Klas 2BK2 - Lesweek 29 - Les 1

Kapitel 7 -> Wohnen
Achtung:
Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Auf deinem Tisch liegen: 
Buch, Heft, Etui 




1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kapitel 7 -> Wohnen
Achtung:
Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Auf deinem Tisch liegen: 
Buch, Heft, Etui 




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Was machst du Heute?

- Wichtig!
- Hausaufgaben kontrollieren
- Grammatik
- Hören -> Mit Musik mehr spaß
- die Stunde beenden

Slide 3 - Slide

Was lernst du Heute?
Lernziele:



  • Je kunt het werkwoord in het Duits vormen.
  • Je kunt werkwoorden met een stam op -d of -t vormen.
Bijvoorbeeld antworten und reden
  • Je kunt de vauten uit een songtekst halen.

Slide 4 - Slide

Wichtig! (belangrijk!)
  • Les verstoren = naam op bord.
  • Les nog een keer verstoren = 5 minuten time-out
  • Les nog een keer verstoren = les vervolgen in de tussenruimte.
  • na de les bij mij komen om afspraak te maken voor na schooltijd om gedrag + gevolgen te bespreken.


Slide 5 - Slide

Achtung!
Steijn
Ik mis jouw Speisekarte
Thijn
Inhalen Hausaufgaben -> morgen (woensdag) 
14.30 uur  Lokaal 0.05
Logan
Afspraak maken voor Spreekvaardigheidopdracht

Slide 6 - Slide

Hausaufgaben 
BK
KT
Lernen:
Seite 58 -> Lernliste N-D
Lernen:
Seite 62 -> Lernliste N-D
Machen:
Arbeitsblatt 

Sehen:
Uitlegvideo in SOM

Machen:
Arbeitsblatt

Sehen:
Uitlegvideo in SOM

Slide 7 - Slide

Werkwoordvormen? Hoezo?

Slide 8 - Slide

 regelmatige werkwoordvormen in het Duits

Knippen 
en 
plakken in 
3 stappen


Slide 9 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Stap 1

Stap 2

Stap 3


Slide 10 - Slide

STAP 1




zoek de stam van het werkwoord

Slide 11 - Slide

Korte uitleg (stap 1)
Een werkwoord heeft een stam. (knip -en van werkwoord)

Voorbeelden:
De stam van springen is spring.
De stam van schwimmen is schwimm.
De stam van angeln is angel. Let op: bij dit werkwoord kun je dus alleen de -n weghalen.


Slide 12 - Slide

STAP 2




Zoek in de zin naar het persoonlijke voornaamwoord.

Slide 13 - Slide

Korte uitleg (stap 2)
Bij ieder werkwoord staat een persoonlijk voornaamwoord.
Zoek dat persoonlijke voornaamwoord.
Tip! het persoonlijke voornaamwoord staat altijd voor of na het werkwoord.

Voorbeelden:
Ich esse gerne Pizza.
Geht ihr auch in die Schule?


Slide 14 - Slide

STAP 2




Schrijf het rijtje persoonlijke voornaamwoorden in de goede volgorde op van boven naar beneden.
Eerst de nederlandse vorm en daarnaast de Duite vorm

Slide 15 - Slide

STAP 2 / idewis




ik
ich
i
jij
du
d
hij / zij / het
er / sie / es
e
wij
wir
w
jullie
ihr
i
zij / u
sie / Sie
s

Slide 16 - Slide

STAP 3




Plak de goede uitgang achter de stam.

Slide 17 - Slide

Korte uitleg (stap 3)
Plak nu achter de stam de juiste uitgang.

Daarvoor is er een ezelsbruggetje dat heet: 

(FE)ESTTENTEN
maar de F en de E die doen niet mee.

E - ST - T - EN - T - EN




Slide 18 - Slide

wohnen
Ezelsbruggetje e - st - t - en- t - en
ich
wohn
e
du
wohn
st
er / sie / es
wohn
t
wir
wohn
en
ihr
wohn
t
sie / Sie
wohn
en

Slide 19 - Slide

idewis + ESTTENTEN
ich
i
e
du
d
st
er / sie / es
e
t
wir
w
en
ihr
i
t
sie / Sie
s
en

Slide 20 - Slide

E-ST-T-EN-T-EN regel
Stap 1: stam -> knip -en eraf.
Stap 2: vind het idewis woord in de zin.
Stap 3: plak de juiste uitgang achter de stam.

i
e
d
st
e
t
w
en
i
t
s
en

Slide 21 - Slide

Hausaufgaben nakijken
Stap 1: stam -> knip -en eraf.
Stap 2: vind het idewis woord in de zin.
Stap 3: plak de juiste uitgang achter de stam.

Iedereen legt 1 zin uit.
Ik vraag kris / kras door de klas.
i
e
d
st
e
t
w
en
i
t
s
en

Slide 22 - Slide

Grammatik
Werkwoord met stam op -d of -t
reden / antworten

- regel opschrijven in je schrift
- Aufgabe machen

Slide 23 - Slide

Grammatik






Belangrijk -> een Duitser wil alle letters kunnen uitspreken.

Slide 24 - Slide

Hausaufgaben 
BK
KT
Lernen:
Seite 58 -> Lernliste N-D
Seite 60 -> Grammatik
Lernen:
Seite 62 -> Lernliste N-D
Seite 18 -> Grammatik
Machen:
Seite 43 -> Aufgabe 21 + 22


Machen:
Seite 19 -> Aufgabe 11
Seite 156 -> Aufgabe 2a

Slide 25 - Slide

Zoek de vaud!
Haus am See von Peter Fox
Er zitten fouten in de songtekst

Onderstreep de fout in de tekst en noteer het goede woord.
Iedereen doet mee en is stil tijdens het luisteren
Na het luisteren vraag ik kris/kras door de klas naar de antwoorden.

Slide 26 - Slide

Zum Schluss
- Vijf vingers: Top!
- Drie vingers: mwah
- Duim naar beneden 
-> volgende keer beter.

Slide 27 - Slide