economie - periode 3

Netto & bruto prijzen 
Bedrijfseconomie 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Netto & bruto prijzen 
Bedrijfseconomie 

Slide 1 - Slide

Inkoop 
Netto inkoopprijs                100%
BTW                          +                9%  +
Inkoopfactuurprijs              109%

                            OF 
Netto inkoopprijs                 100%
BTW                          +               21% +
Inkoopfactuurprijs               121%


'
Inkoopfactuurprijs             109%
BTW                         -                 9% -
Netto inkoopprijs              100%

OF
Inkoopfactuurprijs             121%
BTW -                                         21% -
Netto inkoopprijs                100%
(Bruto inkoopprijs)
(Bruto inkoopprijs)
(Bruto inkoopprijs)

(Bruto inkoopprijs)

Slide 2 - Slide

Verkoop 
Netto Verkoopprijs               100%
BTW                                         9%  +
Consumentenprijs              109%

                            OF 
Netto verkoopprijs               100%
BTW                          +               21% +
Consumentenprijs               121%



Consumentenprijs             109%
BTW                         -                 9% -
Netto verkoopprijs              100%

OF
Consumentenprijs             121%
BTW                          -                21% -
Netto Verkoopprijs               100%
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)
(Bruto verkoopprijs)

Slide 3 - Slide

Brutowinstopslag  
Netto Inkoopprijs               100%
Brutowinstopslag +            X +
Nettoverkoopprijs        100 + x% 

  • Netto inkoopprijs 100%
  • Netto verkoopprijs meer dan 100% 


Brutowinstmarge
Netto Inkoopprijs          100 - x %
Brutowinstmarge +             X % +
Nettoverkoopprijs                100%

  • Netto inkoopprijs minder dan 100%
  • Netto verkoopprijs 100% 

Slide 4 - Slide

Netto inkoopprijs 
+ Brutowinstmarge/ Opslag 
Netto verkoopprijs 
+ BTW  9%/ 21% 
Consumentenprijs 

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 3
Netto omzet   (Afzet x verkoopprijs)
- IWO                (Afzet x inkoopprijs) 
Brutowinst
- Bedrijfskosten (kosten om te kunnen verkopen) 
Bedrijfsresultaat (nettowinst of nettoverlies)

Slide 6 - Slide

Brutowinst 
Je verkoopt in een kraam reisgidsen voor €3 per stuk . De reisgidsen heb je ingekocht voor €1,- per stuk en je hebt er 20 verkocht.

Slide 7 - Slide

Brutowinst 
Je verkoopt in een kraam reisgidsen voor €3 per stuk . De reisgidsen heb je ingekocht voor €1,- per stuk en je hebt er 20 verkocht.

Slide 8 - Slide

Nettowinst of Nettoverlies
Je verkoopt in een kraam reisgidsen voor €3 per stuk . De reisgidsen heb je ingekocht voor €1,- per stuk en je hebt er 20 verkocht. Het kraampje heeft je in totaal €15,- gekost.

Slide 9 - Slide

Nettowinst of Nettoverlies
Je verkoopt in een kraam reisgidsen voor €3 per stuk . De reisgidsen heb je ingekocht voor €1,- per stuk en je hebt er 20 verkocht. Het kraampje heeft je in totaal €15,- gekost.

Slide 10 - Slide

Prijs arrangement
Bedrijfseconomie 

Slide 11 - Slide

Prijsberekening bij arrangementen
Stap 1: Netto inkoop prijzen berekenen door BTW ervan af te halen
Stap 2: Alle netto inkoopprijzen bij elkaar op tellen
Stap 3: Korting van totale netto inkoopprijs afhalen
Stap 4: Netto verkoopprijs berekenen met de brutowinstopslag of -marge
Stap 5: Consumentenprijs berekenen door BTW bij de netto verkoopprijs op te tellen  
 

Slide 12 - Slide

Oefenopdracht
Vakantiepark vista biedt een arrangement aan voor een verzorgde avond. Deze avond bestaat uit de volgende deelactiviteiten:



ze besluiten 10% korting te geven op de reguliere netto inkoopprijs.
De brutowinstopslag bedraagt 20%.
Bereken de consumentenprijs van dit gehele arrangement.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Prijsberekening bij arrangementen met verschillende BTW of korting tarieven 
Stap 1: Netto inkoop prijzen berekenen door BTW ervan af te halen
Stap 2: Korting van de verschillende netto inkoopprijzen af halen
Stap 3: Netto verkoopprijzen berekenen met de brutowinstopslag of -marge 
Stap 4: Consumentenprijs berekenen door de verschillende BTW tarieven bij de verschillende netto verkoopprijzen op te tellen  
Stap 5: De consumentenprijzen bij elkaar op tellen 

Slide 18 - Slide

Oefenopdracht
Kaboom hotel biedt een arrangement aan voor verzorgde dag.
Deze dag bestaat uit de volgende onderdelen.


Ze besluiten 15% korting te geven op de netto inkoopprijs.
De brutowinstopslag bedraagt 30%
Bereken de consumentenprijs van dit gehele arrangement

Slide 19 - Slide