Blok 5, week 3, -b rijtje

Blok 5, week 3, 
Start opdracht:
Welke woorden kun je maken met -ig
Wat heb ik nodig?
  1. Wisbordje + stift
  2. Dictee schrift
timer
3:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Blok 5, week 3, 
Start opdracht:
Welke woorden kun je maken met -ig
Wat heb ik nodig?
  1. Wisbordje + stift
  2. Dictee schrift
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

De nieuwe  woorden 
de aardbei                       de fontein                  de pleister
het afscheid                    de keizer                    de reiger
de beitel                            de leider                     de scheidsrechter
de eikel                              het meisje                 de steiger

Slide 5 - Slide

Blok 5, week 3 
Doel: 
Ik kan de woorden van het -b rijtje goed schrijven

Succescriteria:
Ik ken de regel van het -b rijtje.  



Wat heb ik nodig?
Wisbordje + stift
Dictee schrift

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke categorie?

web
A
langermaakwoord
B
langermaakwoord van het eind b-rijtje
C
hakwoord
D
achtervoegsel

Slide 9 - Quiz

Welk woord is een langermaakwoord?
A
uniek
B
geworden
C
mooier
D
web

Slide 10 - Quiz

Oefenen

Slide 11 - Slide

Uitstap opdracht

Slide 12 - Slide

Check uitstap opdracht 

Slide 13 - Slide

Doel:
Ik kan ... van de 7 woorden schrijven.
09

Slide 14 - Poll

Zelfstandige verwerking unit:

  1.  Blz. 13 Opdracht 1 en 2
  2. Blok 5, week 3, taak 2

Slide 15 - Slide