23 november: verbale en non-verbale communicatie

Debatteren 



Verbale en non-verbale communicatie 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Debatteren 



Verbale en non-verbale communicatie 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van deze les: 
- Je kent het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie.
- Je krijgt tips waarmee je je verbale en non-verbale communicatie kunt verbeteren.
- Je leert hoe je een spreekbeurt kunt evalueren en feedback kunt geven op een spreker.

Slide 2 - Slide

timer
1:00
Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Slide 3 - Mind map

Overtuigingskracht bij sprekers 
Niet alleen wát je zegt is belangrijk, maar ook hóe je het zegt. 

Stemgebruik 
Lichaamstaal 
Interactie 

Slide 4 - Slide

Overtuigingskracht bij sprekers 
Stemgebruik: 
Niet te snel, niet te langzaam, niet te hard, niet te zacht. Intonatie: varieer in toonhoogte en volume. 
Articuleer zo goed mogelijk 

Slide 5 - Slide

Overtuigingskracht bij sprekers 
Lichaamstaal:
Sta rechtop, voeten stevig op de grond. Maak ondersteunende gebaren met je handen. Straal enthousiasme uit: geloof in wat je zegt. 
Niet: friemelen, met je pen tikken, op je blaadje blijven kijken... etc

Slide 6 - Slide

Overtuigingskracht bij sprekers 
Interactie: 
Maak contact met je publiek door oogcontact. 
Kijk niet steeds naar dezelfde persoon, maar kijk rond. 
Als het onrustig is of er wordt gelachen, wacht dan even tot het rustig is. 

Slide 7 - Slide

We maken kijkopdracht 1 uit NN
Lees eerst de vragen van opdracht 1, p. 144. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

We maken kijkopdracht 2, NN 
Lees voor het bekijken van de video eerst de vragen van opdracht 2, p. 144. 

Beantwoord de vragen tijdens het kijken. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wie gaat er naar Zweden? Pitch-oefening!

Slide 13 - Slide

De elevatorpitch:
Overtuig je toehoorders in maximaal één minuut dat jij de beste kandidaat bent. 
We lezen opdracht 4, p. 145. 
Bereid je pitch voor in een groepje van 4.
Bedenk samen sterke argumenten. 
Probeer ook te oefenen in je groep. 
Van ieder team zal er één representant zijn pitch houden. 

timer
10:00

Slide 14 - Slide

We gaan pitchen!
Luisteraars vullen het feedbackformulier in. 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Evaluatieronde

Slide 16 - Slide

Wie wint?
Spreker 1
spreker 2
spreker 3

Slide 17 - Poll