2V LSJ U5 Pronom démonstratif

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 2 - Quiz

_____ livre [mannelijk]
dat/dit boek
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 3 - Quiz

______agenda [mannelijk]
die/deze agenda
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 4 - Quiz

________ filles [vrouwelijk]
deze/die meisjes
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 5 - Quiz

__________ garçons
die/deze jongens
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 6 - Quiz

_____ acteur [mannelijk]
deze/die acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 7 - Quiz

______ journaux
deze/die kranten
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 8 - Quiz

________ dame (v)
die/deze dame
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 9 - Quiz

_______ chanteuses
deze/die zangeressen
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 10 - Quiz

Je n'aime pas ... plat!
Ik houd niet van dat/dit gerecht.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 11 - Quiz

Mmm, c'est bonne, ... entrée!
Mmm, het is lekker, dit/dat voorgerecht!
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 12 - Quiz

Tu peux bouillir ... oeuf?
Kun jij dit/dat ei koken?
(ei=mannelijk)
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 13 - Quiz

Je veux essayer tous ... desserts.
Ik wil al die/deze toetjes proeven/proberen.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 14 - Quiz

4. Combien coûtent ..... oranges?
Hoeveel kosten deze sinaasappels?
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 15 - Quiz

VRAI OU FAUX
Er zijn twee aanwijzende vnw mogelijk voor mannelijk enkelvoud woorden.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 16 - Quiz