: heeft en eet


Vraag 1: Wie heeft? - Antwoord/onderwerp: Robert

Vraag 2: Wie eet? - Antwoord/onderwerp: hij




Slide 15 - Slide

Noteer de persoonsvormen:
Nadat Nico gemountainbiket had, ging hij zich douchen.

Slide 16 - Open question

Noteer de onderwerpen:
Nadat Nico gemountainbiket had, ging hij zich douchen.

Slide 17 - Open question

Noteer de persoonsvormen:
Claudia's zangleraar vindt dat zij talent heeft.

Slide 18 - Open question

Noteer de onderwerpen:
Claudia's zangleraar vindt dat zij talent heeft.

Slide 19 - Open question

Noteer de persoonsvormen:
Had ik jou al verteld, dat ik aan mijn knie geopereerd moet worden?

Slide 20 - Open question

Noteer het gezegde (gez):
Saar vertelde ons enthousiast over haar reis naar Mexico.

Slide 21 - Open question

Noteer het onderwerp (ow):
Saar vertelde ons enthousiast over haar reis naar Mexico.

Slide 22 - Open question

Noteer de persoonsvorm (pv):
Dit weekend zullen de treinen volgens aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 23 - Open question

Noteer het gezegde (gez):
Dit weekend zullen de treinen volgens aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 24 - Open question

Noteer het onderwerp (ow):
Dit weekend zullen de treinen volgens aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 25 - Open question