3k Meer dan Lezen Tekstverbanden en signaalwoorden 2

Goedemorgen!
  • Doe je kauwgom uit.
  • Ga op een stoel zitten.
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Laptop
  • Doe je capuchon / pet / muts af.
Lesdoelen
  • Je kunt tekstverbanden herkennen met behulp van signaalwoorden. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!
  • Doe je kauwgom uit.
  • Ga op een stoel zitten.
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Laptop
  • Doe je capuchon / pet / muts af.
Lesdoelen
  • Je kunt tekstverbanden herkennen met behulp van signaalwoorden. 

Slide 1 - Slide

Planning
  • Voorstellen
  • Regels
  • Herhaling
  • Uitleg
  • Klassikale
  • Jeugdjournaal
Planning
  • Zelfstandig werken
  • Uitleg §5
  • Kahoot

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Pak je laptop en ga naar Nieuw Nederlands.
Cursus 1 Meer dan lezen §4: Tekstdoelen en publiek
Maak opdrachten 1 tot en met 7.

Klaar? --> Rustig iets voor jezelf doen. 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden
Zinnen en alinea's staan niet op random plekken in een tekst.

Ze staan in een logische volgorde.
Ze hebben iets met elkaar te maken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden


Schrijvers gebruiken vaak signaalwoorden die laten zien wát de zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doel - middel
  • Het gaat om het bereiken van een doel en wat je daarvoor nodig hebt (het middel).
  • Signaalwoorden: opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
  • Voorbeeldzin: 
  • Ik sta ’s morgens vroeg op, zodat ik op tijd bij de bushalte ben.
  • Doel: op tijd bij de bushalte zijn
  • Middel: vroeg opstaan

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorwaarde
  • Er moet iets gebeuren voordat er iets anders kan gebeuren. 
  • Signaalwoorden: als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits.
  • Voorbeeldzin: 
  • Ik krijg elke zaterdag vijf euro van mijn vader, als ik zijn auto was.
  • Wat er kan gebeuren: Ik krijg vijf euro.
  • Voorwaarde (wat er eerst moet gebeuren): de auto wassen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen!
  • Doe je kauwgom uit.
  • Ga op een stoel zitten.
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Laptop
  • Als jullie deze les goed/rustig werken aan Nederlands, mogen jullie 10 minuten eerder weg.
Lesdoelen
  • Je kunt tekstverbanden herkennen met behulp van signaalwoorden. 

Slide 11 - Slide

Planning
  • Voorstellen
  • Regels
  • Herhaling
  • Uitleg
  • Klassikale
  • Jeugdjournaal
Planning
  • Video Nieuw Nederlands 
  • Zelfstandig werken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Pak je laptop en ga naar Nieuw Nederlands.
Cursus 1 Meer dan lezen 
§4: Tekstdoelen en publiek
§5: Tekstverbanden en signaalwoorden
Maak alle opdrachten. --> huiswerk voor dinsdag

Klaar? --> Rustig iets voor jezelf doen. 
Als jullie goed/rustig werken aan Nederlands, mogen jullie 10 minuten eerder weg.
timer
25:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions