Tandheelkunde prothetiek les 6

Tandheelkunde prothetiek
les 6
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Tandheelkunde prothetiek
les 6

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
Lesweek 1: Uitval i.v.m. 5 mei.
Lesweek 2: Uitval i.v.m. scancursus.
Lesweek 3: Uitval i.v.m. ziekte.
Lesweek 4: 10.1 Inleiding + 10.2 Gevolgen van verlies van elementen en steunweefsel.
Lesweek 5: 10.3 Anamnese en onderzoek.
Lesweek 6: Uitval i.v.m. 2e Pinksterdag.
Lesweek 7: 10.4 Prothesen + 10.4.1 Volledige prothese.
Lesweek 8: 10.4.2 Volledige immediaatprothese + 10.4.3 Overkappingsprothese.
Zelfstudie: 10.4.4 Volledige prothese bij maxillofaciale prothetiek + 10.4.5 Partiële prothese.
Zelfstudie: 10.5 Rebasing/relining en reparaties + 10.6 Preprothetische chirugische ingrepen + 10.7 Behandeling van tandeloze patiënten en vergevorderd slinken van de kaak.
Lesweek 9: Toets

Slide 2 - Slide

Toets
  • Kennistoets op It's Learning.
  • In lesweek 8.
  • Meerkeuzevragen en open vragen. 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent de procedure van het rebasen van een prothese.
  • Je weet in welke situaties preprothetische chirurgie nodig is.
  • Je kunt de gevolgen van het ernstig slinken van de onderkaak benoemen.
  • Je weet de chirurgische behandelingen van de onderkaak ten opzichte van prothetiek. 

Slide 4 - Slide

Terugkoppeling naar vorige les
  • Onderwerpen: maxillofaciale prothetiek, partiële prothese.
  • Begrippen: maxillofaciaal, epithese, kunsthars plaatprothese, frameprothese, steunfossae.
  • We halen de lesstof van vorige les op door middel van een aantal vragen.

Slide 5 - Slide

Bij een maxillofaciale prothese wordt alleen een prothese gemaakt om het gebit te vervangen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is een partiële prothese?

Slide 7 - Open question

Plaatje
Frame

Slide 8 - Drag question

Wat betekent rebasing?

Slide 9 - Open question

Rebasing
  • Re = opnieuw, base = basis.
  • De pasvorm van de prothese verslechterd.
  • Dit kan klachten geven zoals verminderd houvast, drukplekken, verandering in de beet.
  •  Om dit op te lossen kun je een prothese rebasen of relinen.

Slide 10 - Slide

Verschil rebasen/relinen
  • Rebase: de ontstane ruimte tussen het tandvlees en de prothese wordt opgevuld met kunsthars waarbij alle oude kunsthars wordt vervangen, dus alleen de tanden blijven hetzelfde.
  • Reline: de ontstane ruimte tussen het tandvlees en de prothese wordt opgevuld met kunsthars. De overige kunsthars wordt niet vervangen. Hierbij zie je vaak kleurverschil. 

Slide 11 - Slide

Hoe lang moet de patiënt bij rebase of reline zonder prothese lopen?
A
1 dag
B
1 week
C
2 dagen
D
2 weken

Slide 12 - Quiz

Behandeling
  • De oude prothese wordt als individuele lepel gebruikt.
  • De randen van de oude prothese worden ingekort.
  • De randen worden opgebouwd met stents (was).
  • Daarna wordt de individuele afdruk gemaakt.
  • De prothese wordt opgestuurd naar het tandtechnisch lab waar de prothese wordt aangepast. 

Slide 13 - Slide

Wat doe je als een prothese kapot is?

Slide 14 - Open question

Reparatie prothese
  • Een prothese kan stuk gaan. Denk hierbij aan breken of een tand eruit.
  • Meestal komt dit door het laten vallen of ergens hard op dichtbijten.
  • Als de breuklijn netjes is, kan de prothese direct naar het tandtechnisch lab gestuurd worden.
  • Als er een stukje kunsthars ontbreekt dan moet er een afdruk gemaakt worden.
  • De prothese is binnen een dag weer terug in de praktijk. 

Slide 15 - Slide

Preprothetische chirurgische ingrepen
Soms moeten voorafgaand aan het maken van een nieuwe prothese afwijkingen verholpen worden. Dit gebeurt door de MKA-chirurg.

Slide 16 - Slide

Wat zou een preprothetische chirurgische ingreep kunnen zijn?

Slide 17 - Open question

Redenen voor chirurgie
  • Geïmpacteerde elementen, wortelresten, amalgaamresten.
  • Afwijkingen aan het kaakbot of tandvlees zoals irritatiefibromen, flabby ridge/schlotterkamm, exostosen, botkammetjes of ondersnijdingen.
  • Ophogingen van de kaak. 

Slide 18 - Slide

Een flabby ridge is:
A
Een losliggend stuk tandvlees.
B
Een uitstulping van het kaakbot.
C
Een botkammetje.

Slide 19 - Quiz

Correcties van het tandvlees
  • Irritatiefibromen: langdurige irritatie door scherpe of te lange protheseranden. Is een goedaardig gezwel onder het tandvlees. Meestal verdwijnen ze na het wegnemen van de oorzaak, anders wegsnijden.
  • Flabby ridge: soms blijft na slinken van kaakbot een losliggende tandvleeskam over. Gebeurt meestal bij edentate bovenkaak en restelementen in het onderfront. De flabby ridge wordt chirurgisch verwijderd zodat het tandvlees weer strak om de kaak ligt. 

Slide 20 - Slide

Botcorrecties
  • Exostosen: uitstulpingen van het kaakbot. Dit ziet er vaak uit als een ronde verdikking. Komt vaak linguaal en palatinaal voor. Wordt chirurgisch afgevlakt met een botfrees.
  • Botkammetjes: scherpe botuitsteeksels. Deze worden chirugisch vlakgemaakt. 
  • Ondersnijdingen: De bovenste rand van de kaak is dikker dan de onderkant. De prothese kan er niet overheen. Er wordt chirurgisch een betere kaakvorm gemaakt.

Slide 21 - Slide

Een edentate kaak slinkt het hardst in de:
A
Bovenkaak
B
Onderkaak

Slide 22 - Quiz

Ernstig geslonken kaak
  • Patiënten die lang edentaat zijn kunnen last hebben van een ernstig geslonken kaak. Meestal betreft dit de onderkaak.
  • De prothese heeft dan weinig tot geen houvast en stabiliteit.
  • In dat geval zijn het plaatsen van implantaten vaak een goede oplossing om de prothese houvast te geven. 

Slide 23 - Slide

Ophogen van de onderkaak
  • Een andere manier van meer houvast creëren is het ophogen van de onderkaak. 
  • Relatieve verhoging: de kaak wordt niet opgehoogd maar de omslagplooi wordt dieper gelegd.
  • Absolute verhoging: de kaak wordt horizontaal gesplitst. Daartussen worden stukjes bot uit de heup of donorbot geplaatst. Met draad wordt het gefixeerd.
  • Nadeel: kaak kan opnieuw slinken.

Slide 24 - Slide

Evaluatie
Fijne les met duidelijke uitleg.
Ik ga de theorie nog eens nalezen in het boek
Ik heb nog een vraag.
Lastig onderwerp maar komt goed.
Ik snap er helemaal niets van

Slide 25 - Poll